In een klein dorp aan de rand van de wereld waar de winter weigert te wijken voor de zomer en de mensen een laagje ijs om hun hart hebben, woont de 11 jarige Nhung. Haar vader is vertrokken, niemand weet waarheen, haar labiele moeder is een prooi voor Chinezen met maffiapraktijken. Nhung krijgt een deel van de verantwoordelijkheid voor bezit en geld op zich geschoven, maar weigert te tekenen voor het overdragen van de achtertuin aan de Chinezen.
Fantasie als steun
Daarmee ontspint zich een magisch-realistisch verhaal waarin het meisje op zichzelf is aangewezen en de auteur haar als steun een fantasierijke geest meegeeft. Bezit hebben Nhung en haar moeder niet, de achtertuin is van de gemeente en de handtekening van een kind van elf is sowieso waardeloos.
Dam wil kunst maken
Nhung Dam (Groningen, 1984) is actrice en theatermaker. Vóór Duizend vaders schreef ze enkele toneelstukken die ook in het Duits en Engels zijn vertaald. Bij de roman heeft ze zich laten inspireren door ‘Schrijvers van hier en daar, schrijvers van toen en nu,’ zoals achterin te lezen staat. Soms is daarvan iets voelbaar, manifesteert zich een vage herkenning zonder dat duidelijk wordt wat die precies inhoudt. Net als in Duizend Vaders zijn Dams ouders Vietnamese bootvluchtelingen. Niet dat het boek een autobiografie is. In een interview met het Dagblad van het Noorden zegt ze: ‘Ik wilde kunst maken. Literatuur maken. De ingrediënten die ik tijdens mijn jeugd heb meegekregen heb ik optimaal gefictionaliseerd. Dat mijn hoofdpersoon ook Nhung heet, maakt deel uit van een spel om te zien hoever ik daarin kan gaan.’
IJzig nat dorp
De vader en moeder van het personage Nhung zijn Vietnamese vluchtelingen, ooit aangeland in het dorp Beiahêm – terug te voeren op het Groningse Beijum – omgeven door water. Behalve haar ouders krijgt ook Nhung, daar geboren, te maken met discriminatie, net als de andere allochtonen die er wonen. De witte mensen in Dams verhaal zijn conservatief en oppervlakkig.
De vader van Nhungs beste vriendin Moes lijkt zich over Nhung te willen ontfermen, waar Nhung zich aan onttrekt, totdat een groep mensen besluit te vertrekken uit het ijzige, natte dorp en Moes’ vader haar overhaalt mee te gaan. Dan gelooft zij in zijn goede bedoelingen. Voor het vertrek is wel geld nodig en Nhung verkoopt de meubels om het bedrag bij elkaar te krijgen. Haar moeder is dan al opgenomen in een psychiatrische instelling.
Straf
Nhung vlucht in boeken en verhalen waardoor haar eigen fantasie gestimuleerd wordt. Soms vindt ze een willig oor in Amour, een bohemien die zijn boot in het dorp heeft afgemeerd en aan wie ze een brief voor haar vader geeft in de verwachting dat hij die zal bezorgen. Haar gedachten vertellen aan haar beste vriendin Moes, of aan een vriendje dat haar iets meer lijkt te begrijpen dan andere kinderen, levert consequent reacties van verbazing en desinteresse op. Op school moet zij als straf voor haar fantasie tegen het plafond zweven.
Ongeloofwaardige situaties
Met dit soort scènes dendert het surrealisme binnen. Waar dit bij schrijvers als Murakami, Marquez en Veiga (om maar een paar willekeurige te noemen) volstrekt geloofwaardige situaties oplevert, schiet Dam hier te ver door, en wel zo ver dat de spanning eerder af- dan toeneemt.
Goed surrealisme of magisch realisme, hoe onzinnig ook, overtuigt. In dit boek is wat meisje Nhung allemaal doet en meemaakt vaak ongeloofwaardig. Hoe ze geld verzamelt voor het vertrek en de knullige manier waarop ze het weer verliest roept niet eens medelijden op. Dat het geld baadt in de rode verf is wel weer een mooie vondst.
De scène in het casino van de Chinezen daarentegen, waar Nhung haar rechten komt opeisen, heeft een hoog realiteitsgehalte. Helaas wordt dat weer teniet gedaan omdat er administratieve taken worden afgehandeld in aanwezigheid van allerlei klanten die niets met de zaak te maken hebben. En dat is weer net niet vreemd genoeg om de situatie een magisch sfeertje mee te geven.
Caleidoscoop
Het boek heeft een lichte toon en deze lichtvoetigheid gecombineerd met de fabuleuze gebeurtenissen en de aan de oppervlakte blijvende personages scheppen afstand. Hoeveel waanzin, bloed en kou er ook komt kijken in Nhungs leven, veel emotie brengen haar belevenissen niet teweeg. Pas als Nhung op het einde met verraad te maken krijgt, weet de schrijver ontzetting op te roepen.
Ondanks een veelheid aan fantasie, surrealistische uitspattingen en vergaande imaginaties zit Duizend vaders goed in elkaar. Dam wekt de indruk te weten wat ze doet en gezien haar uitspraak dat ze kunst wilde maken en als spel wilde zien hoe ver ze kon gaan, zal dat zeker zo zijn. Voor de lezer is haar roman als een caleidoscoop: prachtige kleurige patroontjes, mooi om naar te kijken maar te veel om lang te boeien en houvast aan te ontlenen. Als Nhung Dam haar bedenksels iets meer in toom weet te houden, zal zij nog fascinerende boeken kunnen afleveren.