Sea, seks & witlof bevat een twintigtal korte verhalen van debutante Michelle van der Kind, docente Nederlands, geboeid door het schrijverschap. Ze heeft meegedaan aan enkele schrijfwedstrijden die tot eerdere publicatie van een paar verhalen hebben geleid en een deelname aan de Schrijversacademie hebben opgeleverd.
Een verpletterende wereld
Achter de op het eerste gezicht vrolijke titel gaan diep trieste verhalen schuil over eenzaamheid, verdriet, machteloosheid, het overgeleverd zijn aan een verpletterende wereld. In het ene verhaal is het de dagelijkse sleur die iemand sloopt (zoals de jonge moeder in ‘Vieze ruiten’ die alle uitzicht op betere tijden kwijt is). In andere verhalen drukt het verdriet om het aanstaande afscheid van een stervende vader de hoofdpersoon naar beneden (‘Oelewapper’, ‘Margatsni Hotel’, ‘Et Cetera’). Het onvermogen met anderen contact te maken en het bittere verlangen ernaar spreekt echter uit alle verhalen. Verhalen die stuk voor stuk gaan over doodgewone mensen (een zelfscancaissière, een postbode, een leraar…) in banale situaties die gaandeweg absurde proporties krijgen.
De personages worden door hun omgeving over het hoofd gezien en komen op een moment, dat ze trouwens zelf niet zien aankomen, in opstand, in een wanhopige poging eindelijk opgemerkt te worden. In het verhaal ‘Chloor’ is het een vader die in verzet komt tegen zijn eigen onzichtbaarheid en die van zijn afzwemmende dochter met kennelijk eveneens ‘een neutraal uiterlijk’, aangezien ze door de zwemleraar genegeerd wordt. In ‘Kapot’ is het een onvervulde en tegelijkertijd angstaanjagende kinderwens die een jonge vrouw van haar partner doet vervreemden.
Dolende mensen
De hoofdfiguren zijn dolende mensen. Soms dwalen ze letterlijk door een gebouw (zoals in ‘Margatsi Hotel’ waaruit geen deur naar buiten lijkt te bestaan, of in ‘Touw’, waar een grachtenpand van binnenuit als een berg beklommen wordt), door een streek (‘Track-and-trace’) of op zee (‘Blauwe Engel’). Maar het is vooral figuurlijk dat ze de weg kwijt zijn. Behalve doodgewoon zijn ze ook doodongelukkig, weten zich geen raad.
Het vreemde is dat je je als lezer moeilijk of zelfs helemaal niet met de personages en hun eenzaamheid kan identificeren. Of de verteller nu een ‘ik’ of een dwingende ‘jij’ of alwetend is, Van der Kind weet door middel van achteloos geschetste alledaagse scènes een beklemmende sfeer op te roepen. Toch klopt er ergens iets niet, maar leg daar maar eens de vinger op. Is de absurditeit te ver doorgevoerd, waardoor elk raakvlak met de werkelijkheid verloren gaat? Ligt het onheil, de kneuterigheid, het sneue er te dik bovenop? De meeste verhalen lijken scènes uit een absurde film; het openingsverhaal, dat ook de naam aan de hele verhalenbundel geeft, illustreert dit perfect. Bizarre seksorgie in een supermarkt. Wat moet je ermee?
Zin in/of waanzin
‘Het is alsof ze het expres doet: de hele dag zegt ze nauwelijks iets, maar als ik thee ga zetten en bij de razende waterkoker moet wachten, begint ze opeens te praten.’
Een zekere ironie, helaas nauwelijks in deze bundel aanwezig, kan niet meer dan een flauwe gniffel uitlokken. Voor de rest lijken de verhalen eerder probeersels, doen ze onvoldragen aan. Van der Kind besteedt veel aandacht aan de opbouw, (te) weinig aan de afronding, waardoor een verhaal tenslotte als een plumpudding in elkaar zakt. Daardoor verliest het aan zeggingskracht, pakt het minder, stelt zelfs teleur of irriteert door de ééndimensionale absurditeit: het zoeken van zin in waanzin heeft iets gekunstelds.
Kabbelend vertellen
Soms is het vrijblijvende van een verhaal wel functioneel. In het verhaal ‘La Drôme’ hangen ouders voor hun tent op een Franse camping; ze slurpen prosecco en zitten slap te ouwehoeren met de buren, terwijl ze de gedachte aan hun zoontjes wegduwen, die op dat moment op opblaasbeesten de wilde rivier op gaan. Hier strookt de lamlendigheid van de personages volledig met Van der Kinds kabbelende manier van vertellen zonder climax. Zo ook in het verhaal ‘Blauwe Engel’, waarin een oude eenzame dame bevangen door dierbare herinneringen met een boot het meer opgaat terwijl een storm zich aankondigt. Het suggereren volstaat en het levert een goed verhaal op. Alle reden om toch uit te kijken naar de volgende verhalenbundel van Michelle van der Kind.