Het pistool op de omslag suggereert in combinatie met de titel een drama, waarbij een verliefd jong stel er na een wilde achtervolging samen een einde aan maakt. Dit boek van de Vlaming Paul Baeten Gronda, dat ik als laatste las van de vijf genomineerden voor de Academica Debutantenprijs, heeft echter een laag Thelma en Louise-gehalte, al is drama zeker niet afwezig.
Het verhaal begint met een brief die Max Venkenray eigenlijk pas aan het eind van het boek aan zijn vader Staf schrijft die in het ziekenhuis ligt. Hoofdpersoon Max is een getraumatiseerde jongeman uit een gezin met een moeder, Milly, die doctor in de psychologie is en een vader, Staf, die met de familietraditie om notaris te worden heeft gebroken en een links journalist is geworden. De slechte relatie tussen de ouders is van invloed op het trauma dat Max oploopt. Zijn jongste broer Roy zou niet verongelukt zijn als de vader niet op dat moment bij zijn lief was geweest. Max heeft na de dood van Roy zijn intrek genomen in hotel Splendid en verbrast aldaar de erfenis van zijn rijke opa.
Het verhaal speelt zich af gedurende drie dagen. In Eergisteren wordt Max eenentwintig jaar, in Gisteren valt zijn vader uit een raam en in Vandaag besluit Max om het hotel te verlaten.
Aanvankelijk leek het op een lach-of-ik-schiet boek met veel gortdroge humor getuige one-liners als: ‘Nachten zijn nu eenmaal kil, anders waren het wel dagen geweest.’
Paul Baeten Gronda grossiert in algemeenheden, die soms verrassend zijn: ‘Als je net eenentwintig bent en al naar de raad van oude vrouwtjes luistert, dan kan je evengoed in de provincie gaan wonen om de bomen te zien groeien.’ Hij mengt keurige taal met platvloerse opmerkingen: ‘Omdat blijven zoeken naar iets wat je toch nooit vindt geen zin heeft, en omdat ik moest pissen, ging ik uiteindelijk terug naar Hotel Splendid.’
Al snel wordt echter duidelijk dat het gebrek aan persoonlijke smaak en eigenheid voortkomt uit de geestelijke pijn die Max lijdt na de dood van zijn broer Roy. In de aanhef van de brief aan zijn vader schrijft Max dat alles porno is geworden. Max zou het liefst inslapen en niet meer gewekt worden. Na de dood van zijn broer heeft Max zich teruggetrokken in een onpersoonlijke hotelkamer. ‘Nooit meer intimiteit, misschien was dat mijn redding,’ zegt Max daarover.
Zijn leven wordt niet vrolijker van de omgang met Jimbo, een metalverzamelaar, terwijl hij zelf de voorkeur geeft aan bluegrass. Een vriend van Jimbo speelt de hele dag computerspelletjes en verkoopt drugs aan de achterdeur. Het meisje Elise die hij ten tijde van het sterven van Roy in het ziekenhuis ontmoette, gaat nooit verder dan in die akelige tijd toen zij zich over hem ontfermde. Met zijn oudere broer Gert-Jan, een kunstenaar, heeft Max een slechte verstandhouding. De eenzaamheid hangt als een dikke lucht om Max heen.
Als ik de genomineerde boeken voor de 15de editie van de Academica Debutantenprijs met elkaar vergelijk kom ik op Paul Baeten Gronda als winnaar uit. Wat betreft compositie en stijl geef ik aan hem de voorkeur. Hij schrijft mooie korte stukjes proza, die als een legpuzzel in elkaar vallen. Ook de bijzondere omstandigheden, waarin iemand verkeert, zoals in de hotelkamer, vind ik literair gesproken, net iets boeiender dan het aangrijpende relaas over de indoctrinatie van Kieke door een geloofsgemeenschap in Blinde wereld van Ellen Heijmerikx. Tegelijk vind ik het jammer dat er dit jaar geen boeken genomineerd waren als Zeewater is zout, zeggen ze of Monografie van de mond.
Nemen wij dan samen afscheid van de liefde
Auteur: Paul Baeten Gronda
Verschenen bij: Uitgeverij De Bezige Bij (2008)
Prijs: € 15,90
De winnaar van de Academica Debutantenprijs wordt 16 september 2010 bekend gemaakt.