De averij opgelopen in 2016 blijkt onherstelbaar. ‘Hij was verdomme een van mijn oudste vrienden!‘, verzucht Edgar in 2021 bij de herinnering aan het achtste lustrum van zijn studentenjaarclub Honey Ball. Een negende lustrum zit er niet meer in.
Terugblik
Vijf jaar eerder hadden Marcel en hij het achtste lustrum georganiseerd. Ze waren toen nog met zijn vijven over. Hoewel ze elkaar onregelmatig zagen, vormden Edgar, Marcel, Ferdinand, Philip en Xavier altijd een hecht clubje gezworen kameraden. Zij hadden het allemaal min of meer gemaakt in het leven, de een als advocaat, de anderen als wetenschapper, bestuurder en diplomaat. Alleen Xavier zorgde soms voor gefronste wenkbrauwen bij de vrienden. Als politicus was hij verbonden aan een ultrarechtse partij en ventileerde hij zijn standpunten uitvoerig in de media. Hoewel zijn vrienden zijn opvattingen bepaald niet deelden, schaadde dat hun vriendschap niet, want, zo stelden zij, zo is Xavier nu eenmaal. Hij is altijd al erg bezig geweest met politiek en heeft een licht ontvlambaar karakter.
Edgar had zich verheugd want zo’n lustrum was altijd ‘beregezellig’, er werden herinneringen opgehaald, er werd gezongen, gespeecht en vooral copieus gegeten en natuurlijk veel gedronken. Ook deze keer zou dat vast weer het geval zijn.
Maar het liep anders: Kyra van Egmond, een politicoloog en onderzoeksjournalist had besloten een onderzoek in te stellen naar de wortels van het extreemrechtse gedachtegoed van Xavier Wiegman en haar oog was daarbij gevallen op Honey Ball. Zij wilde in het kader van haar onderzoek een gesprek hebben met alle leden van de club. Hiervoor had zij ieder van hen persoonlijk benaderd. Vanzelfsprekend leidde dit bij hen tot de nodige argwaan.
Spookachtig
In zijn boek De schaduw van een vriend belicht Maarten Asscher zo veel mogelijk kanten van wat vriendschap betekent. Edgar doet dit vanuit een basaal gevoel van eenzaamheid en van weemoed over een verloren vriendschap. Voor de viering van het achtste lustrum spreken de vrienden af alle vijf tijdens het diner een tafelvoordracht te houden van maximaal tien minuten, gewijd aan het thema vriendschap waarin zij elkaar niet mogen onderbreken. Deze opzet is gebaseerd op een romantische gewoonte uit de late 18e eeuw. In zijn voordracht verwijst Ferdinand naar een essay van Montaigne over de vriendschap en diens op de Oude Grieken gebaseerde uitspraak dat iemand zich al gelukkig mag noemen wanneer hij zelfs maar de schaduw van een vriend zou leren kennen. Als Xavier het in zijn voordracht over vriendschap echter gaat hebben over Honey Ball als een soort studentenweerbaarheidsvereniging en opgeeft over een vaderland ‘van vreemde smetten vrij’, is voor Philippe, maar ook voor de anderen de maat vol en is de pret voorbij. De avond eindigt in een ijzige sfeer. Asscher onderzoekt de betekenis van vriendschap echter niet alleen als intellectueel item, maar hij laat het de lezer ook doorvoelen in zijn sfeervolle beschrijvingen van de natuur en van de ambiance waarin ontmoetingen zich afspelen. Zo vindt het hoogtepunt van de lustrumviering plaats in een Edgar Allan Poe-achtige setting. Het diner wordt genoten in restaurant Crusoë op een eiland in het IJ met zicht op Amsterdam en spookachtig belicht door een ronduit spectaculaire zonsondergang. Het gezelschap wordt echter, zonder het te weten, in de bediening geassisteerd door serveerster Kyra van Egmond.
Eenzaamheid
Hoewel Edgar de hoofdpersoon is die terugkijkt op het lustrum van vijf jaar geleden, beschrijft Asscher zijn verhaal vanuit een wisselend perspectief. Hij onderzoekt de onderlinge relaties door beurtelings in de huid van een ander te kruipen. Hij hanteert hierbij zowel de ik- als de hij-vorm. Zo schept hij een zekere afstand tot het thema en versterkt hij de algemene geldigheid en actualiteit ervan. Asschers boek is een weerslag van de existentiële eenzaamheid van de westerse mens, wiens liberale maakbaarheidsdenken steeds meer in conflict komt met de problemen van zijn tijd. Zijn boek is een vlucht in de donkere kant van de late romantiek. Het is in zijn opzet ook niet voor niets geschreven als een terugblik van een verbitterde Edgar op een vroegere, niet meer bestaande vriendschap.
Terwijl Asscher zijn hoofdrolspelers met liefdevolle weemoed portretteert, komen de bijrollen minder goed uit de verf. Zij blijven te veel steken in stereotypen. Dit geldt bijvoorbeeld voor Kyra van Egmond, die door Asscher wordt neergezet als een jonge vrouw, activistisch en verblind door het eigen gelijk om een old boys-netwerk bloot te leggen waarin een fascistisch gedachtegoed zou kunnen ontkiemen. Deze stereotypering wordt versterkt door de gezochte verhaallijn rond het gehannes met een mobiele telefoon waarin Kyra de hoofdrol speelt. Hoewel het boek daardoor een wat onevenwichtig karakter krijgt, versterkt het ook het door Asscher gewenste zicht op het grote gemis van een vriendschap van mannen onderling in clubverband. Oppervlakkig gezien ligt de schuld van de opgelopen averij bij Kyra, maar in werkelijkheid ligt deze natuurlijk in zowel de veranderde tijdgeest, waarvan Kyra slechts de representant is, als in een verstarde opvatting van wat vriendschap eigenlijk inhoudt als het verworden is tot een vorm van nostalgische kameraderie.
Vriendschap in tijden van openheid
Asscher heeft een heerlijk boek geschreven, waarin zijn eigen gemis aan oude vriendschapsbanden lijkt door te klinken. In overstijgende zin behandelt hij ook een belangrijk thema waarin de vraag centraal staat: ‘Hoe verhoudt de individuele mens zich tot zijn vrienden en de samenleving, waarin naast begrippen als solidariteit en trouw, ook maatschappelijke betrokkenheid een belangrijke rol spelen?’ Hij raakt daarbij aan verschillende actuele zaken in de maatschappij zoals openheid versus geslotenheid.