De ‘Grote Afrikaanse Roman’ lijkt in de lift te zitten. Nadat de in voorbije zomer Kintu van de Oegandese Jennifer Nansubuga Makumbi de bestsellerlijsten aanvoerde, is er nu niets dan lof voor De rook die dondert, debuut van Namwali Serpell en het Zambiaanse antwoord op Kintu. Serpell is geboren in Zambia, maar woont sinds haar negende in de Verenigde Staten. Heden ten dage is ze gerenommeerd hoogleraar Engels aan Berkeley University en wordt ze beschouwd als een van de meest veelbelovende Afrikaanse schrijfsters.
Verschillende genres
De rook die dondert is een ambitieuze roman die speelt tegen de achtergrond van de nieuwe staat Zambia. In een tijdspanne van 120 jaar schetst Serpell het ontstaan en de groei van een natie, met alle problemen en gevoeligheden die ermee gepaard gaan. Ze doet dat op een weergaloze manier. Serpell mixt verschillende genres bij elkaar om zo te komen tot de referentieroman van deze prille staat: zowel de historische roman als de liefdesroman komen aan bod, maar evenzeer thriller en sciencefiction, familiekroniek en psychologische roman, dit alles overgoten met een flinke saus magisch realisme.
Voor de lezer die graag een rechttoe rechtaan verhaal heeft, is het misschien overdreven. Het is immers zaak de hele tijd de onderlinge relaties goed in de gaten te houden. Serpell laat heel wat thema’s aan bod komen in haar grote roman: kolonisatie, racisme, gendergelijkheid, feminisme, liefde, AIDS, nieuwe technologische ontwikkelingen. Dat maakt het boek zo rijk, maar ook ingewikkeld en soms moeilijk om te volgen. Gelukkig heeft ze een stamboom toegevoegd om de onderlinge relaties steeds goed te kunnen bij houden.
Drie oermoeders
Het boek begint en eindigt bij de Victoriawatervallen en de Kambezi-dam. Vandaaruit volgt de lezer de lotgevallen van drie generaties wier lot op wonderbaarlijke wijze met elkaar verbonden lijkt. De drie stammoeders hebben nochtans verschillende achtergronden. De Italiaanse Sibilla, die een afwijking heeft – ze is namelijk overal behaard – volgt haar geliefde om in Zambia een nieuw leven op te bouwen. De veelbelovende Britse tennisspeelster Agnes wordt plots blind, ze wordt verliefd op een zwarte ingenieur en gaat er met hem vandoor naar Zambia.
Daarnaast is er de autochtone Matha, wonderkind tegen wil en dank, maar aangezien meisjes geen onderwijs krijgen in Zambia, doet ze zich voor als jongen om toch te studeren. Ze wordt opgenomen in het Zambiaanse ruimtevaartprogramma, maar wordt ongewenst zwanger en moet noodgedwongen de wetenschap verlaten. De kinderen en kleinkinderen van deze drie oermoeders groeien in vaak moeilijke omstandigheden op in het pas opgerichte Zambia en worden door het lot steeds dichter naar elkaar toe gedreven tot ze in een zinderende finale (in de nabije toekomst) een nieuwe revolutie ontketenen.
Serpell heeft heel veel research gedaan. Heel wat zaken zijn historisch correct, maar ze overdekt alles met een laag fictie. De stijl is zeer direct en beschrijvend, dat maakt het nochtans lijvige boek aangenaam en vlot om lezen. De personages zijn bijzonder goed en gedetailleerd uitgewerkt, levensecht en geloofwaardig, ondanks de soms bizarre gebeurtenissen. Matha, bijvoorbeeld, is een historische figuur die deel uitmaakte van het historische Zambiaanse ruimtevaartprogramma, het Afrikaanse antwoord op de Amerikaanse en Russische race naar de maan. Eigenlijk meer propaganda dan een echt ruimtevaartprogramma, geleid door revolutieleider Nkoloso. De manier waarop Serpell dit deel beschrijft is ronduit schitterend.
Actualiteit versus science-fiction
Hoewel het dus historisch correct is, beschrijft ze dit onderdeel met heel veel ironie en humor en ziet de hilariteit ervan in. Serpell slaagt erin de kritiek op corruptie en onderdrukking op een omfloerste, maar toch duidelijke manier weer te geven. Ook speelt ze graag met motieven. Een van de belangrijkste motieven is ongetwijfeld: hoofdhaar. Haar speelt een belangrijke rol in het leven van nagenoeg alle hoofdpersonages, en met de haargroei of het verlies van haar gaan levens gepaard.
De beschrijving van de race naar een vaccin tegen het Virus (AIDS) doet akelig actueel aan en schetst de problemen waarmee men geconfronteerd wordt bij de ontwikkeling van vaccins. In het laatste deel, puur science-fiction, zoomt Serpell in op de technologische evolutie en beschrijft ze hoe de Afrikaanse bevolking wordt gebruikt als proefkonijn bij verschillende vernieuwingen. Tegelijk probeert ze de weerbaarheid van de kleine revolutionairen te schetsen die niet zomaar geloven in de voordelen van de grote technologische revolutie.
De rook die dondert is een huzarenstuk geworden: rijk aan genres, rijk aan thema’s, rijk aan kleurrijke personages. De beeldende stijl zorgt ervoor dat de lezer zeer betrokken raakt bij het gebeuren, ondanks de soms bizarre gebeurtenissen. Serpell geeft een mooie inkijk op kolonisatie en vooral dekolonisatie en de gevolgen van een zich steeds sneller ontwikkelende maatschappij. Met dit debuut heeft ze zich onmiddellijk op de kaart gezet als betekenisvolle wereldliteratuur schrijver.