Hoe kijk je naar de wereld als je je leven zich in meerdere, cultureel totaal verschillende landen afspeelt? Niemand kan die vraag beter beantwoorden dan Lesley Nneka Arimah (1983), een Nigeriaanse schrijfster die haar kinderjaren zowel in Engeland als in haar vaderland doorbracht om vervolgens als tiener naar de Verenigde Staten te emigreren. Haar verhalen verschenen in prestigieuze bladen als The New Yorker, Granta of Harper’s en ze wordt als een groot talent beschouwd. Uitgeverij Karaat publiceerde een Nederlandse vertaling van haar debuut Wat het betekent wanneer er een man uit de lucht valt.
Moeder-dochterrelatie
Het gros van de verhalen is autobiografisch geïnspireerd. In Oorlogsverhalen valt de ik-figuur meteen met de deur in huis: ‘Dit keer hadden mijn moeder en ik ruzie over wat ik op school gedaan had om voor eens en altijd te kunnen bewijzen dat Anita Okechukwu geen beha droeg.’ Aan het woord is een Nigeriaans tienermeisje uit Port Harcourt, de Nigeriaanse kuststad die bekend is om zijn olie-industrie. Na een incident op school en een ruzie met haar moeder, speelt haar vader ’s avonds een partijtje schaak met haar en vertelt een verhaal over zijn tijd in het leger. De volgende dag wordt ze als een heldin op school onthaald: ze heeft Anita Okechukwu, stichtster van een ‘meidenclub’ waarvan beha-loze meisjes worden uitgesloten, van de troon gestoten en wordt als nieuwe leidster nu geacht om ‘recht te spreken’.
Grensgebied van culturen
Een gespannen moeder-dochterrelatie loopt als een rode draad door bijna alle verhalen. Haar vader is weliswaar een labiele man, maar reageert toch opvallend rustig door een verhaal te vertellen. Ook die verwijzing naar de Afrikaanse orale traditie komt steeds terug. Interessant wordt het vooral wanneer Arimah het grensgebied bezoekt van de culturen waarmee ze opgroeide. Zo wordt in het vrhaal ‘Wild’ ene Ada, een Nigeriaanse jongedame die met haar moeder in de Verenigde Staten woont, tegen haar zin naar haar tante Ugo in haar thuisland gestuurd. Dat de moeder moeite heeft met het gedrag van haar vrijgevochten dochter, wordt op een pijnlijk grappige manier duidelijk:
‘Genoeg was die keer dat mijn moeder, die probeerde van haar hoofdpijn af te komen, de xtc vond waarvan ik dacht die slim verstopt te hebben in een Excedrin-flesje, en ik bij thuiskomst haar op de grond tapijtengeltjes zag maken. Ik ging naast haar liggen en we lachten en lachten tot zij weer nuchter werd en het lachen haar vergaan was.’
Ada maakt in Nigeria kennis met haar nicht Chinyere, niet bepaald het braafste meisje van de klas en bovendien tienermoeder. Als ze samen naar een benefietavond gaan en Ada de Nigeriaanse gedragsregels moedwillig negeert, lopen de zaken behoorlijk uit de hand.
Ongelukkig gesternte
Niet alle verhalen zijn even geslaagd. Arimah vliegt weleens uit de bocht als ze haar comfort zone verlaat: ze schrijft het best over de wereld die ze kent. Het dystopische titelverhaal Wat het betekent wanneer er een man uit de lucht valt, waarin mensen hun nationaliteit op hun pols getatoeëerd krijgen en wiskundigen bizarre formules bedenken om bijvoorbeeld ‘treurnis te berekenen’, blijft niet echt overeind.
Het hoogtepunt van deze bundel, Glory is een doorleefd verhaal met een vrij realistische setting waaruit blijkt dat Arimah het beste resultaat neerzet als ze schrijft over situaties waar ze door haar achtergrond mee vertrouwd is. Ook hier is de hoofdpersoon een jonge Nigeriaanse vrouw die in de Verenigde Staten leeft. Deze keer heet ze Glorybetogod Ngozi Akunyili – in feite gaat het in wezen altijd om hetzelfde personage in de autobiografische geïnspireerde verhalen, ook al krijgen ze een andere naam. De verwachtingen van Glory’s ouders zijn hooggespannen, maar ze wordt onder een ongelukkig gesternte geboren: ‘De vader zag niet wat de grootvader wel zag, de sluier van onheil over Glory’s gezicht die bepalend zou zijn voor elke beslissing die zij zou nemen, en die haar onherroepelijk zou leiden naar het maken van de verkeerde keuzes, iedere keer weer.’
En: ‘Veel dingen die ze deed waren ingegeven door een wrok waarvan ze de oorzaak niet kon aanwijzen – alsof ze geboren was om de wereld haat toe te dragen.’
Open einde
Na een mislukte rechtenstudie zit er voor Glory niet veel meer in dan een slecht betaald baantje in een callcenter, een plek waar ze de hele dag nee moet zeggen ‘zonder daadwerkelijk nee te zeggen’ tegen armlastige Amerikanen die hun huis dreigen te verliezen. Niet alleen op Facebook creëert ze een fake versie van zichzelf – het sociale netwerk is inderdaad niet bepaald een plek waar mensen geneigd zijn om hun ware ik, met alle bijhorende zwaktes en tekortkomingen te etaleren – ook als ze het aanlegt met een ambitieuze Nigeriaanse jongeman en haar toekomstige schoonmoeder ontmoet, komt het er vooral op aan om de schone schijn op te houden. De sfeer bekoelt echter door een dramatische onthulling, waarna Arimah met een mysterieus open einde afrondt: ‘Terwijl ze naar de ring keek streden wrok en euforie met elkaar, tot een van hen de overhand kreeg en Glory een beslissing nam.’
Verhaaltechnisch is dat een interessante zet: losse eindjes nodigen de lezer uit om na te denken over een mogelijke afloop en de diepere betekenis van het verhaal te reflecteren. De wisselvalligheid van deze verhalenbundel toontt dat Arimahs talent nog wat moet rijpen, maar er valt zeker meer van haar te verwachten.