Maxim Osipov – Kilometer 101

Diepzinnigheid in weerbarstige verhalen

Recensie door Helena van Dijk

Maxim Osipov (Moskou, 1963) is een Russische schrijver en cardioloog. De inval van Rusland in Oekraïne was in maart 2022 voor hem aanleiding om via Armenië naar Duitsland te vertrekken. In het najaar van 2022 werd hij voor een jaar als gastschrijver aangesteld aan de universiteit van Leiden waar hij onder meer een cursus Russische literatuur geeft. In Rusland publiceerde hij sinds 2007 fictie en non-fictie. Zijn werk is in achttien talen vertaald. In 2021 verscheen in Nederland de succesvolle verhalenbundel De wereld is niet stuk te krijgen. Eind 2022 verscheen Kilometer 101.

Kilometer 101 begint met het verhaal Sventa, een plaats in Litouwen waar de verteller van het verhaal vroeger vaak met zijn ouders naar toe ging. Hij is inmiddels over de vijftig en merkt op dat de zorgen die hij nu heeft dezelfde zijn als die hij zo’n dertig jaar geleden had: ‘1) geen vuile handen maken, geen morele concessies doen, 2) de gevangenis ontlopen, en 3) niet het moment voorbij laten schieten waarop je voorgoed je biezen moet pakken.’ Met deze opsomming is de toon voor de verhalenbundel gezet.

Sventa is een soort inleiding want het boek bevat vervolgens twee uit verschillende verhalen bestaande delen. Het deel Luxemburg is genoemd naar een stadje in de buurt van Moskou dat vernoemd is naar Rosa Luxemburg, Duits politiek denker en revolutionair socialiste. Het bevat inclusief de novelle Luxemburg zeven verhalen. Het tweede deel van het boek heet Kilometer 101 en bestaat uit drie verhalen, die autobiografischer van aard lijken te zijn dan de verhalen in het eerste deel. Indrukwekkend zijn de ruim tien bladzijden tellende aantekeningen aan het eind van het boek met uitleg over de talrijke verwijzingen in de verhalen. In zo’n aantekening wordt bijvoorbeeld uitgelegd dat de uitdrukking ‘De honderdeerste kilometer’ in het Russisch de term is ‘die de beperkingen aangeeft in de vrijheid voor burgers om zich te vestigen waar ze willen. Tijdens de Sovjetperiode mochten criminelen en andere “ongewenste individuen”, onder wie ook de uit de goelagkampen teruggekeerde politieke gevangenen werden gerekend, zich niet vestigen in grote steden; ze mochten niet dichter dan op 101 kilometer van die steden gaan wonen.’

Weerbarstig

Het eerste deel van het boek is wat weerbarstiger dan het tweede, de keuze om met dit deel te beginnen is daarom opmerkelijk. Het is vooral even wennen aan de manier van vertellen van Osipov en aan de Russische cultuur, waarmee het hele boek doordrenkt is. Vertalers Yolanda Bloemen en Seijo Epema hebben er desalniettemin knap voor gezorgd dat de in het Nederlands stug aandoende Russische manier van vertellen in goed lopende Nederlandse zinnen zijn omgezet. Daarnaast hebben ze ervoor gezorgd dat bij de honderden aantekeningen aan het eind van het boek ook bijvoorbeeld zaken als Russische achternamen of bepaalde typisch Russische gebruiken die een Nederlandse lezer waarschijnlijk weinig zeggen, worden uitgelegd.

Bij het eerste verhaal (Matthew Ivanov, Engelse opening) duurt het lang voor de hoofdrolspeler, een nieuwkomer die een schaaktoernooi heeft gewonnen, geïntroduceerd wordt en ontstaat er voor de lezer een spanningsveld tussen willen weten welke kant het verhaal op gaat of het boek teleurgesteld aan de kant leggen. Volhouden is echter het devies, want eenmaal gewend aan de wat ongebruikelijke manier van vertellen zijn er mooie verhalen te ontdekken. Cape Cod is een voorbeeld van een boeiende vertelling over het echtpaar Sjoera en Aljosja en hun zoon Leo. Ze zijn naar de Verenigde Staten geëmigreerd. Aljosja is zeer succesvol: hij heeft een eigen bedrijf en een tweede huis, maar Leo maakt een keuze die zijn Sovjetouders absoluut niet kunnen begrijpen, maar die wel aangeeft dat Leo op en top geïntegreerd blijkt te zijn in zijn nieuwe vaderland.

