Zoals Ian McEwan in zijn boek Notendop beschrijft hoe Hamlet al in de baarmoeder aan het filosoferen slaat, zo belicht Joke van Leeuwen in haar nieuwste boek haar kijk op de wereld vanuit het gezichtspunt van een foetus. Met name vanuit het hiernamaals waar de achttienjarige Dinka het verhaal vertelt. Het is daarboven zoals in de Bijbel wordt beschreven: ‘een poort van smaragd en een stad met gouden straten’. Niemand maakt zich druk over vragen of je in de eeuwigheid nog nagels en haren hebt, zoals de middeleeuwse scholastici deden. De laatsten zijn er de eersten, en duizend jaar is er als één dag. Een contingent maagden is er niet, maar wel Dinka’s doodgeboren zusje.
Het gezin
We gaan terug in de tijd, toen Dinka, de ik-figuur in de baarmoeder nog ‘aan het worden’ is. Samen met haar Siamese tweelingzusje Dinska, de jij in het boek. Dinska sterft in de baarmoeder als ze bijna zijn volgroeid en wordt na de geboorte van Dinka gescheiden. Hun vader is procesmanager binnen het bank- en verzekeringswezen, hun moeder suppoost in het plaatselijke museum voor moderne kunst. Deze twee werelden worden geïroniseerd, zoals in respectievelijke films als The Lawyer en The Square. Er wordt door de auteur niet gezocht naar betekenissen van bijvoorbeeld kunstwerken, want misschien zijn die er wel niet. Omdat de kunstwereld de moeder begint te vervelen, start ze een adempraktijk aan huis en na hun verhuizing naar een villa met een grote tuin switcht ze weer naar Intuïtief Schilderen.
Op school wordt Dinka geplaagd (Dinka Stinka) en belandt ze vaak in de hoek. Daar valt het haar op, dat beide wanden van de hoek allebei geel zijn geverfd, maar ook dat ze door de lichtval toch anders lijken, waardoor ze ‘nooit kan weten of ik echt zie wat ik denk dat ik zie, want hetzelfde kan verschillend zijn’. Als een Siamese tweeling, en ook eenzelfde soort beeld als waarmee het boek begint: ‘een harde tegelvloer die een optische illusie vormt van kubussen’. Dinka zag de vloer van dichtbij, ze viel er languit op en overleed uiteindelijk aan die val.
Het beeld van de hoek waarin Dinka op school moet staan en waarvan beide wanden geel zijn geverfd, de lichtval die ze anders doet lijken, doet sterk denken aan een van de late schilderijen van Edward Hopper: Zonlicht in lege kamer. En die harde tegelvloer met de optische illusie refereert natuurlijk aan schilderijen van Vermeer en tijdgenoten. Détails die benadrukken hoe beeldend Joke van Leeuwen te werk gaat. Zij is immers ook een gevierd, soms wat absurdistische tekenaar en mede-auteur van kinderboeken als Het Grote Rembrandt voorleesboek en Het grote Rijksmuseum voorleesboek.
Dinka en Mier
Ook Mier (Miranda), een interessant personage met meerdere kanten en een paar klassen hoger zit, staat ook vaak in de hoek. Dinka kan echter ‘niet naar haar toe om te vertellen dat ze op het licht moet letten, omdat niets is wat het lijkt, door dat licht’. Mier zit in een kindertehuis, waar de meisjes ook naar de vloer kijken, ‘waar het zonlicht dat door een boom achter het raam scheen dansende vlekjes op toverde’.
Dinska in de hemel is jaloers op haar zusje, dat meer bezig lijkt te zijn met Mier dan met haar nagedachtenis. Uiteindelijk worden Dinka en Mier geliefden en streelt Mier vaak en graag het litteken waar Dinska aan Dinka vastzat.
Gaandeweg komen we te weten, dat de moeder van Dinska en Dinka de dochter van vluchtelingen is. Een gegeven dat verder niet of nauwelijks een rol speelt, zoals dat in bijvoorbeeld Van Leeuwens boek De onervarenen wel het geval is.
Rake karakteristieken
De bedachtzame Dinka en vooral Mier worden, net als de moeder, raak gekarakteriseerd. Wat de moeder betreft inclusief een tijdsbeeld met windgongen, die ze aan het balkon had bevestigd, en uitspraken over nieuwetijdskinderen. Joke van Leeuwen wisselt deze rake details af met ironische beschrijvingen over de wereld van de ouders, quasi-poëtisch en met humor beschreven. Leuk is een typische Van-Leeuwen-taalvondst als ‘Boven de hoofden klinkt zachte muziek waar haar oren over uitglijden’. Een enkele keer schemert door, dat de schrijfster in Vlaanderen woont (‘binnen te raken’). Al met al een mooie, nieuwe van Van Leeuwen.