De tot nu toe verschenen delen van de Nederlandse vertalingen uit de door Hogarth uitgegeven serie met hervertellingen van toneelstukken van William Shakespeare waren gebonden, zwarte bandjes. Nijgh & Van Ditmar bracht het meest recente deel, het zesde, een dikke pil, uit in een slappe kaft. Zwart, grijs/groen en rood – symbolisch voor de inhoud van Macbeth. In het verhaal zelf, al even zwart, grijs en rood. Het rood wordt soms nog eens extra aangezet wanneer de neus van de hoofdpersoon bloedt ten gevolge van brew.
De auteur is dit keer de Noor Jo Nesbø, ‘de auteur van De sneeuwman en De dorst’ zoals op het omslag staat – een detectiveschrijver dus en de eerste niet-literaire auteur in de serie hervertellingen.
Macbeth
Waar gaat het origineel eigenlijk over? Het stuk speelt in Schotland, volgens Renate Dorrestein het land dat veel duisternis toelaat. De Schotten zijn in oorlog met Noorwegen en Macbeth is de bevelhebber van de Schotse troepen van koning Duncan. Drie heksen voorspellen dat hij zijn oom Duncan als koning op zal volgen en niet diens oudste zoon Malcolm. Banquo, een vriend, is getuige van die voorspelling. Macbeth heeft, vindt zijn vrouw, een duwtje in die richting nodig. Dat geeft ze hem, door op zijn eergevoel in te spelen. Door haar aangezet vermoordt Macbeth op een avond de koning in zijn slaap terwijl hij in hun kasteel logeert. De wachters had Lady Macbeth eerst dronken gevoerd. De dolken waarmee Macbeth Duncan vermoordde, stopt Lady Macbeth in hun handen. Macduff, een Schotse edelman die de opdracht had Duncan te wekken, ontdekt dat de koning dood is. Macbeth steekt, om de schijn op te houden, beide wachters dood. Vanaf dat moment raken de Macbeths, inmiddels koning en koningin, de controle over alles kwijt en verliezen in meer of mindere mate hun verstand en daarbij blijft het niet, want er vloeit steeds meer bloed.
Nesbø
Jo Nesbø vertelt het verhaal van hoofdcommissaris Duncan, hoofdinspecteur Macbeth en de politie-inspecteurs Banquo en Duff in hun strijd tegen de drugsbende Norse Riders begin jaren zeventig in een vervallen Schots fabrieksstadje. En hun strijd tegen elkaar, om hogerop te komen. Van hoofdinspecteur tot burgemeester. Maar er is nog een personage dat een grote rol speelt: een regendruppel. Hij staat telkens op het punt te vallen of valt echt – het noodlot verbeeldend. Of hij vermeerdert zich en valt als een regenbui die alles wat je ziet vervormt, overstemt of verandert in een regen van lood.
Nesbø is diep tot het kwaad dat Shakespeare schetst doorgedrongen. Dat blijkt bijvoorbeeld uit een zin als: ‘En bedenk dat de veroordeling van het slechte en het zwakke in de mens ook gezien kan worden als een optimistische hulde aan het goede en het sterke’.
De karakters zijn goed getekend en uitgewerkt, op een enkel sjabloon na, zoals de grijze en bebrilde adjunct-hoofdcommissaris Malcolm, die filosofie en economie had gestudeerd. Lady Macbeth herkennen we als een vrouw ‘met eigenschappen die andere mannen afschrikken. Haar kracht, haar wil. Haar intelligentie waarmee ze iedereen de baas was en die ze niet onder stoelen of banken stak.’
Nesbø blijft dicht bij het origineel, vertaald naar het hier-en-nu. Zo is Macbeth weliswaar gek, maar dat was hij als tiener eigenlijk al, van de speed op z’n tijd, die hij nog steeds gebruikt. En zo heet het dat ‘de oude auto slipte op het natte asfalt met olievlekken, maar was uit de stilstaande rij auto’s. De wieldoppen klapten tegen de rechter trottoirband en toen de Volvo zich langs de galaxie perste en in het voorbijgaan de zijspiegel meetrok, schreeuwden beide auto’s het uit alsof ze pijn hadden.’
Dat hij dicht bij het origineel blijft, is leuk voor lezers die Shakespeares toneelstuk kennen, maar waar het verhaal wordt losgelaten, wint het boek van Nesbø aan kracht en krijgt de auteur meer zijn eigen, bekende stijl en stem.
Wereldbeeld toen en nu
Ook het taalgebruik komt soms in de buurt van Shakespeare (of is het Shakespeare?): ‘Net als bij distels zullen ambities bij mensen zich altijd uitstrekken naar de zon en alles om zich heen overschaduwen en doden’. Of zelfs in de buurt komt van het wereldbeeld van Shakespeare: ‘Nu bestuurden zij alles: de stad, het lot, de baan van de planeten’. Een wereldbeeld op de grens van middeleeuwen en renaissance, zoals Macbeth het slaapdonker verwoordde: ‘Ik hoorde stormklokken. Maar nu begrijp ik dat het de kerkklokken waren. Ze riepen op tot boetedoening, de biecht en kinderdoop.’
Macbeth en Lady Macbeth zijn mensen ‘van het volk, voor het volk, met het volk’. Lady M. is ervan overtuigd dat ‘het leven mensen zoals wij niet zoveel kansen geeft (…). We moeten ze grijpen als we ze krijgen.’ Zij is dan welswaar opgeklommen tot directeur van een casino, van origine is ze prostituee. Ook Macbeth omschrijft zichzelf als ‘een eenvoudig man’ die alleen zegt wat hem van het hart moet en als hoofdcommissaris ‘een nederig dienaar van het volk’ is. Ook zijn collegae zijn erin gaan geloven, dat hij ‘iemand van ons is’. Hoewel: niet helemaal. De jonge politieman Angus gelooft niet dat Macbeth degene is voor wie hij zich uitgeeft. ‘Macbeth is geen verlosser, hij is een corrupte moordenaar’. Angus wil de stad bevrijden van Macbeth.
Dit gegeven geeft aan het verhaal een extra laag, na de oorspronkelijke Macbeth van Shakespeare, de Macbeth in de jaren zeventig: een universeel-politieke laag én lading: die van het populisme die het oorspronkelijke stuk van Shakespeare te kijk zet, omdat populisten niet houden van het ‘zwaar gesubsidieerde nationale theater met zijn hoogdravende stukken, onbegrijpelijke dialogen en machtsbeluste koningen die in de laatste akte sterven’.
Doorgaande lijn
De doorgaande lijn, in zowel het boek als tussen heden en verleden, Shakespeare en Nesbø, is geweld en nog eens geweld in het kwadraat. Shakespeare kon er wat van, Nesbø doet er nog een schepje, zeg maar een lading bovenop en doet daarmee zijn naam als ‘de donkerste van alle Scandinavische schrijvers’ alle eer aan. Het zou best op z’n minst een onsje minder mogen zijn.
Wat beklijft zijn de soms, ondanks alles, poëtische schrijfstijl (in een mooie vertaling) én de regendruppel, die ook het laatste woord heeft. Adembenemend – maar dan op een subtiele manier. Jammer dat er niet meer wat subtiliteit in het boek zit. Het had er meer lucht aan gegeven. Nu drukt het boek wel erg zwaar op het gemoed.