Boas is een jonge student die met vier biologen en twee inheemse gidsen op expeditie gaat in de jungle bij de Gunung Kinabalu, de op één na hoogste berg van het Maleisische deel van Borneo. De Gunung Kinabalu bestaat echt en voor de bevolking van Borneo is dit een heilige berg. Hij was in 2015 nog in het nieuws, toen een groep van tien toeristen hier heiligschennis pleegde door naaktfoto’s van elkaar te maken en door op de berg te urineren. Een paar dagen later werd precies dat gebied getroffen door een aardbeving, waarbij minstens twintig mensen omkwamen. Volgens de bewoners van het getroffen gebied was er geen twijfel mogelijk: de berg nam wraak.
Het zal dus geen toeval zijn dat debutant Luuk Imhann deze berg heeft verkozen als plek waar Boas en het groepje biologen op expeditie gaan. Precies op deze berg vindt het ene na het andere mysterieuze voorval plaats. Is dat de schuld van de berg of zorgt de afzondering van de buitenwereld hiervoor?
Mysterieuze verdwijningen
De roman start op dag twaalf van de expeditie. De twee inheemse gidsen van de expeditie hebben de deelnemers al herhaaldelijk op het hart gedrukt dat de berg, waarop zij zich bevinden, leeft en ademt. Mythen over kannibalistische stammen zetten dit kracht bij en maken voelbaar dat hier een totaal andere flow heerst dan in de westerse wereld – door wetenschap en kapitaal gedreven maatschappij – gewoon is. Deze raadgevingen worden door de expeditieleden afgedaan als mooie verzinsels, ze lachen erom. Maar dat lachen vergaat ze langzaam als de één na de ander bezwijkt, gek wordt of verdwijnt.
Naarmate de dagen vorderen, neemt de baardgroei van de mannen toe en de hygiëne neemt in dezelfde mate af. De hoeveelheid ongedierte wordt steeds groter en groter. Continu lopen er beestjes over de tenten, de ledematen en de gezichten van de expeditieleden. Soms in zulke grote kolonnes dat het de strijdkrachten van de Gunung zelf lijken. De toenemende hinderlijke aanwezigheid daarvan gaat gelijk op met de toenemende zorg om de veiligheid van de expeditieleden. Wat door Imhann goed is uitgewerkt; want het zijn vooral die continu terugkerende krioelende insecten die de verstikkende en warme lucht van de jungle beleefbaar maken. De leider van de groep heet niet voor niets Konraad Golding waardoor de link met Lord of the Flies van William Golding snel is gelegd.
Ver van beschaving
De expeditieleden worden teruggeworpen op zichzelf in grillige omstandigheden. Er is geen beschaving om ideeën en gebeurtenissen aan te staven. De menselijke gekte lijkt de maatstaf; wordt een ziek geworden collega geholpen of wordt hij aan zijn lot overgelaten? De abnormale omstandigheden en de individuele overlevingsdrang zorgt er in ieder geval voor dat er weinig keuzes vanuit compassie met de ander worden gemaakt. Wat uiteraard niet zonder gevolgen blijft.
Door de beklemmende sfeer dringt de vraag zich op wat je zelf zou doen in zulke situaties. Net als Boas weet je niet precies wat er nu echt is en wat niet. Er wordt precies genoeg verteld (en weggelaten) om de spanning erin te houden. Deze roman doet je nadenken over de snelheid waarmee een mens kan veranderen van een weldenkend – in een paranoïde mens, als de omstandigheden maar vervreemdend genoeg zijn. Het laat zien wat het wegvallen van iedere vorm van beschaving en maatschappelijke kaders met mensen doet.
Al met al is Paradijs een geslaagd en knap debuut. Wel blijf je gissen naar de achtergrond van de personages om de detective in jezelf meer te bevredigen, maar het antwoord op de vraag ‘wie heeft waar schuld aan?’ is hier niet de hoofdvraag. Wat aan de orde wordt gesteld is het psychologische effect van vervreemdende situaties op weldenkende mensen. Het is een raadselachtige onderneming en bij vlagen spannend. Waar de beeldende schrijfstijl zeer aan bijdraagt en waarin ook de theatermaker Imhann te herkennen is. Een aanrader, behalve misschien als je van plan bent naar Borneo te gaan.