In het algemeen en gedurende de afgelopen twee jaar in het bijzonder, hebben boekwinkels het lastig gehad in Nederland. Zo ook de boekhandel van Helen Brand, de hoofdpersoon van het nieuwe boek van Nelleke Noordervliet getiteld Wij kunnen dit. Zij bestiert een winkel in Rotterdam in haar eentje maar teert vooral in op haar reserves. Het feit dat ze door een aangeboren handicap niet goed kan lopen, maakt het voor niet gemakkelijker. De zaak, die ze overnam van haar vader, lijkt ten dode opgeschreven. ‘Heel langzaam was dit echec aan komen wandelen, vanaf de introductie van het internet, de e-boeken, Bol en Amazon, ontlezing, zonder aarzelen, recht op het doel af, de onafwendbare genadeklap voor Boekhandel Brand. Ze gaf zichzelf en de winkel hooguit twee jaar bij ongewijzigd beleid en doorgaande daling van de inkomsten.’
Verandering
Helens leven wordt opgeschrikt door ene Leo Wasserman die allerhande dure boeken aanschaft over de geschiedenis van Rotterdam. Leo blijkt een geslaagde ondernemer die zijn bedrijf voor de nodige miljoenen verkocht heeft en bezig is zijn eigen geschiedenis te herontdekken. Ze vinden elkaar wel leuk – althans daar lijkt het op, maar zijn wat te ongemakkelijk met elkaar om dat ook daadwerkelijk uit te spreken.
Helen en Leo beginnen daarom een wat hoogdravende e-mailcorrespondentie, waarin zij zich voordoet als de dichteres Sappho en hij zich de rol Anamixander aanmeet, een presocratische filosoof. In die brieven voelen ze zich kennelijk wél vrij hun gevoelens te uiten in hoogdravende, wat lyrische bewoordingen. Dat dat gekunsteld is, voelen ze zelf ook wel aan: ‘Ook deze brieven zijn in zekere zin belachelijk. Surrogaat-aanwezigheid. In een surrogaat-werkelijkheid. Zwevend in een eigen tijd. (…) Waarom vluchten we toch in illusie?’ De lezer bekruipt soms hetzelfde gevoel; zeker gezien de veelheid aan brieven en mails die niet altijd evenveel bijdragen aan het verhaal. Waren echt al die mails noodzakelijk?
Voorgeschiedenis
Hoewel Helen en Leo heel erg verschillend zijn – dat ligt er gelet op hun achternamen misschien wel wat te dik bovenop – groeien ze steeds meer naar elkaar toe, en krijgen uiteindelijk zelfs een relatie. Beiden proberen, als veertiger, de relatie als een soort nieuwe start te zien waarin de vroegere relaties geen rol meer spelen; zij kunnen dit (of hopen dat te kunnen). Toch blijft in het vage waarom die vorige relaties uitgewist zouden moeten worden. Heeft Helen te maken gehad met een heel nare man? Waarom viel Leo steeds op de verkeerde vrouwen? De lezer komt het niet te weten.
Of het moet door de traumatische jeugd van Leo zijn, die op zijn vijftiende zijn ouders verloor bij een vliegtuigongeluk. Hij probeert dan ook, terwijl hij ook nog een nieuwe app ontwikkelt, zijn familiegeschiedenis te reconstrueren, daarbij geholpen door een wat mysterieus figuur genaamd P.V. Spin die telkens in een ander gedaante opduikt. Het blijft gedurende het hele boek onduidelijk wie of wat die P.V. Spin nu precies is.
Pandemie
Terwijl dat zich afspeelt slaat de coronapandemie toe. De taal en de gebeurtenissen van dat moment komen op de lezer (nu al) bijna clichématig over. De anderhalve meter, de ontsmettende handgel, ventilatie, afhaalloketten, thuiswerken, het uitkijken naar een vaccin, het voelt op een bepaalde manier sleets, hoewel dat Noordervliet niet per se te verwijten valt.
Tegelijkertijd zijn die herinneringen ook heel vers, wat ervoor zorgt dat kleine omissies meteen opvallen, omdat je ze zelf nog zo levendig herinnert. Leo gaat bijvoorbeeld doodleuk boodschappen doen terwijl hij in quarantaine zit, wat niet mocht en bovendien niet past bij zijn personage. Daarnaast lijkt Helens boekhandel telkens open te zijn tijdens de harde lockdown. Ook dat stoort aanvankelijk bij lezing omdat je weet dat dit simpelweg niet zo was; boekhandels moesten in vrijwel alle lockdowns als één van de eerste dicht.
Een gedachte die zich opdringt is dat de openstelling van Helens boekhandel misschien wel een protest is van Noordervliet zelf -of Helen- tegen het feit dat boeken en hun verkopers kennelijk niet essentieel genoeg waren tijdens de lockdowns. Je zou kunnen zeggen dat Noordervliet toch een subtiel ander universum creëert waarmee ze zich in staat stelt de houding te bekritiseren van de Nederlandse overheid om boeken en hun verkopers niet als essentieel te beschouwen via datzelfde medium, wat een mooie en ingenieuze manier zou zijn om op die manier haar mening daarover naar voren te brengen.
Hoewel vlot en geestig geschreven overtuigt Wij kunnen dit niet helemaal. De verhouding tussen Leo en Helen blijft uiteindelijk toch een beetje aan de oppervlakte. Ook het opgediepte verleden van Leo, ondanks uitgebreide conversaties met P.V. Spin, is uiteindelijk niet zo interessant. Het is alsof Noordervliet te veel thema’s wilde behandelen: én ontlezing, én corona, én een traumatisch verleden, én een rollenspel van twee klassieke schrijvers, én een ingewikkelde relatie – het is simpelweg te veel. Dat lijkt ook de reden dat veel van die thema’s uiteindelijk aan de oppervlakte blijven.
Wellicht had het boek eigenlijk beter over een aantal jaar geschreven kunnen worden, wanneer we weten op welke manier we ons de afgelopen twee jaar zullen herinneren. Je kunt de geschiedenis misschien ook te veel op de hielen willen zitten.