Eerder publiceerde literatuurwetenschapper, docent literatuurgeschiedenis en columnist Liesje Schreuders twee romans. Aan de wilde kant (1996) en De zondagsleraar (2001) waren zeer bescheiden succesjes. Meer aanzien kreeg haar vertaling van de dichtbundel Finisterre van Eugenio Montale in 2017. Wellicht kreeg de auteur weer de smaak te pakken en bundelde ze haar schrijfsels nu in Onder deze wereld. De bundel claimt een definitie te zoeken van het modernisme. Modernismen is de ondertitel van de bundel, een bonte verzameling van poëzie, proza en ondefinieerbare stukjes, verspreid over een zestigtal bladzijden.
In de omschrijving staat te lezen ‘Het is onmogelijk om definities te geven van wat zo abstract is als een beweging in de tijd’, daarmee doelend op het feit dat het modernisme moeilijk te definiëren valt. In feite verwijst ze hiermee rechtstreeks naar haar eigen werk, want wat volgt is inderdaad een reeks aan abstracte, ontoegankelijke literatuur waar kop noch staart aan te knopen valt. Onder deze wereld behoort tot het minst toegankelijke wat de Nederlandse literatuur de jongste jaren zoal heeft voortgebracht. Het feit dat zes maanden na het verschijnen ervan nog geen enkele recensie bestaat, duidt er wellicht op dat geen enkele recensent zich durft te wagen aan een beoordeling omdat het werk simpelweg niet te begrijpen valt. Wellicht kan de auteur zelf wel enige betekenis vinden in haar stukjes, maar voor de (zelfs geoefende) lezer blijft zowel de inhoud als het doel een raadsel.
Onsamenhangende woordenbrij
‘Het modernisme is pretentieus, intransigent, intolerant, vertroebeld, pervers’ staat verder nog te lezen in de omschrijving. Vermoedelijk doelt Schreuders opnieuw op haar eigen werk. Zeker, ze goochelt met termen en namen die ergens verwijzen naar de grondleggers en wegbereiders van het modernisme zoals de Vijftigers, Malevich, Marsman, Kafka, Rilke en Edna O’Brien, maar verder dan dat komt het niet. Haar gedichten bevatten veel herhaling en zijn een onsamenhangende woordenbrij, die bijna nergens het aanvaardbare niveau haalt van betekenisvolle en belangrijke poëzie. Alleen in muraille 1 konden enkele zinnen bekoren.
Ook de prozastukjes zijn van bedenkelijke makelij. Het lijken aan elkaar geplakte, onsamenhangende alinea’s die nergens op slaan en niet bij elkaar lijken te passen: ‘Het macrobiotisch commentaar op Cicero. De passievrucht en de wegenbouwer. Het fenomeen van de baarddragende warme bakker. Angst is een wekker. Vreugde is een stem van goud. Van hout. Het fenomeen van lichte honger, tussen twee maaltijden in. Het fenomeen van luchtdruk als beweging, ontspanning of ontploffing. In de keuken lees ik damesbladen. Uit nostalgie naar toen ik damesbladen las in de keuken, lees ik damesbladen in de keuken maar ik begrijp weer niet waar het toen over ging…’. Opnieuw een soort van woordenbrij om bladzijden te vullen of om toch maar aan te tonen dat modernisme ontoegankelijk en pretentieus is.
Modernismen worden niet uitgelegd
Toegegeven, ‘Een opa van de wereld’ is best genietbaar en betekenisvol. Een opa laat zijn kleindochter altijd winnen bij een kaartspelletje, terwijl hij in gedachten mijmert over wat ‘winnen’ eigenlijk betekent, in al zijn betekenissen. Liesje Schreuders wint met Onder deze wereld echter niets. Wie zulke ontoegankelijke teksten schrijft, doet dat voor zichzelf, als therapie, als in een roes, zonder publiek voor ogen. Is dat dan niet waardevol? Toch wel, maar enkel voor de persoon in kwestie. Schreuders Modernismen worden op deze manier niet uitgelegd, niet aan het grote publiek, maar ook niet aan de geoefende lezer. Mary Shelley schreef Frankenstein na een avondje spookverhalen en heel wat verdovende middelen onder vrienden in Zwitserland. Maar ondanks al het groteske wordt Frankenstein nog steeds gelezen. In het slotgedicht A.U.P. schrijft Schreuders ‘in een opium droom’… Het lijkt wel of haar hele bundel ook op dergelijke wijze is ontstaan, alleen bestaat er grote twijfel of deze binnen tweehonderd jaar ook nog gelezen zal worden. Om toch met een positieve noot te eindigen: de omslagafbeelding van Sarah Dijkink is een knap staaltje tekenwerk.