Als Haar eerste Amerikaan van Lore Segal iets duidelijk maakt, dan is het wel dat niet ieder boek zich even gemakkelijk leent voor vertaling. De kleurrijke diversiteit van de Amerikaanse samenleving – te pas en te onpas melting pot genoemd – toont zich in dit boek regelrecht als een talige chaos waar door de lezer maar moeilijk in te komen is. Mocht men zich afvragen of dit mogelijk ligt aan de vertaling, dan is het antwoord: nee, de vertaling is uitstekend. Al moest dat wel even gecontroleerd worden. Is men eenmaal thuis in deze gelaagde rommeligheid, dan valt er volop te genieten van gênant natuurlijke dialogen en verbijsterend mooie zinnen. Hulde aan de vertaler die goed begrepen moet hebben waar hij mee bezig was.
Transatlantische spraakverwarring
De warrigheid vloeit vooral voort uit het verhaal zelf; uit de thematiek en uit de wijze waarop die door de personages tot leven wordt gebracht. De schrijfster heeft zich daarbij geen enkele restrictie opgelegd, noch in het neerzetten van haar karakters met al hun eigenaardigheden, noch in de manier waarop zij het verhaal schriftelijk heeft vormgegeven. Wie zijn dan die personages? Wat is hun zo vreemde en moeilijk te volgen verhaal? In een café bij een stationnetje in Nevada ontmoet immigrante Ilka Weissnix de gekleurde schrijver-journalist Carter Bayoux. Niets nieuws onder de Amerikaanse zon. In de voornoemde smeltkroes zijn dat soort ontmoetingen schering en inslag. Zelfs dat hij twee keer zo oud is als zij doet er niet toe. Wat er wel toe doet is dat het 1952 is, dat de rassensegregatie op scherp staat, dat McCarthy als een dolle tekeer gaat tegen iedereen die niet netjes binnen de lijntjes kleurt. Wat in een land met een dergelijke geschiedenis van culturele diversiteit voor velen ondoenlijk, zo niet onmogelijk is. Bij Carter Bayoux, die als begaafde intellectueel al heel zijn leven tegen de beperkingen van zijn huidskleur aanbotst, heeft de frustratie geleid tot een slopende alcoholverslaving.
Expliciet en hilarisch beschrijft Segal hoe de flessen bourbon worden aangeleverd door de piccolo van het hotel waar hij woont. Even levendig beschrijft ze de dronkemansdromen waarbij ook de lezer op zeker moment niet meer weet wat onder of boven is, voor of achter, dag of nacht. Ilka Weissnix – Weetniks – is een Joods meisje uit Wenen dat nog maar net in Amerika is. Haar gestuntel met de Engelse taal die ze nog maar amper machtig is, is door Segal al even geloofwaardig neergeschreven. Veel van het boek gaat op aan misverstanden rondom verkeerd uitgesproken en verkeerd begrepen woorden. Zo lang die gemankeerde communicatie zich afspeelt tussen de twee geliefden, is het nog redelijk aandoenlijk. Tenenkrommend ergerlijk wordt het als er anderen bij zijn. En er zijn nogal eens anderen bij. In tegenstelling tot Ilka, beschikt Carter over een enorm en gevarieerd netwerk. Talrijk zijn de feestjes, etentjes, logeerpartijen waar hij haar mee naartoe neemt.
De nieuwe wereld
Ilka is een onhandig meisje, in alle opzichten. Wanneer iemand in de metro recht in haar gezicht zegt ‘Jesus, wat ben jij lelijk’, mag gevoeglijk worden aangenomen dat ze ook al niet moeders mooiste is. Waar die houterigheid, die sociale onhandigheid vandaan komt, blijft onduidelijk. Is het haar aard, of komt het door de oorlog die zij als tiener in haar eentje heeft moeten doorstaan? Schrijnend wordt het als de misverstanden helemaal niet zo persoonlijk blijken. Hoewel Ilka ze wel zo opvat, omdat ze – ook als ze de taal eenmaal een stuk beter beheerst – geen weet heeft van de diepe scheuren onder het fraaie oppervlak van haar nieuwe thuisland. Ook daarin is Segal – zelf Joodse immigrante – onbarmhartig expliciet. Opvattingen en vooroordelen rond huidskleur, discriminatie, rassenhaat en antisemitisme komen onverbloemd ter tafel in de gesprekken die tussen de vrienden van Carter worden gevoerd, en waar Ilka, als ze eenmaal iets durft te zeggen, steevast de verkeerde opmerking maakt of de verkeerde vraag stelt.
