Alles wat je je bij een roman zou wensen, krijg je met de tweede roman van Marijke Schermer (1975) in de schoot geworpen. Sterke opbouw van het verhaal, een thema dat er inslaat, een ontwikkeling die je niet verwacht en met empathie beschreven romanfiguren. Vanaf de eerste bladzijde ontstaat het beeld van een hecht stel dat goed op elkaar is ingespeeld, maar trekt ook de dreiging, die dit schijnbare geluk wil vermorzelen, als een grauwsluier over dat beeld. Je stapt middenin het leven van Bruch (arts) en Emilia (statisticus), hun twee kinderen en de oppas.
Het verhaal begint met de toenadering – tijdens een avondjes uit – van een goede vriend, die Emilia onverwacht van achteren om haar middel pakt en slingert haar uit haar veilige leven van collega, moeder en echtgenote van Bruch. Emilia valt terug in de tijd. De achtergrond van hun beider levens, hun kinderen, vrienden, het huis, zijn net voldoende uitgelicht om alles in het juiste licht te plaatsen.
Emilia en Bruch zijn dertigers als ze elkaar voor het eerst ontmoeten. Ze gaan een aantal keren met elkaar uit, genieten daarvan, hebben plezier. Een langdurige relatie ligt in het verschiet maar dan wordt Emilia op een avond op brute wijze verkracht door een insluiper. Ze is er ernstig aan toe, ligt een week in het ziekenhuis en trekt zich vervolgens drie maanden terug om haar wonden te likken. Al die tijd heeft ze geen contact met Bruch. Wanneer ze na die periode denkt het leven weer op te kunnen pakken, belt ze Bruch voor een afspraak. Als reden voor haar onverwachte verdwijning zegt ze dat ze tijd nodig had om zeker te zijn van haar gevoelens voor hem.
Levensbepalende gebeurtenissen
Ze is niet van plan Bruch te vertellen wat haar is overkomen want: ‘Dat wat er gebeurd is bepaalt mij niet, pleitte ze tegen zichzelf, integendeel: het zal voor mij schuiven en hem het zicht op mij ontnemen.’
De dader wordt niet gevonden maar blijft in het verhaal steeds nabij, je gaat zelfs verschillende mensen verdenken, zoals de broer die toch wel overdreven beschermend is, haar collega die verdacht wordt van seksuele intimidatie, die vriend die altijd komt eten. Maar Noodweer is geen detective, het gaat niet om de dader maar om de relatie tussen man en vrouw in een wereld waarin de man de norm aangeeft. Waarin een man seksuele intimidatie kan afdoen als: Ze was er toch zelf bij? En een vrouw zich schuldig voelt als zij seksueel overrompeld wordt.
Wat niet weet wat niet deert
En wat doet het met een relatie waarin de een iets verbergt voor de ander. Dat is het grondthema in deze roman. Geliefden willen openheid om elkaar te kunnen vertrouwen; geheimen leiden tot wantrouwen. Dat is wat er tussen Bruch en Emilia ontstaat. Sterk invoelbaar laat Schermer zien hoe Emilia en Bruch naar elkaars nabijheid verlangen maar steeds verder van elkaar verwijderd raken door een onuitspreekbare gebeurtenis en dat tussen hen in staat. Al zou Emilia haar geheim willen prijsgeven, ze weet niet hoe.
‘Omdat het haar gewoonte is om dingen niet te vertellen. In de eerste zomer dat ze hem kende, toen ze besloot hem niet te vertellen wat er was gebeurd, zette ze de toon.’
Zwaarder nog dan de verkrachting weegt het feit dat ze het verzwegen heeft voor Bruch. Ze twijfelt of ze goed gehandeld heeft. Ze begint te drinken en verliest stukje bij beetje de controle op haar leven. Wantrouwen neemt het over van vertrouwen en overgave en dan kantelt er iets: Als zij iets verzwegen heeft, kan het best zijn dat ook Bruch een geheim in zijn leven heeft. En: ‘Het is vreemd dat zij al die jaren niets gezegd heeft, maar hoe vreemd is het eigenlijk dat hij haar al die jaren nooit iets heeft gevraagd?’
Tragiek van de liefde
Gelijk met de spanning die er tussen Buch en Emilia oploopt, grijpen de gebeurtenissen van de dag in. Er wordt een storm verwacht en ze moeten eigenlijk hun huis, dat tegen de dijk is aangebouwd, verlaten. De kinderen zijn ergens ondergebracht en Emilia en Bruch draaien om elkaar heen. Als een soort van laatste troef wil ze nog een kind met Bruch, een kind dat alles goed zal maken. Het water stroomt ondertussen hun huis binnen en ze trekken zich terug op de bovenverdieping. Dan doet Bruch, in de nacht dat het water hun huis binnenstroomt, overheerst het gevoel dat het, in al zijn tragiek, niet mooier had kunnen zijn. De apotheose van de roman is dan ook verbluffend onverwach.
Op de bodem van deze roman liggen de pijn en het verdriet van wat niet deelbaar blijkt te zijn. De persoonlijke pijn die in stilte te beheersbaar lijkt, blijkt onverteerbaar wanneer je lief weet van de gruwelijke dingen die jou zijn overkomen. Een neveneffect van liefde is eenzaamheid die deel uitmaakt van dit verbond.
Schrijver Daniel Kehlmann zei in VPRO’s Boeken, dat de perfecte roman niet bestaat, waarmee hij een uitspraak aanhaalde van Jorge Luis Borges: ‘Je hebt perfecte gedichten en verhalen maar geen perfecte romans.’ Als het criterium is dat in een perfecte roman elk woord, elke gebeurtenis op de juiste plaats staat, dan heeft Marijke Schermer met Noodweer een perfecte roman geschreven heeft.