Marja Pruis is geen onbekende in het Nederlandse schrijverslandschap. Haar romans worden steevast genomineerd voor literaire prijzen. Het meest echter wordt Marja Pruis gewaardeerd omwille van haar gevatte columns en essays. In De Groene Amsterdammer schrijft ze al ruim tien jaar over het leven, de zin en onzin van onze dagelijkse riten, de plaats van de vrouw in de maatschappij of gewoon de dingen die zich in haar leven afspelen. In de bundel Oplossingen zijn haar al eerder gepubliceerde stukken aangevuld met nieuw materiaal. Een bundel in vijf hoofdstukken, of liever thema’s, en kreeg als ondertitel Het leven, mijn handreiking. Wie echter kant-en-klare oplossingen verwacht voor existentiële problemen, kan zich de moeite besparen.
Pruis snijdt nogal wat onderwerpen aan die een probleem kunnen vormen. Ze doet dat in haar eigen ironische, maar onvervalste en eerlijke stijl met ironie en humor, waardoor de stukken licht te verteren zijn en een glimlach om de mond brengen. De stukken confronteren de lezer met zeer herkenbare situaties en initiëren soms een plaatsvervangend gevoel van ongemak dat gelukkig in de pointe van het stuk of in de laatste zin wordt weggelachen.
Over liegen en liefde
Het eerste thema dat Pruis aanpakt is getiteld Liegen. Daarin legt ze via een aantal stukjes uit dat zaken achterhouden of iets niet vertellen niet hetzelfde is als liegen. Ze gaat er vanuit dat haar kinderen en haar man haar stukken niet lezen zodat ze niet geconfronteerd wordt met deze problematiek. Hetzelfde thema komt ook nog aan bod in het hoofdstuk Liefde. Ook in de liefde hoeft niet alles gezegd te worden. Er wordt volgens Pruis teveel aandacht gehecht aan het analyseren van situaties, aan het uitpraten. Sommige zaken moet je voor jezelf kunnen houden, ook in een goede relatie. Het mooiste aan de stukjes uit Liefde is de vertedering die naar boven komt. Hier verlaat Pruis vaak het spottende en kritische pad, maar zoomt ze in op de relaties met haar moeder, man, kinderen. Door de herkenbaarheid en de manier waarop het gebracht wordt, raakt Pruis hiermee een gevoelige snaar.
Vrouw in de maatschappij
Pruis schrijft over vrouwen en hun positie in de maatschappij. Daarom zijn haar stukken niet direct zo duidelijk voor mannelijke lezers, waarbij dit niet speelt. Vrouwelijke lezers daarentegen begrijpen ongetwijfeld direct waarover ze het heeft. In Slimste mens slaat Pruis de nagel op de kop. Ze haalt enkele clichés over vrouwen aan – autorijden, oriëntatie, talenkennis – en vraagt zich af waarom vrouwen niets van de wereld kennen. Ze verwijst naar het tv-programma De Slimste Mens waarin vrouwen vaak het onderspit delven. Uiteindelijk komt ze uit bij een emotie dat ook in andere stukken aan bod komt: angst – de angst om beslissingen te nemen, angst om volwassen te worden, angst om alles door elkaar te halen en om verantwoordelijkheid te nemen – een gevoel dat bij haar, en vrouwen in het algemeen, vaak aanwezig is.
Om daar vanaf te komen verwijst ze naar een bij Petrowskaja gevonden woord Luftmensch, wat niets anders betekent dan sukkel of schlemiel. En daarmee eindigt ook haar betoog, met enige zelfspot. Marja Pruis is een kei in zelfspot en het ondermijnen van haar eigen talenten. Doordat ze naar eigen zeggen overal de beste wil zijn, botst ze vaak op de grenzen van haar kunnen. Vooral in het hoofdstuk Over ouder worden speelt ze hiermee en is haar ironie in elke zin aanwezig.
Intertekstualiteit
Waar de lezer moeite mee kan hebben, zijn Pruis’ vele verwijzingen naar en citaten van andere schrijvers. Een belezen iemand zal deze quotes kunnen plaatsen in de grotere context, voor anderen kan het storend werken. Als zou Pruis willen uitpakken met haar grote literaire kennis, toch is het geen etaleren. Ze gebruikt deze verwijzingen vaak om een punt te maken en aan te tonen dat zij niet de enige is die er zo over denkt. Het orgelpunt van de bundel is het stukje Tiptop, een schijnbaar banale opsomming van wensen en raadgevingen en een passend slot voor haar Oplossingen. Een bundel om in te kuieren, om af en toe een stukje in te lezen en te mijmeren. En je af te vragen of jij ook zo over het leven denkt. Vooral als je vrouw bent.