Recensie door Vera ter Beest
Wenen, 1952. De oorlog is voorbij, maar aan de Gürtel wonen twee jongens als gevangenen in eigen huis. Van hun vader mogen ze niet naar buiten, de deur opendoen of de telefoon opnemen. Hun wereld beperkt zich tot het uitzicht uit het raam en de fotoalbums van hun vader. Hij is fotograaf en leert hen foto’s te nemen. De foto’s die hij van hen neemt, zegt hij naar een museum te brengen. Op een dag verlaat hij het huis om nooit meer terug te komen. In zijn plaats komt Liesbeth, een vrouw die de vader verzorgde toen deze ziek was. Zij komt, later dan verwacht en neemt een enge man mee, die grijnst en naar hen staart.
‘Met zijn ellebogen op tafel keek hij ons minutenlang met wijd opengesperde ogen aan. Hij keek met de blik van een operazanger die vader ooit had gefotografeerd. De ogen van die zanger stonden wagenwijd open terwijl hij zong. Zo wagenwijd als zijn mond.De zanger op de foto stond voor een kasteel dat van hout en karton was gemaakt, wist vader. Hij legde uit dat de operazanger een beroemd Italiaan was. Een Italiaan uit Venetië, een stad waar de auto’s boten zijn. Daar konden we ons absoluut geen voorstelling van maken. ‘De ontzette blik met grote, open ogen hoort bij operazangers wanneer zij ferm uithalen,’ vertelde vader. Daarna verdween de foto in zijn map.’
Liesbeth geeft de jongens te eten, zodat ze sterk genoeg zijn om naar Boedapest te reizen. Enkele mannen komen de jongens ophalen om ze in een afgedekte kooi naar de Hongaarse hoofdstad te brengen. Daar aangekomen belanden ze samen met een jong, harig meisje dat Erika heet in een lege ruimte. Erika en de jongens worden behandeld als circusattracties, hordes nieuwsgierige mensen met ogen als operazangers worden langs de kinderen geleid. Aan deze vreemde bezoeken komt abrupt een eind wanneer een serie gruwelijke medische ingrepen op de drie kinderen worden uitgevoerd. Erika wordt geïnsemineerd met sperma dat is afgetapt van de jongens. Als ze op het punt staat om te bevallen, wordt ze weggevoerd. Niet veel later wordt het besluit genomen dat de jongens, verzwakt en ziek, weer naar huis mogen. In dekens gerold worden ze door ruimtes gedragen, waarvan er één veel weg heeft van een museum. De kamer hangt vol foto’s van hen en van Erika, van wie de laatste foto’s laten zien hoe ze een harig wezen baart en eindigt op sterk water.
Morgen komt Liesbeth wordt verteld vanuit het perspectief van de jongens, die niets van de wereld weten, naïef en onschuldig zijn. Door te kiezen voor dit gezichtspunt heeft auteur Olivier Willemsen zichzelf veel speelruimte gegeven. Kinderen begrijpen veel dingen nog niet, willen enkel dat aan hun basisbehoeften, liefde en eten in dit geval, wordt voorzien, en denken in goed en slecht. In dit verhaal gebeuren er vreemde, raadselachtige dingen die meer uitleg zouden kunnen gebruiken om het verhaal beter te kunnen volgen. Transport naar Boedapest in een kooi en een harig meisje dat bevalt van een aap. Zijn dit fantasieën van de hoofdpersonen?
Fotografie speelt er een belangrijke rol in. Het perspectief kun je ook zien als het beeld wat je krijgt wanneer je door de lens van een camera kijkt. De smalle invalshoek maakt dat je niet alles ziet en de focus ligt op een bepaald element, dat niet het belangrijkste hoeft te zijn. Het verhaal lijkt opgebouwd uit korte fragmenten, alsof het een serie foto’s is die achter elkaar wordt getoond. Ze vertellen niet alles, maar zoomen in op bepaalde aspecten. Door die uitvergroting krijg je mooie beschrijvingen als die van de twee littekens op het gezicht van de enge man die Liesbeth meeneemt.
Het waren twee levensgrote, gekruiste littekens, alsof een roofvogel hem met gestrekte poten in zijn gezicht had vastgegrepen en hem had proberen op te tillen.
Het werk doet qua thematiek denken aan Ira Levins Boys from Brazil en Anthony Burgess’ Clockwork Orange, die respectievelijk gaan over medische experimenten en psychologische foltering. Daar houdt de vergelijking dan ook op want beide bestsellers kennen een heldere verhaallijn, zijn spannend, geven voldoende informatie om de verhaallijn te kunnen volgen. In Morgen komt Liesbeth volgen de meest bizarre en huiveringwekkende gebeurtenissen elkaar in rap tempo en zonder logica op. Doordat er net te weinig informatie wordt gegeven, wordt het een verzameling van hoogst verwonderlijke, niet geloofwaardige ontwikkelingen waarvan de helft misselijkmakend zijn. Op de achterflap wordt het gepresenteerd als gruwelijk sprookje, maar misschien is het beter te beschrijven als onvoorstelbaar horrorverhaal dat niet voor iedereen is weggelegd.