Mark Haddon blijft achtervolgd door het wereldwijde succes van Het Wonderbaarlijke voorval met de hond in de nacht (2003), een schitterend meesterwerk over een jongetje met het syndroom van Asperger. De romans, Een Akkefietje (2006) en Het rode huis (2012), twee behoorlijke familiedrama’s, kenden niet hetzelfde succes. Met zijn verhalenbundel De Pier stort in (2016) gooide de Britse auteur het over een andere boeg. Zijn verhalen werden duisterder, gruwelijker en vertoonden een duidelijke invloed van de gothic novel. Haddon was echter nog niet klaar met de roman als genre. Met De Dolfijn haalt hij een ware krachttoer uit. Hij exploreert de grenzen van de roman tot het uiterste en brengt metafictie op zijn best in fantastisch proza boordevol actie.
De Dolfijn start met een tragische gebeurtenis. Multimiljonair Philippe laat zijn hoogzwangere vrouw, een Zweedse actrice, met een privévliegtuigje overvliegen vanuit Frankrijk naar Winchester. De onervaren piloot crasht en de enige overlevende is de baby, die ternauwernood uit de moeder bevrijd kan worden. Philippe voedt zijn dochter Angelica alleen op, afgesloten van de wereld en is overbeschermend. Hij eigent zich Angelica toe en misbruikt haar. Als playboy Darius flirt met de 16-jarige Angelica, slaan bij Philippe de stoppen door. Tot zover de eerste veertig bladzijden van het boek. Dan ontpopt het verhaal zich in een onconventionele vertelling en krijgt de lezer een mix voorgeschoteld van verschillende verhalen met dezelfde oorsprong. De lezer wordt van heden naar verleden getransporteerd, van de Klassieke Oudheid naar Shakespeare in een wervelend tempo.
Omzwervingen en tragische gebeurtenissen
Dan is er de vraag: vermoordt Philippe Darius, of kan Darius ontsnappen? Dat blijft wat onduidelijk. Feit is dat we hem even later aan boord zien van het zeiljacht De Dolfijn, maar dat kan ook in de fantasie zijn van Angelica, die als verdedigings- en overlevingsmechanisme voor het misbruik in hongerstaking gaat en zichzelf verliest in verhalen. Wat volgt kan dus evengoed ontsproten zijn aan haar verbeelding. Darius wordt wakker op het schip en is plots de Griekse prins Pericles geworden. Het vervolg van de roman is een afwisseling tussen het hedendaagse verhaal van Philippe en Angelica, en de lotgevallen van Pericles, met alles erop en eraan: schipbreuk en muiterij, hongersnood en pest en bloederige vechtscenes waarbij Darius soms op het nippertje aan de dood ontsnapt. Zijn omzwervingen en vele tragische gebeurtenissen volgen elkaar in snel tempo op, de lezer moet er echt zijn hoofd bijhouden om het overzicht te bewaren. Soms is het even teruggrijpen naar de vorige bladzijde: wie is er nu aan het woord? Vaak lijkt dat Angelica te zijn, maar ze blijkt naast verteller ook gewoon luisteraar te zijn. Er lijkt geen duidelijke lijn te zitten in het verhaal, maar dat is schijn. Haddon navigeert tussen twee werkelijkheden en geeft de lezer met opzet een gedesoriënteerd gevoel mee.
Evenwichtsoefening tussen realiteit en droom
Haddon baseert zijn verhaal op de geschiedenis van Pericles, zoals die beschreven werd in de 17e eeuw door Shakespeare en Wilkins. In dat verhaal ontdekt Pericles de incestueuze relatie van zijn toekomstige met haar vader, een Syrische koning en dan gaat de bal aan het rollen. Hij moet halsoverkop vluchten en alle figuren ondergaan een zware lijdensweg tot het bittere eind. In een subliem intermezzo laat Haddon ook de stervende Wilkins en de geest van Shakespeare aan het woord. Het werk zit boordevol intertekstualiteit en Haddon speelt met de meerdere verhalen, klassieke motieven en verschillende interpretaties.
De Dolfijn is een subtiele evenwichtsoefening tussen realiteit en droom in een verbluffende taal, nu eens voortjagend als een aanstormende trein, dan weer vertragend, even rust brengend om vervolgens weer als een raket de hoogte in te schieten. De rake karaktertekeningen geven het werk nog eens extra glans. De vele vrouwelijke protagonisten krijgen een prominente rol: ze zijn een uiting van het sterke geslacht en overleven met verve de vele ontberingen en tegenslagen, soms ternauwernood, maar ze komen er steeds sterker en meer vastberaden uit. De donkere achtergrond en ongekende wreedheden vormen een ideaal decor om enerzijds de verschrikkelijke ravage te tonen die de mens soms ondergaat, maar anderzijds ook de enorme veerkracht die daar tegenover staat. De verschillende getergde vrouwen uit het verhaal staan hier zeker symbool voor. Haddon is erin geslaagd onder het mom van een spannende avonturenroman die van begin tot einde boeit, een roman over de roman te schrijven die aantoont dat het genre nog lang niet op zijn laatste benen staat, maar toelaat een subtiel spel te spelen met verhaalstof, personages én lezers.