Olivia Wenzel (Weimar, 1985) werd geboren als kind van een zwarte vader uit Zambia en een witte moeder uit Oost-Duitsland. Ze studeerde Culturele Studies aan de universiteit van Hildesheim en vestigde zich daarna in Berlijn. Ze heeft zich ontwikkeld als een culturele duizendpoot: ze werkt als dramaturg, muzikant, performer, zangeres en songwriter en schreef in 2020 haar debuut 1000 kronkelwegen angst, dat door Kris Lauwerys en Isabelle Schoepen in het Nederlands werd vertaald. In Duitsland werd haar eerste roman goed ontvangen. Het boek belandde onder meer op de longlist van de Duitse Boekenprijs.
Wenzel karakteriseert haar eersteling als autofictie en als een “coming-out of not being white”. In het eerste deel van 1000 kronkelwegen angst getiteld ‘Points of view’ draait het om een jonge vrouw die is geboren uit een kortstondige relatie tussen een jonge punkster uit de DDR en een Angolese man. De avontuurlijke moeder had zich een leven samen met deze man voorgesteld in Angola, maar haar uitreisvisum wordt enkele maanden na de geboorte van haar tweeling geannuleerd. In plaats daarvan belandt ze in de gevangenis en krijgt de vader van haar kinderen een nieuw gezin in het verre land. De relatie van de ik-figuur met haar moeder is moeizaam. Zo liet haar moeder haar en haar broer soms maandenlang achter bij een vriendin, terwijl ze zelf met vakantie ging. Met haar Angolese vader heeft ze nauwelijks contact en haar tweelingbroer pleegt op zeventienjarige leeftijd zelfmoord. Na zijn dood gaat de ik-persoon op reis naar de Verenigde Staten.
Afstand tot Duitsland
Hoewel ze soms last heeft van hartkloppingen voelt ze zich bijzonder thuis in New York en vraagt ze zich af wat daarvan de oorzaak zou kunnen zijn. De vrijheid en onbevangenheid die ze in de Verenigde Staten ervaart, laten haar vanuit een ander perspectief kijken naar haar geboorteland Duitsland. Ze ontdekt dat ze in haar jeugd veel meer dan ze zich aanvankelijk realiseerde te maken heeft gehad met allerlei vormen van racisme, tegelijkertijd beseft ze dat ze meer privileges heeft dan iemand in haar familie ooit heeft gehad.
Ze herinnert zich dat ze een keer met haar vriend in een Berlijns park was en dat ze niet op durfde te treden tegen een viertal neonazi’s die een gezin terroriseerde. Ze denkt terug aan een theaterzaal waarin ze opmerkte dat ze de enige zwarte vrouw was in het publiek. Door de afstand tot haar vaderland ontdekt ze parallellen tussen de haat die haar vader indertijd in de DDR moet hebben ervaren en de haat die zij en haar broer hebben ondervonden. Ze ziet dat zwarte mensen in de Verenigde Staten systematisch eenzelfde haat meemaken als vluchtelingen die permanent en wereldwijd beleven. Feitelijk raakt ze in de Verenigde Staten steeds meer verscheurd over haar identiteit. De zelfmoord van haar broer is de druppel die ervoor gezorgd heeft dat ze haar greep op de realiteit steeds meer verliest en ten prooi valt aan angsten.
Ingewikkelde stijl
Wenzel hanteert in het eerste deel van het boek een originele maar ingewikkelde stijl. Ze construeert een dialoog tussen haar hoofdpersonage en een onbekende voice-over, waaraan ook nog Engelstalige oneliners worden toegevoegd.
“HEB JE OOIT EEN MISDRIJF BEGAAN?
Nee.
GEEN WINKELDIEFSTAL, GEEN RIT ZONDER KAARTJE, GEEN GRAFFITI GESPRAYD?
… Misschien.
Three strikes and you’re out!
Wat zeg je?
Als je drie keer gepakt en veroordeeld wordt, kun je in sommige gevallen levenslang krijgen – three-strikes law.
Voor graffiti en een lippenstift jatten?
DE VERSCHILLENDE AMERIKAANSE STATEN INTERPRETEREN DE WETTEN NIET ALLEMAAL EVEN STRENG.
All good things go by three!
This is amazing, this is amazing, this is amazing!”
Deze manier van schrijven illustreert de verwarring en de angsten van de ik-figuur. Wenzel laat het aan de lezer over om te ontdekken waar het in haar boek over gaat. De thema’s die ze aansnijdt en weer laat vallen en de zijweggetjes die ze kiest en verlaat zijn zo talrijk, dat het een ware tour de force is om door het eerste deel heen te worstelen. De passages in het Engels vormen door hun oppervlakkigheid een schril contrast met de vaak vergeefse pogingen van de hoofdpersoon om ergens bij te willen horen.
Angststoornissen en slaapproblemen
Het tweede deel van het boek, ‘Picture this’, is wat stijl betreft eenvoudiger te volgen; de schreeuwerige stemmen uit het eerste deel zijn verstomd. Wenzel beschrijft aan de hand van zwart-wit foto’s van de moeder en grootmoeder van de ik-persoon hoe hun verhalen en verleden het heden van de ik-persoon beïnvloeden. Deze beschrijvingen worden afgewisseld met de ervaringen van de ik-persoon met verschillende therapieën en therapeuten. Haar vrienden hebben haar namelijk dringend geadviseerd om hulp te zoeken voor haar angststoornissen en slaapproblemen waar ze in toenemende mate onder lijdt. De toon van het boek is in het tweede deel wat luchtiger en is hier en daar zelfs humoristisch. Alhoewel dit deel beduidend prettiger leest dan het eerste blijft de stijl anekdotisch en is het nog steeds lastig om de verhaallijn vast te houden.
In het derde deel, ‘Vluchtpunten’, herpakt Wenzel de stijl van het eerste deel, met dat verschil dat de Engelstalige stem nauwelijks meer te horen is. Het gaat in het laatste deel van het boek over een reis naar Vietnam. Er lijkt onder invloed van de therapieën wat meer rust te zijn gekomen in het leven van de hoofdpersoon en ze leeft meer mindfull in het hier en nu. De echte reden daarvoor wordt pas helemaal aan het einde van het boek duidelijk.
Origineel maar vervreemdend
1000 kronkelwegen angst is zowel een zeer originele als een vervreemdende roman over de tijd waarin we nu leven. Olivia Wenzel is er de kunstenaar niet naar om platgetreden literaire paadjes te bewandelen. Het wemelt in het boek van bijzondere metaforen over bijvoorbeeld schildpadden en snoepautomaten, maar het is binnen de veelheid van verhaallijntjes en gedachtegangen lastig om ze te kunnen volgen en plaatsen. Het is duidelijk dat ze een scherp oog heeft voor de huidige tijd en dat ze op een vernieuwende manier thema’s als racisme, privilege en afkomst wil aansnijden. De verwarring van het hoofdpersonage is tastbaar en de talloze vragen die zij stelt en die haar gesteld worden zetten ook de lezer aan het denken. Het vraagt echter veel van de lezer om de duizend kronkelwegen die bewandeld worden ook allemaal te volgen.