De wederzijdse chantage in De pelikaan, de vierde roman van schrijver en regisseur Martin Michael Driessen, wordt in gang gezet door een contactadvertentie. Een jongere vrouw zoekt een ‘zorgzame, charmante heer’. Josip Tudjman, de bestuurder van een kabeltrein in een Kroatisch stadje aan het einde van de jaren tachtig, zoekt een uitweg uit zijn liefdeloze huwelijk met een schizofrene vrouw en begint met haar een verhouding. De plaatselijke postbode Andrej onderschept de liefdesbrieven, maakt foto’s van het vrijende stel en begint Tudjman ermee af te persen.
De afperser afgeperst
Aan de hand van Andrej en Josip ontvouwt Driessen een wereld van wederzijds bedrog, afhankelijkheid, vermeend heldendom, sluimerend nationalisme en vriendschap. Op de achtergrond speelt de Tweede Wereldoorlog mee, toen Josips strijdmakkers hem met gevaar voor eigen leven meedroegen. Josip was doodziek en kon niet meer op eigen kracht verder. Hij houdt hier een schuldgevoel aan over en wil graag iets terugdoen. Dit verlangen naar het verrichten van een goede daad vormt een van de belangrijkste bouwstenen van deze bijzondere roman, die hoofdzakelijk drijft op de dunne scheidslijn tussen goed en fout. Josip wordt weliswaar afgeperst door Andrej, maar daarmee wil de postbode Josip op het goede pad terugbrengen. Bovendien vindt hij het verwerpelijk dat Josip geld uitgeeft aan kleren en sieraden van zijn minnares, terwijl Andrej er goede daden mee kan verrichten. Josip vindt het op zijn beurt gerechtvaardigd om van Andrej maandelijks een bedrag te eisen, omdat hij erachter is gekomen dat de postbode geld uit enveloppen steelt. Daarnaast heeft hij het geld nodig om zijn afperser te betalen. Driessen laat de lezer een blik werpen op de achterliggende motieven van de hoofdpersonages. Morele oordelen zijn niet aan de orde.
Perspectiefwisselingen
Daarbij maakt hij veel gebruik van perspectiefwisselingen om de intenties en beweegredenen van Josip en Andrej duidelijk te maken, waardoor ze mensen van vlees en bloed worden. Josip vergist zich bijvoorbeeld in de persoon die hem chanteert en Andrej is ondanks zijn verwerpelijke, egocentrische daden een sympathieke, zonderlinge jongeman die affiniteit heeft met de zwakkeren in de samenleving. Uiteindelijk is het Andrej die bij het heldenmonument een heldendaad verricht. Een enkele keer zorgen de plotselinge perspectiefwisselingen voor verwarring, omdat ze plaatsvinden in opeenvolgende alinea’s. Driessen weet er ook een humoristisch effect mee te bereiken wanneer hij de lezer deelgenoot maakt van de gedachten van de verwaarloosde hond Laika, die bang is voor haar nieuwe baasje Andrej.
Symbolen en vergelijkingen
De pelikaan is thematisch een sterk verhaal, waarin zelfopoffering, schuldgevoel en eenzaamheid op verschillende manieren aan bod komen. Driessen verwerkt op een subtiele manier symbolen (de pelikaan, het heldenmonument, de wederopstanding) in zijn roman, maakt prachtige en originele vergelijkingen en bedenkt treffende aforismen. Een voorbeeld: ‘Een principe los kunnen laten betekende misschien eenvoudigweg dat hij zich verder ontwikkeld had als mens’. Een voorbeeld van een vergelijking: ‘Een pelikaankuiken (…) stond op het kadaver van zijn moeder of vader, zelf tot aan het snaveltje zwart van de olie, als een kind na een mislukte verkleedpartij’. Een metafoor, tot slot: ‘Zijn stad die ooit een witte dame was geweest, moest dulden dat de zoom van haar rokken in het slijk hing’. Voor de literaire fijnproever is De pelikaan een feest om te lezen.
Personages belangrijker dan verhaallijn
De enige zwakte van deze uitzonderlijke roman is het gebrek aan een dwingende verhaallijn. Driessen heeft de uitwerking van de personages centraal gesteld en schetst met veel gevoel voor detail een kleurrijk beeld van een Joegoslavisch stadje aan het eind van de jaren tachtig, maar het verhaal kabbelt lange tijd voort: de hoofdpersonen raken verstrikt in een absurde situatie en de dreigende burgeroorlog stelt de vriendschap van oude kennissen op de proef. Pas op het einde gaan de remmen los en worden Andrej en Josip voor de leeuwen geworpen, hoewel Driessen overal zijn afstandelijke, licht ironische verteltoon behoudt. Dat begon al met die contactadvertentie.