Absurdistische scène

In de novelle Luxemburg gaat het over Sasja, die de as van zijn moeder in het stadje Luxemburg wil gaan begraven. Het verhaal is geschreven vanuit het perspectief van een vriend van Sasja, een psychiater, waardoor het verhaal, zoals wel vaker bij Osipov, een wat beschouwend karakter krijgt: ‘Haar dood maakte alleen indruk in die zin dat ik helemaal niet wist dat ze nog leefde. De kwaliteit van een geleefd leven wordt vooral bepaald door het aantal mensen dat afscheid van je komt nemen (vrijwillig dan, niet door je chef gestuurd), […].’ Omdat de naam op het graf joods lijkt (maar niet is), wordt het graf van Sasja’s moeder geschonden door neonazi’s, die eerst de door hem geplante roos stelen en een paar dagen later het graf onteren met ontlasting en hakenkruizen. Sasja besluit tegen beter weten in aangifte te doen. De gesprekken hierover op het politiebureau zijn een prachtig voorbeeld van Russische bureaucratie, maar wonderlijk genoeg lukt het de autoriteiten toch om de daders op te pakken. Sasja vervoegt zich wederom op het politiebureau en belandt in een haast absurdistische scène. De trotse politieagent biedt Sasja namelijk aan dat hij de arrestanten mag slaan, zonder dat de politie tussenbeide komt. Op dat moment beseft Sasja dat hij eigenlijk spijt heeft van zijn aangifte, omdat hij nu niet meer kan voorkomen dat de daders langdurig naar de gevangenis zullen moeten.

Diepzinnig

De drie verhalen in het tweede deel zijn zoals gezegd wat toegankelijker en lijken meer autobiografisch van aard. Zo is Bij ons in N. geschreven vanuit het ik-perspectief van een arts. De volksaard van de Russen komt zo mogelijk nog duidelijker naar voren dan in het eerste deel. De verhalen gaan over angst voor de dood die hand in hand gaat met afkeer van het leven, over alcoholisme en het geweld dat daardoor bestaat binnen gezinnen, over corruptie en smeergeld en over het gebrek aan coördinatie in de zorg. Toch zijn ze nergens zwaarmoedig of negatief. Osipov beschrijft het leven zoals het is en lardeert de verhalen zelfs met hilarische anekdotes uit zijn praktijk als arts. Een patiënt die succesvol twee nieuwe hartkleppen heeft gekregen, biedt hem bijvoorbeeld als dank daarvoor aan om iemand voor hem in elkaar te slaan of om eventueel in zijn plaats naar de gevangenis te gaan. De meest diepzinnige zinnen zijn aan het einde van de verhalen te vinden: ‘De recente gebeurtenissen schuiven over elkaar heen, stapelen zich op, wat gebeurd is vermengt zich met wat nooit gebeurde, maar wat ver in het verleden ligt […] voelt als nabij en vol geluk – nog meer dan toen, oneindig veel meer […].’

Kilometer 101 is een boek om af en toe even weg te leggen om het gelezene te laten bezinken. Wellicht is het zelfs een goed idee om te beginnen met de verhalen uit het tweede deel van het boek. Wanneer je eenmaal gewend bent aan de stijl valt er namelijk genoeg te ontdekken, te verwonderen en te genieten, onder meer van de bijzondere personages, waarvan sommige niet zouden misstaan in een complete roman. Hopelijk vormen de successen die de verhalenbundels zijn geworden een aanleiding voor Osipov om zijn oeuvre daarmee uit te breiden.

 

Omslag Kilometer 101 - Maxim Osipov
Kilometer 101
Maxim Osipov
Vertaling door: Yolanda Bloemen, Seijo Epema
Voorzien van aantekeningen
Verschenen bij: Van Oorschot (2022)
ISBN: 9789028222083
368 pagina's
Prijs: € 25,00

Geef een reactie





 

Meer van Helena van Dijk:

Recent

30 maart 2023

Interessante poging neerlandistiek op een vrolijke manier te introduceren

Over 'Hoera! Een boek' van Jos Joosten
29 maart 2023

Op zoek naar een authentiek leven

Over 'Wat zou Simone de Beauvoir doen? Gids voor een authentiek leven' van Skye C. Cleary
28 maart 2023

Tussen onschuld, misbruik en opportunisme

Over 'De man van het licht ' van Katrien Scheir 
27 maart 2023

Traumaverwerking in naoorlogs Duitsland

Over 'Eindelijk heb je ons gevonden' van Edgar Selge

Verwant