Het zou iets typisch Nederlands kunnen zijn. Alexander Mitscherlich kwam met ‘het’ boek over huizen en steden. Pieter Hoexum schreef een boek over één huis, het Roland Holsthuis in het Noord-Hollandse Bergen. Susan Sontag schreef ‘het’ boek over ziekte, Hanna Bervoets een roman over één ziekte, het Q-koortsvermoeidheidssyndroom. En om in te zoomen richting Eiland in de nevel van Lodewijk Dros: Safranski schreef ‘het’ standaardwerk over de Romantiek en Rebecca Solnit over wandelen. Dros schreef een boek over één preromanticus, Pieter Kikkert (1775-1855), en een wandeling die deze in 1791 over Texel maakte. Hou het klein, lijken Nederlandse schrijvers te denken, dan zeg je pars pro toto ook alles, zo niet veel.
De wandeling
Het boek van Lodewijk Dros, theoloog, schrijver en chef redactie bij dagblad Trouw, bestaat uit vijf, niet altijd even helder te onderscheiden delen. Het eerste deel gaat over de eendagswandeling die Kikkert maakte, naar Eierland en de Kattenpolder (nu Hendrikpolder). Het ging Kikkert om het alleen zijn, te kunnen nadenken en onderweg te kunnen lezen in een meegenomen dichtbundel van Ossian, een zogeheten Schotse bard die in 1841 als geesteskind van Macpherson werd ontmaskerd.
Dros noemt Kikkert een toerist avant la lettre, die wandelt in een flow en – met een derde anachronisme – vanuit mindfulness. Zo zijn er wel meer anachronismen te bespeuren. Wat te denken van bijvoorbeeld het zoeken naar identiteit, waarmee Dros de ideeën en gevoelens aan de vooravond van de Bataafse Republiek (1795-1806) binnen onze tijd en beleving trekt, waarmee het boek aan actualiteit en diepte wint. Immers: in de Bataafse Republiek legden Patriotten steeds meer aandacht voor de eigen nationaliteit en een nationale staat aan de dag, soms gepaard gaand met wat Dros in verband met Kikkert afkerigheid van anderen, zoals ‘smousen’ (joden) noemt.
Sommige schetsen en algemeenheden over de tijd waarin Kikkert leefde en deze tijd vliegen echter wel eens uit de bocht. Neem de opmerking dat de ‘trage psalmen in de moeizame vertaling van Pieter Datheen nog altijd [worden] gezongen in een paar kerkjes op de Biblebelt’. Dat wil zeggen, in negenentwintig kerkelijke gemeenten in voornamelijk Zeeland zoals het Reformatorisch Dagblad op 4 maart 2016 meldde.
Pieter Kikkert en Texel
Het tweede deel van het boek gaan over Pieter Kikkert en Texel. Kikkert was ‘een mannetjesputter met een missie: zijn wereld op een hoger beschavingsniveau tillen’. Hij wordt door Dros neergezet als een getalenteerd en gevoelige jonge man. In 1791 was hij zestien of zeventien jaar, een buitenbeentje, die schreef, schilderde, dichtte en viool speelde. Hij ging naar Texel om familie in Den Burg te bezoeken, die in de loop van de eeuwen dat ze daar woonden tot de elite waren gaan behoren.
Het vierde en vijfde deel gaan over alles wat op Texel groeit, bloeit en vliegt en hoe het eiland zich in de loop der tijd ontwikkelde. Dros vult in wat Kikkert zou kunnen hebben gezien:
‘Een lepelaar liep met stijve poten voorbij, Botnetjes staken boven het water uit, ze waren uitgezet om de bot die bij eb de ondiepten uit spoelde, op te vangen. Aan het uiteinde van de geul, helemaal bij Oost, lag een loswal, waar de oesterkragen waren uitgevaren. Zo ver kwam Pieter niet, hij hield aan zijn rechterkant de spitse kerktoren van De Waal in de gaten, en de Hoge Berg, die je van ver kon zien. Daarachter lag zijn reisdoel’.
Cultuurkritiek
In een nabeschouwing gaat Dros in op beleven van de natuur toen en nu, waarbij hij schrijvers en filosofen aanhaalt, de politiek erbij betrekt en ook anderszins uitweidt. In die zin eindigt Dros net als Ton Lemaire zijn boek Met lichte tred met cultuurkritiek.
Sterker dan deze cultuurkritiek is de mentaliteitsgeschiedenis van de familie Kikkert in het algemeen en preromanticus Pieter in het bijzonder die Dros beschrijft in dit mooi uitgegeven boek. Een boek vol illustraties in kleur en zwart-wit, waaronder etsen van Pieter Kikkert. Als bijlage is onder meer een wandeling voor de wandelaar van nu opgenomen, ‘Texels Pieterpad’ van de hand van Haro Hielkema, alsmede een recept van Eÿerlandtsche Struyf. Deze bijlagen, en de soms zoekende vorm tussen de vijf onderdelen, maken het boek minder sophisticated dan de boeken over wandelen en de Romantiek die in de eerste alinea worden genoemd. In vergelijking daarmee is Eiland in de nevel een concreet boek en zonder meer interessant om te lezen.