Gesignaleerd door de redactie:
Mijn naam is Legioen is Menno Wigmans eerste dichtbundel sinds zes jaar. ‘Ik leefde snel en telde af, dat was toen mode’, dicht Wigman in zijn nieuwe bundel. De dandy van de desillusie, zoals een criticus hem ooit noemde, kijkt terug op de eerste tien jaar van de eenentwintigste eeuw en doet dat in vastberaden, aangrijpende en soms ronduit pijnlijke gedichten.
Of Wigman nu over chatrooms, porno, tuincentra, massavaccinaties of jeugdvandalisme schrijft, steeds is zijn toon die van een klassieke dichter en maken zijn gedichten de indruk er altijd al te zijn geweest. Zoals Guus Middag in nrc Handelsblad schreef: ‘Wigman wil als een van de weinigen niet behagen. Hij gaat zijn eigen gang. (…) Hij spreekt voor zichzelf, maar ook meteen voor iedereen – dat is het bijzondere.’
Menno Wigman (1966) is dichter, vertaler en essayist. Voor hij in 1997 met ‘s Zomers stinken alle steden debuteerde, gaf hij in 1984 zijn eerste bundel Zaad en as in eigen
beheer uit. Zijn dichtwerk wordt gewaardeerd om het muzikale ritme en schijnbare eenvoud waarmee ze geschreven zijn. Voor zijn tweede bundel Zwart als kaviaar (2001) ontving hij in 2002 de Jan Campert-prijs. Naast dichter is Wigman vertaler (van o.a. Baudelaire’s De bloemen van het kwaad) en redacteur van het poëzietijdschrift Awater en Meulenhoffs dagkalender van de poëzie. Hieronder een gedicht uit de bundel De droefenis van copyrettes. Een keuze uit eigen werk (2009) van Menno Wigman.
Levensloop
Voor bijna alles heb ik mij geschaamd.
Mijn nek, mijn haar, mijn handschrift en mijn naam,
de schooltas die ik van mijn moeder kreeg,
mijn vader die zich in een blazer hees,
het huis waar ik voor vriendschap heb bedankt.
Maar nu mijn vader aan vijf slangen hangt,
zijn mond steeds heser over afscheid spreekt,
nu hurkt mijn schaamte in een hoek. Hij stierf
zoals hij in zijn Opel reed: beheerst,
correct, zijn ogen dapper op de weg.
Geen zin in dom geworstel met de dood.
Hoe alles wat ik nog te zeggen had
onder de wielen van de tijd wegstoof.
Op 26 januari 2012 draagt Menno Wigman zijn gedichten voor in het Huis van Poëzie. En op wo. 11 januari sprak Jeroen van Kan met Menno Wigman over zijn nieuwe bundel. programma.vpro.nl/deavonden/Dossiers/Boeken.html?