Het gebed van Jonathan Simmers is de debuutroman van Martijn Couwenhoven. De hoofdpersoon in deze roman is de veertigjarige schilder Jonathan, wiens moeder tien jaar geleden een einde aan haar leven maakte. Hij realiseert zich dat hij nooit de moeite heeft genomen haar werkelijk te leren kennen. Dat hij geen verbinding met haar heeft gezocht. En tien jaar na haar overlijden, gaat hij dat wel proberen in wat hij een gebed noemt. De aanleiding om dit te doen is een verzoek van zijn vader om na tien jaar geen contact elkaar weer eens te ontmoeten. Hij twijfelt of hij dit moet doen, het is daarom dat hij een poging doet dichter bij zijn overleden moeder te komen. In de hoop dat zij hem – als het ware – af en toe ‘een duwtje in de juiste richting’ kan geven, zodat hij weet wat hem te doen staat. In de hoop dat het virtuele gesprek met zijn moeder de samenhang der dingen, die hem zo vaak ontgaat, kan tonen. Het gebed is geen egoïstisch verlanglijstje, maar een poging dichter bij zijn moeder en daarmee bij zichzelf en bij zijn naaste familieleden te komen.
Virtueel contact met zijn moeder
Jonathan maakt zich grote zorgen om zijn stiefzusje Lieke. In het virtuele contact met zijn moeder vraagt hij voor wat lichtheid in het getroebleerde hoofd van Lieke, om te voorkomen dat zij – net als zijn moeder – een eind aan haar leven maakt. ‘Ik doe een gebed voor Lieke, dagelijks vraag ik zachtjes om wat lichtheid, om rust in haar hoofd, om milde dagen zodat ze het zonlicht kan verdragen’. Lieke vindt de aarde geen fijne plaats om te verblijven, ze wil er niet meer zijn. Jonathan neemt haar in huis om voor haar te kunnen zorgen. Hij ontfermt zich over haar. Ontferming is een oud woord dat in dit verband helemaal op zijn plaats is. Hij trekt zich haar lot aan en zorgt voor haar.
Het leven wordt voor Jonathan wat minder zwaar als hij Nathalie leert kennen, de dochter van zijn oude leermeester Meindert. Er bloeit voorzichtig en zonder haast een harmonische liefde tussen hen op. Er is een nieuwe fase in zijn leven aangebroken, er is een periode voor en na de ontmoeting met haar.
De ogenschijnlijke tegenstelling tussen licht en donker speelt in deze debuutroman een belangrijke rol. Jonathan ziet het niet als absolute tegenstellingen, het ene bestaat bij de gratie van het andere. Hij citeert de schilder Pierre Soulages die zegt dat hij niet met zwart werkt, maar met het licht dat het weerkaatst. Jonathan geeft de voorkeur aan licht dat minder fel is, zoals dat van zwermen vuurvliegjes of van sterren die als het ware gaten boren in de donkere hemelkoepel. Ze komen uit het donker tevoorschijn. Dit woord gebruikt Couwenhoven meerdere malen in dit boek. Schilder Jonathan gaat in zijn werk met verf op zoek naar verlichting. Het is geen toeval dat hij zo houdt van schilders die datzelfde doen.
Schrijven als een schilder
De schrijver van dit debuut is zelf ook schilder. Zijn doeken bestaan uit kleurvlakken die gescheiden worden door dunne gekleurde of witte strepen. De meeste vlakken hebben zachte kleuren en op ieder doek bevindt zich wel een wit vlak of een zwart vlak. De strepen tussen de vlakken accentueren de overgang en vormen ook een verbinding. Zoals hij schildert, zo schrijft Martijn Couwenhoven. Het boek staat vol met lange zinnen, met nevenschikkende verwoordingen, herhalingen, naast elkaar liggende vlakken tekst, gescheiden door komma’s.
Jonathan staat veel stil bij het verleden. Hij zoekt daarin naar lichtpuntjes. Een van die lichtpuntjes is Mara, een pleegdochter die zijn ouders vier maanden in huis namen. Hij herinnert zich haar als een heldere en vrolijke meid. Zowel haar ouders als hij waren een beetje verliefd op haar stralende lichtheid. Zij bracht in dit contactloze gezin voor korte tijd een onderlinge liefdesband tot stand. Als zij naar elders vertrekt, is die band snel weer verdwenen. Jonathan realiseert zich dat Mara bij zijn moeder iets in beweging zette; ze werd zorgzamer, zorg die ze zelf als kind niet had ontvangen. Jonathan leert zijn moeder beter kennen en begrijpen.
Nooit een gewicht samen verplaatst
Zijn vader blijft voor hem een vreemde. Zijn vader en hij hebben, zoals Jonathan het zo mooi zegt, nooit een gewicht samen verplaatst, dat te zwaar was om alleen te dragen. Zijn vader gaf hem als kind geen enkele leiding en ging zijn eigen gang, los van de verlangens van Jonathan. De ontmoeting waarom zijn vader vraagt, loopt voor Jonathan op een enorme teleurstelling uit. Hij wordt erdoor bevestigd in de overtuiging dat zijn vader geen echte aandacht voor hem heeft.
Martijn Couwenhoven heeft een rijk boek geschreven, waarin je blijft lezen. Het is nooit uit, omdat je er telkens nieuwe dingen in ontdekt. Het gebed uit de titel is een zoektocht naar verbinding, naar liefde en genegenheid bij naaste familieleden. De roman laat zien hoe belangrijk zorg voor elkaar is. Door zorg te verlenen kun je iemand verlichting geven. Het taalgebruik van Couwenhoven is beeldend en divers en hij verbindt zijn eigen teksten met talloze, treffende verwijzingen naar poëzie, muziek en beeldende kunst. Het boek nodigt uit om de genoemde kunstenaars op te zoeken op google en spotify en er zo een multidisciplinaire kunstzinnige genieting van te maken.