Nicole Krauss, zo stelt The New York Times, is één van de meest prominente Amerikaanse auteurs en een internationale literaire ster. Ze debuteerde in 2003 met Man komt kamer binnen, dat door de Los Angeles Times werd verkozen tot Book of the Year. Krauss publiceerde verhalen in The New Yorker, Esquire en Best American Short Stories. In 2020 kwam de verhalenbundel Een man zijn uit, in het Nederlands vertaald door Rob van der Veer. De 46-jarige auteur woont in New York, de plaats die naast Tel Aviv meermaals het decor vormt voor de verhalen in Een man zijn.
Moment van omslag
De verhalenbundel bestaat uit tien verhalen die los van elkaar staan. De hoofdpersonen in de verschillende verhalen hebben verschillende leeftijden en zitten in verschillende levensfases, waarmee Krauss toont dat haar schrijverschap niet gebonden is aan het schrijven over één bepaald type personage, alhoewel het wel opvallend is dat ze voornamelijk schrijft over hoogopgeleide mensen; in bijna elk verhaal wordt wel genoemd dat er een periode aan de universiteit voorbij is of voor de deur staat. Wat veel van de verhalen ook met elkaar gemeen hebben, en wat een belangrijke motor lijkt te zijn in de verhalen van Krauss, is dat de hoofdpersoon een heel duidelijk omslagpunt ervaart of heeft ervaren. Voor het ene personage is dat het besef te moeten stoppen met haar intensieve danscarrière, voor een ander het inzicht dat ze wellicht niet altijd bij haar vriend zal blijven, voor weer een ander de onderkenning dat hij niet veel langer als privésecretaris voor de grootste landschapsarchitect van Latijns-Amerika kan blijven werken. Een erg mooi verhaal waarin zo’n omslagpunt ook zit, gaat over Tamar, wier moeder ineens bezoek krijgt van een buitenlandse man die volgens de sociale dienst haar echtgenoot is. Alhoewel Tamars moeder zeker weet dat dat niet waar is, omdat haar man begraven ligt op de Yarkon begraafplaats, ontstaat er toch een band tussen haar en de vreemde ‘echtgenoot’. Tamar vertrouwt de vreemdeling niet en laat dat ook merken. Als een familielid, een baby, in het ziekenhuis belandt, is het echter de vreemdeling die zachtjes voor de zieke baby zingt. Tamar realiseert zich op dat moment dat de man een geschenk is voor haar moeder en voor de familie: ‘samen met het inzicht dat de mensen die vanuit het niets en nergens bij ons arriveren altijd alleen maar dat zijn: een geschenk dat we hebben ontvangen zonder er willens en wetens om te hebben gevraagd, met alleen de verwondering dat het leven telkens weer geeft en geeft’ (p. 241).
Naderend onheil
De titel van de verhalenbundel doet vermoeden dat de verhalen draaien om man-vrouwverhoudingen en alles wat daarbij komt kijken. En ja, liefde, seks en relaties spelen een grote rol in de verhalen: ‘[…] en probeerden te midden van alle verwarring binnen hun generaties iets te zeggen over wat het was om een man te zijn en wat het was om een vrouw te zijn, en of er van beide gevallen gezegd kon worden dat ze gelijk waren, of verschillend maar gelijk, of niet’ (p. 252). De vrouw wordt hierin vaak neergezet als krachtig en onafhankelijk, waarbij zij meerdere malen macht heeft over de man. Toch gaan de verhalen over veel meer dan over man-vrouwverhoudingen. Het gaat namelijk ook over geweld en wanorde. Door de hele bundel heen voel je gevaar naderen. Waar in het ene verhaal gasmaskers aan het Amerikaanse volk worden uitgedeeld, daar laait in het andere verhaal een ernstige bosbrand op. In het ene verhaal lezen we over een vluchtelingenkamp, en in een ander verhaal worden (vermoedelijk) joden in het geheim onder een laag beton begraven. De Holocaust is aanwezig in de gedachten van veel personages: ‘of het vreemd was om als Duitse man in bed te liggen met een Joodse vrouw wier grootouders de Holocaust hadden overleefd’ (p. 253).
Dit naderend onheil is een interessant motief in de bundel.
Een joods betekeniskader
Dat beide ouders van Nicole Krauss joods zijn, laat ook zijn sporen na in haar verhalen. De verklarende woordenlijst achterin de bundel met woorden als ‘bat mitswa’, ‘rebbe’ (rabbijn), ‘talles’ (gebedsdoek) getuigt daar al van. Het joodse geloof speelt veelvuldig een onopvallende rol en veel is symbolisch te lezen. Dit geeft een interessante dimensie aan het werk, omdat de thema’s zoals man-vrouwverhoudingen en geweld nu in interactie met religie zijn. Krauss laat een aantal van haar verhalen afspelen in Israël, met name in Tel Aviv. Alhoewel de religieuze laag veelal op de achtergrond speelt in de verhalen, biedt het joodse kader de verhalen een extra betekenis die verder reikt dan wat je na oppervlakkige lezing zou vinden. Gebeurtenissen en reacties krijgen op die manier meer inhoud. Een belangrijk citaat ter illustratie is dit: ‘[…] maar als je de harde feiten buiten beschouwing laat, is het de gedachte van iemand die geworteld is op twee plaatsen en dus in geen van beide echt kan aarden’ (p. 229). Hiermee wordt de notie van de diaspora opgeroepen, de verspreiding van de joden over de wereld, waarbij zij geen vaste plek hebben kunnen vinden en dus ‘ontaard’ zijn. Dat gevoel van ontworteling komt bij verschillende personages in de verhalen terug. Zo werkt een vrouw in New York, maar voelt ze zich thuis in Israël, ook al was het een bewuste keuze om er vandaan te gaan. De ontworteling van de personages blijkt uit het verlangen van de personages het over een andere boeg te gooien, onder invloed van naderend onheil. Een verteller spreekt ook van: ‘de doorreis naar het niemandsland waar je volslagen weerloos staat’ (p. 270), waaruit ook die ‘ontaardheid’ blijkt.
Korte ontmoetingen
Krauss’ schrijfstijl is prettig en leest vlot, met hier en daar wat humor: ‘Brodman was twee weken dood, maar helaas, na twee weken keerde hij terug naar deze wereld’ (p. 33). De verhalen roepen wel een hele hoop vragen op, waar je geen antwoord op krijgt. Het blijven immers ook korte verhalen, waarin de lezer zich maar even kan hechten aan de personages, en al weer snel afscheid van ze moet nemen. Dat afscheid gaat niet zonder pijn in het hart, maar het is knap dat het Krauss lukt je snel weer een nieuw verhaal in te zuigen. Voor literaire vernieuwing of enorme originaliteit hoef je de bundel niet te lezen, maar Krauss’ verhalen zullen dankzij de universele thema’s zonder twijfel menigeen aanspreken.