Juan Carlos Onetti – De dood en het meisje

De kracht van Onetti’s mysteriën

Recensie door Anky Mulders

Ontgoocheling, eenzaamheid, existentie, zielenleed en verloedering: dat zijn zo’n beetje de thema’s, gevat in raadselachtige vertellingen, waar de Uruguayaanse schrijver Juan Carlos Onetti (1909-1994) om bekend staat. Zijn boeken worden wel hermetisch genoemd en De dood en het meisje (1973) is daar wellicht de meest evidente representatie van.

In het voorwoord schrijft vertaler Maarten Steenmeijer over Onetti’s debuutroman De put (1939): ‘In plaats van de lezer te onthalen op romantische doorkijkjes op het pampaleven of op helse avonturen in overweldigende oerwouden (…) maakte Onetti hem deelgenoot van de existentiële walging van (…) een ontgoochelde en ontgoochelende loner die in een aftandse kamer ergens in een niet met name genoemde stad aan de vooravond van zijn veertigste verjaardag de uitgebeende balans van zijn leven opmaakt.’ Daarmee is de toon gezet. Ook in De dood en het meisje is cynisme, waaruit geregeld een laconieke humor ontspruit, de tendens.

Onetti’s boeken vertegenwoordigen niet het magisch realisme van Latijns-Amerikaanse schrijvers als Gabriel García Márquez, Isabelle Allende of José Veiga – al wil de laatste niet bij die categorie ingelijfd worden – maar een vleug van deze sfeer is in De dood en het meisje beslist aanwezig, alleen al door gebeurtenissen waarvan niet altijd duidelijk is wie ze vertelt en wat er precies is gebeurd. Ook woorden als grootgrondbezitters, nationalisten en gaucho, plus beschrijvingen van een met zilverwerk opgetuigd veulen en het gezicht van een ruiterstandbeeld dat trekken van een rund begint te vertonen, alsmede een aangekondigde dood roepen associaties op met de literaire Latijns-Amerikaanse wereld.

Uitgestelde moord

In de fictieve stad Santa María komt ’tevenzoon’ en notaris Augusto Goerdel bij de arts Díaz Grey en vertelt hem van zijn voornemen om zijn vrouw om te brengen. De reden is dat hij zijn ‘onsterfelijke verlangen’ naar haar, zijn begeerte, niet de baas kan en een (tweede) bevalling volgens artsen in de hoofdstad en Europa haar dood zou betekenen. ‘Voorzorgsmaatregelen’ om de seksuele gemeenschap of een zwangerschap te voorkomen zijn om godsdienstige redenen niet mogelijk en zijn vrouw ‘zou ook geen nee zeggen’. Voorlopig stelt Goerdel de aangekondigde moord uit door een paar maanden weg te gaan.

Onetti laat een ik, die soms Díaz Grey is, een alwetende verteller en een enkele keer wij-vertellers aan het woord. Veel personages zijn afkomstig uit zijn eerdere romans. Ook de stad Santa María, ‘waar alleen de goede daden zich in het geheim voltrekken’ (in Onetti’s roman Het korte leven gesticht door Juan María Brausen), komt voor in veel van zijn andere romans en verhalen. Brausen is ‘Onze Heer’, Onze Vader die in het Niets zijt’, ‘de Stichter’ en ‘God’ en in De dood en het meisje alomtegenwoordig.

Eigen plannen

De Zwitserse katholieke kolonie nabij de stad is een kolonie van landarbeiders, gesticht door Europeanen die met het schip de Mayflower naar de kust van Santa María waren gekomen.

Pater Bergner, wiens ouders evenals die van Augusto Goerdel met de Mayflower waren meegekomen, had Goerdel uit de kolonie gehaald om hem een Kerkelijke opleiding te geven, met als doel Goerdel voor zijn eigen plannen in te zetten. ‘Hij bestudeerde op zijn gemak zijn neppriester. Als het idee, het project echt uit Brausens koker kwam en geen valstrik van de Duivel was, dan speelde tijd geen rol. Hij begreep dat de jongen intelligent was, dat de onverbiddelijkheid hem in het bloed zat vanwege zijn ambitie en de Germaanse behoefte aan triomf, aan wraak.’

Onetti schrijft beide personages toe al lang te weten wat hun doelen zijn. ‘Jarenlang hebben jij en ik hetzelfde spelletje gespeeld (…) we wisten hoe we moesten veinzen,’ zegt Bergner tegen zijn leerling. ‘Jij bent niet geboren om de Heer binnen de Kerk te dienen. Daarvoor heb ik je ook niet opgeleid. De plaats voor jou die mij altijd voor ogen heeft gestaan is de wereld, Santa María en de Kolonie (… ) Maar van nut om met een of andere titel de Kerk te dienen, en met haar steun. Ik wil dat je rijk wordt (…) dat je schijnheilig en subtiel wordt (…).’