Mededogen met haar onhandigheid is er niet. Er is in het geheel maar weinig mededogen voor de situatie van de ander. Iedereen heeft de handen vol aan zijn eigen struggle. Een terugkerend motief is het pijnlijke gebrek aan onderling begrip, aan solidariteit. De kleurlingen hebben geen boodschap aan Ilka’s Europese verleden inclusief Holocaust. Ilka op haar beurt begrijpt niet dat hun verhaal van uitsluiting en onderdrukking in wezen identiek is aan dat van haar. Voor haar is Amerika een land van belofte waar iedereen dezelfde kansen en vrijheden heeft.
Kansloze liefde
Ware liefde is het wel tussen Ilka en Carter, ondanks alle haken en ogen. Maar vanwege de brakke grond waarmee ze het maar te doen hebben, lukt het ze niet om echt wortel te schieten, om te aarden in een redelijk leefbaar leven, niet als individu en niet als stel. Dan, juist als de lezer gewend is geraakt aan hun warrige communicatie, wordt aan deze toch al wankele constellatie een nieuwe lading misverstanden toegevoegd. Ilka’s moeder wordt teruggevonden in een kibboets in Israël. Levend en wel, maar in haar hoofd zo verkreukeld dat een doorstart in New York op voorhand gedoemd lijkt te mislukken. Voortaan pendelt Ilka heen en weer tussen twee gebroken mensen die meer van haar vragen dan zij als eenentwintigjarige geven kan. Bovendien heeft ze ook nog een eigen leven op te bouwen.
Boekverfilming
Er zijn maar weinig boekverfilmingen waarbij de film beter is dan het boek. Het woord alleen al is voor ware boekliefhebbers als vloeken in de kerk. Er gaat immers nogal wat verloren aan nuances en subtiele details. Het verhaal moet in twee, tweeënhalf uur verteld worden, en moet – om uit de kosten te komen – een zo breed mogelijk publiek aanspreken. Nog zeldzamer is een boek dat van meet af aan beter een film had kunnen zijn, juist vanwege die onmiddellijke zichtbaarheid van details. Het bekende gezegde van die duizend woorden die het afleggen tegen één beeld, omdat het verhaal dat verteld moet worden eigenlijk niet met woorden beschreven kan worden. Zo’n boek is Haar eerste Amerikaan zeker. Hoewel levendig en expliciet geschreven, ontbeert het de intieme nabijheid die bij een dergelijk verhaal wel verwacht mag worden. Emoties en wat zich verder op die lagen afspeelt, worden maar summier beschreven, en zouden visueel wellicht veel beter uit de verf komen. Een kundige filmmaker zou hoe dan ook wel raad weten met dit verhaal.
Great American Novel
In de Nederlandse vertaling ontbreken zowel de opdracht alsook het voorwoord van dichter Stanley Crouch. Aan het begin van dat voorwoord vraagt hij zich af of dit nu een meesterwerk of niet. Een vraag die hij op het einde herhaalt en opnieuw onbeantwoord moet laten. Dat is de twijfel die blijft hangen. Ook bij de lezer. Heeft Lore Segal met Haar eerste Amerikaan werkelijk de ‘Great American Novel’ geschreven, zoals The New York Times beweert? Waarschijnlijk niet. Daarvoor is het verhaal te particulier, te ‘klein’ in ruimte en in tijd. Weliswaar weerspiegelt het veel van de kleurrijke diversiteit en de fysieke uitgestrektheid van het land, er komt ook teveel niet aan bod. Daardoor wordt de gelaagdheid gemist die we wel tegenkomen bij Fitzgerald, Faulkner, Morrison, Proulx. Al kan een goed pleitbezorger altijd beweren dat die fundamentele breuklijnen en onvolkomenheden nu net de Amerikaanse identiteit uitmaken. Knap is het zonder meer om in een taal die niet de moedertaal is een dergelijk werk te schrijven en daarbij zo veel persoonlijke bagage als bouwmateriaal in te zetten zonder dat men het gevoel krijgt een autobiografie te lezen.