De Australische oud-topsporter Lucia Osborne-Crowley beschrijft in haar boek Ik kies Elena, ‘de roofzuchtige blik van perverse mannen die ons maken tot een object voor publieke consumptie’. Veel vrouwen zullen dit herkennen, sportvrouwen in het bijzonder. Ze vallen ‘zo sterk op dat we op den duur gaan denken dat het alles is wat we zijn. In dat licht willen we ons onzichtbaar maken’. Vandaar dat recent Duitse turnsters als statement op de Europese Kampioenschappen in Bazel verschijnen in een turnpak dat armen en benen bedekt. Er zijn ook andere meningen, zoals die van Jannah Loontjens in haar boek Schuld. Die ‘neiging om je te verstoppen’ beschrijft ze als een patroon. ‘Geweld van mannen wordt hiermee nog niet goedgepraat, wel wordt de verantwoordelijkheid voor wat er zou kunnen gebeuren bij de vrouw gelegd. Ja, als ze dan naar buiten gaat, is het ook haar eigen schuld’.
Osborne-Crowley vindt die opvattingen ook in de Napolitaanse romans van Elena Ferrante. Daarin is het Lilia, een van de twee vriendinnen, die wil verdwijnen, maar dat is niet wat de schrijfster wil. Zij wil juist gezien worden. Dat heeft ze van die andere vriendin, Elena geleerd. Ze kiest voor de opvatting van Elena. Dit alles nadat ze in 2007 als vijftienjarige is verkracht door een volwassen man met een mes op haar keel. Ze verlamde, zoals dat in de traumatheorie wordt genoemd, maar weet toch aan hem te ontsnappen. Vervolgens stort ze op straat in, krijgt later nachtmerries over de verkrachting en gaat fysiek zó achteruit, dat ze niet meer kan turnen zonder blessures op te lopen.
Posttraumatische stress
Ze leest studies over posttraumatische stress, zoals Traumasporen van Bessel van der Kolk en het werk van Peter Levine en Robert Jay Lifton. Mede daardoor is ze zeer goed in staat om onder woorden te brengen wat er met haar lichaam gebeurt. ‘Iemand die een trauma heeft opgelopen, heeft een gevaarlijk overactief (…) zenuwstelsel. Het schakelt de vecht-, vlucht-, of bevriesreactie in zodra het ook maar het kleinste teken van gevaar ziet, of als het wordt herinnerd aan de traumatische gebeurtenis. (…) Het autonoom zenuwstelsel schakelt alle functies uit die niet nodig worden geacht voor het ontsnappen, en stuurt bloed en zuurstof naar de grote spiergroepen, die klaarstaan om weg te rennen. Alles wat niet nodig is om onmiddellijk te vluchten, wordt tot stilstand gebracht.’
Ziekenhuisopname na ziekenhuisopname volgt, de ene na de andere orgaanstoornis steekt de kop op, artsen worden steeds ongeduldiger, het schuldgevoel van Lucia Osborne-Crowley – die inmiddels politicologie en rechten is gaan studeren en zichzelf als ‘journalist’ omschrijft – zwelt aan. Psychiaters proberen haar ervan te overtuigen, dat het allemaal psychosomatisch is. ‘Ik was maanden bezig geweest de ene na de andere arts ervan te overtuigen dat ik mijn lichaam aan het verliezen was, en ze dachten allemaal dat ik mijn verstand had verloren’.
Napolitaanse romans als voorbeeld
Ze gaat meer lezen om te begrijpen wat er met haar gebeurt; boeken van Ann-Sophie Backman, Diane E. Hoffman en Anita Tarzian, John Guillebaud en Esther Chen. In 2010 kwam het verlossende woord uit de mond van een gynaecologisch chirurg: ernstige endometriose, een chronische aandoening van het baarmoederweefsel. Deze diagnose viel samen met het feit dat haar ouders, na de zoveelste operatie en ziekenhuisopname, het eerste deel van Ferrantes Napolitaanse romans voor haar meebrachten. In 2015 kwam daar nog de diagnose de ziekte van Crohn bij, die soms in verband wordt gebracht met de gevolgen van een onbehandeld seksueel trauma.
Hoe kan een mens dit allemaal verstouwen, als het de lezer soms al moeite kost om in dit helder verwoordde en indrukwekkende boek verder te lezen? Terwijl veel opgelost had kunnen worden als Osborne-Crowley haar verhaal maar had willen vertellen, een arts er naar had willen luisteren. Toch herstelt ze langzaam. Daarover schrijft ze in het vijfde deel van het boek. Na een weg met zware pijnstillers, alcohol, verschillende mislukte relaties en zelfhaat, overleeft ze, hoewel ze met zelfmoordplannen blijft rondlopen.
Zichzelf vergeven
Haar mantra wordt een zin van June uit Margaret Atwoods The Handmaid’s Tale die zich in haar nestelt: ‘Ik ben van plan te overleven’. Dat wil zeggen: lichaam en geest moeten weer worden herenigd. Het lukt haar met behulp van een seksuoloog, een fysiotherapeute en haar beste vriendin. Ze turnt weer, want haar lichaam ‘had alles op zijn rechtmatige plek bewaard, in afwachting van mijn terugkomst’. En ze werkt weer, al is het maar voor een paar uur per dag.
Het volgende hoofdstuk komt niet onverwacht: in haar jeugd is Osborne-Crowley al eens verkracht door de turntrainer Larry Nassar, die 175 jaar gevangenisstraf kreeg opgelegd voor het misbruiken van meer dan 260 vrouwen en meisjes. Zulke verhalen zijn ook vanuit de Nederlandse sportwereld bekend. Ze kan zichzelf niet vergeven dat ze toen haar mond niet heeft opengedaan, maar ze moet het zichzelf wel vergeven. ‘Ik moet mezelf verlossen van de schimmen van de slachtoffers die ik niet heb beschermd. Omdat ik nu weet dat ik ze niet veilig had kunnen houden, zelfs als ik het had geprobeerd, Als de schaamte me niet het zwijgen had opgelegd, had andermans ongeloof dat wel gedaan. Onze cultuur van wantrouwen en beschaming van vrouwen is groter en sterker dan wie dan ook.’
Ik kies Elena is een groots en indringend boek, geschreven vanuit de hoop dat lezers net als de auteur willen proberen te begrijpen wat je overkomt als je verkracht wordt. Het is een boek voor mensen die, ook los van de sportwereld, niet geloven dat geweld en grensoverschrijdend gedrag in de breedste zin van het woord een systemische stoornis is. Voor mensen – ze zijn er echt – die geloven dat je toch weg kunt lopen als je wordt verkracht. Maar voor alles is het een steun voor meisjes en vrouwen, opdat ze gezien en gehoord worden.