Aldus gaat Goerdel voor de kerk in de kolonie werken en buigt zich over burenconflicten, testamenten, hypotheken, koop en verkoop en ‘leningen met rentes die werden vastgesteld door Pater Bergner of het mysterieuze Kapittel (…)’. Bergner neemt de biecht af en samen weten ze alles over de vermogens, relaties en belastingen van de kolonisten. Door Bergners bemoeienis trouwt Goerdel met Helga Hauser, de vrouw die hij in het begin van het boek voornemens is te doden.

Raadselachtigheid

Díaz Grey, de samenhangende factor en volgens Maarten Steenmeijer een ‘soort alter ego’ van Brausen, krijgt in een volgend hoofdstuk bezoek van Jorge Malabia. Zijn ‘als praktijkassistente vermomde monster’ laat hem binnen. Met zijn laconieke humor schrijft Onetti: ‘Ik keek hem kalm aan vanuit mijn fauteuil. Ik wist dat de leegte van mijn ogen, de kalmte van mijn rustende, roerloze handen, vingertop tegen vingertop, hem zouden doen ontploffen. Zodoende sloegen we de begroeting over.’ Malabia schreeuwt: ‘Hij heeft haar vermoord,’ en ‘we zoeken hem om hem te vermoorden maar hij had zich al verscholen.’ Vervolgens gaat het over Kaïn en Abel en over Brausen die handelde als ‘een politieke caudillo. Hij nam het op voor Kaïn bij de onderzoeksrechter (…) hing de moordenaar een preventie- en immuniteitsbord om.’ In zijn grot kijkt, vermoedelijk Kaïn, dat is niet duidelijk, naar een op hem gericht driehoekig, groen oog en denkt-praat ‘Jij wilde dat ik het zou doen en ik deed het.’

Op het einde van De dood en het meisje hebben Malabia en Díaz Grey van een teruggekeerde Goerdel documenten gekregen waaruit zou moeten blijken dat niet hij maar iemand anders zijn vrouw heeft omgebracht. De feiten komen echter niet boven tafel.

In Afscheid – in 2021 eveneens uitgegeven door Uitgeverij Kievenaar – roept Onetti eenzelfde raadselachtigheid op, zaait hij twijfel, als hij in een café allerlei personages laat samenkomen en roddelen over de basketbalspeler die in een nabijgelegen sanatorium wordt behandeld en ook vaak in het café komt. Ook hier blijft het gissen naar de waarheid achter de roddels.

Onetti’s personages zijn marionetten, bewegend aan de touwtjes waar de schrijver in de vermomming van Brausen aan trekt. De dood en het meisje is geen boek om te lezen maar om te savoureren en niet alleen voor het doorgronden. Iedere spitsvondige zin is het waard te overdenken, de inhoud ervan te ontleden. Subtiel is de kritiek, op de (katholieke) kerk, de Zuid-Amerikaanse maatschappij, de Germaanse inborst – wat dat ook mag zijn – de mensheid met al haar individuen. Zelfs de revolutionairen ontkomen niet aan Onetti’s aantijgingen. Ondanks alle mystiek beschrijft Onetti een wereld waarvan hij de schijn genadeloos ontmaskert.

Omslag De dood en het meisje - Juan Carlos Onetti
De dood en het meisje
Juan Carlos Onetti
Vertaling door: Maarten Steenmeijer
Verschenen bij: Uitgeverij Kievenaar
ISBN: 9789083046778
88 pagina's
Prijs: € 18,00

Om Literair Nederland draaiende te houden, zijn wij afhankelijk van vrijwillige bijdragen. U kunt ons steunen via de rode knop. Waarvoor onze hartelijke dank!

Meer van Anky Mulders:

Recent

9 juni 2023

Boeken bieden soelaas in Japanse verhalenbundel

Over 'De bibliotheek van geheime dromen' van Michiko Aoyma
6 juni 2023

Verloren in virtuele escapades

Over 'De lokroep van Elysium' van Ilmar Taska
5 juni 2023

Sms-taal relativeert zelfmedelijden

Over 'Uitzicht van dichtbij' van Megan van Kessel
3 juni 2023

Jonge activisten bieden hoop

Over 'De toekomst is van ons' van Samuel Hanegreefs
2 juni 2023

Voorspelbaar, maar toch boeiend

Over 'Hoeveel ik van je hou' van Esther Freud

Verwant