In september 2022 overleed de Spaanse schrijver Javier Marías Franco op eenenzeventigjarige leeftijd aan de gevolgen van Covid-19. Op mijn e-reader stond al een poosje zijn A heart so white. Ik was erin begonnen en weer gestopt na de heftige openingspassage en wilde het eigenlijk liever in het originele Spaans, Corazón tan blanco lezen, dat al in 1992 was gepubliceerd. Het boek werd in 1995 in het Nederlands vertaald door Aline Glastra van Loon met als titel Een hart zo blank. In 2013 gaf Meulenhoff het opnieuw uit.
Het Spaanse nieuws besteedde veel aandacht aan Marías’ dood. Net als ze dat deden met de in 2020 overleden Carlos Ruiz Zafón, de auteur van het veel commerciëlere De schaduw van de wind. En Almudena Grandes die, ook veel te jong, in 2021 overleed. Drie grote hedendaagse auteurs in het Spaanse taalgebied allemaal kort na elkaar overleden, waarbij Javier Marías zelfs een kanshebber voor de Nobelprijs was.
De titel Een hart zo blank is evenals eerdere boektitels van Marías ontleend aan Shakespeare. ‘My hands are of your colour. But I shame to wear a heart so white,’ zegt Lady Macbeth. Met andere woorden, ze erkent haar schuld aan de moord op Duncan, maar ze voelt niet dezelfde schuld of angst als Macbeth en ze spreekt schande over zijn lafheid na de moord. Dit is het hoofdthema van Een hart zo blank. In hoeverre ben je medeplichtig aan iemands moord als je van de ‘daad’ op de hoogte bent. Kan je ooit écht je geliefde, ouders en andere familieleden, of vrienden doorgronden en begrijpen? Herinneringen en gesprekken worden zo vaak verschillend geïnterpreteerd, en is hetgeen niet uitgesproken wordt niet belangrijker dan wat wel gezegd wordt? Marías beschrijft de gedachtestroom van zijn protagonist in lange zinnen en neemt vaak een afslag bij een associatie die schijnbaar zijdelings met het onderwerp te maken heeft. Marías vond zichzelf een heel gewoon iemand en schreef graag over dingen die veel mensen bezighouden. ‘Wie heeft er geen geheimen? Wie heeft zich niet ooit door een geliefde verraden gevoeld of heeft iemand anders verraden.’
Geheimen van gewone mensen
De plot van Een hart zo blank is vrij eenvoudig. In de openingsalinea pleegt een jonge vrouw zelfmoord tijdens een etentje in het huis van haar vader. Ze is onlangs getrouwd met Ranz en ze zijn net terug van hun huwelijksreis. Het drama van haar zelfmoord wordt gedetailleerd beschreven door de ogen van Juan, die toentertijd nog niet eens geboren was. ‘Ik wilde het niet weten, maar ik ben te weten gekomen dat een van de meisjes, toen ze geen kind meer was en kort nadat ze was teruggekeerd van haar huwelijksreis, naar de badkamer ging, zich voor de spiegel posteerde, haar blouse losknoopte, haar beha afdeed en haar hart zocht met de loop van het pistool.’ Vervolgens trouwt Ranz na de dood van zijn vrouw met haar jongere zuster en met haar krijgt hij één zoon, Juan.
In de volgende scène is Juan met zijn vrouw Luisa op huwelijksreis in Cuba. Ooit woonde zijn vader daar ook, toen hij nog getrouwd was met weer een andere vrouw dan zijn moeder en zijn tante. Iets wat Juan op dat moment allemaal nog niet weet. Vanaf het balkon van hun hotelkamer heeft hij een vaag contact met een vrouw beneden op straat, die hem voor iemand anders aanziet. Ze blijkt in de kamer naast hen een minnaar te hebben. Vervolgens luisteren Juan en Luisa, die ziek is, onafhankelijk van elkaar naar het gesprek in de kamer naast hen over het vermoorden van de vrouw van de man. Door het hele boek heen blijft dit verontrustende gesprek Juan bij en steeds grijpt hij terug naar herinneringen: het bh-bandje dat in Luisa’s huid sneed, andere mensen die op straat wachtten en naar zijn hotelkamer gluurden, de echtelieden die samen een hoofdkussen deelden. Of gesprekken afluisteren en het gehoorde op eigen manier interpreteren. Luisa heeft de gebeurtenis in de hotelkamer destijds heel anders onthouden, bovendien had ze toen koorts. Hoever reiken geheimen, hoeveel onthoud je en hoezeer gaan details een eigen leven leiden? Juan durft Luisa bijvoorbeeld niet over zijn jeugdliefde te vertellen. Dat geheim blijft van hem. Maar wat is de waarde er nog van, zoveel jaar later?
Wat is waarheid, wat leugen
Op zijn huwelijksdag neemt zijn vader Juan apart en zegt tegen hem: ‘Deel je geheimen nooit met je vrouw, of wees in ieder geval voorzichtig met wat je prijsgeeft.’ Het is een vreemd gesprek dat Juan, die juist zoekt naar zekerheid en een duidelijk gevoel over de juistheid van zijn huwelijk, uit het lood slaat. Hij begint te twijfelen aan zijn huwelijk en zijn vertrouwen in Luisa.
Na de huwelijksreis in Cuba, komt Juans werk als tolk-vertaler aan bod bij de VN en de Europese Unie. Zo leerde hij Luisa kennen, die ook vertaler is. Ook dit is een verwijzing naar het thema. Juan voelt de macht om hetgeen hij hoort en moet vertalen te manipuleren. Het zijn interessante stukken als Marías dieper ingaat op de niet-alledaagse wereld van de tolk-vertaler. Of als hij ingaat op kunst.
Ranz, Juans vader, was tijdens zijn werkzame leven conservator in Het Prado in Madrid. Hij kent kunstenaars, kunsthandelaren, kopiisten en heeft meer dan eens gesjoemeld met de waarheid. Wat is eerlijkheid, wat is waarheid? Wat voor de een waarheid is, is voor de ander een leugen, zoals de anekdote illustreert als Ranz een kopie van een schilderij van Ingres aan een rijke bankier in Buenos Aires wil verkopen. De bankier blijft volhouden dat dit het origineel is. Ranz verzekert hem ervan dat het om een kopie gaat, maar laat de man, als hij niet te overtuigen is, het volle pond betalen. Nog nooit is er zoveel geld voor een kopie neergeteld.
Wanneer Juan bij een vriendin in New York logeert, omdat hij acht weken als tolk voor de VN moet werken, wordt hij medeplichtig gemaakt aan haar geheim. Zij is geobsedeerd door seksuele ontmoetingen met vreemde mannen, aanvankelijk sturen de ‘dates’ elkaar video’s en vertellen ze hun verhaal. In hoeverre is dat verhaal waar? Voor Juan is het een aanleiding om terug te grijpen naar zijn eigen herinneringen en zijn eigen waarheid te reconstrueren.
Essentie
Uiteindelijk wil Luisa aan Ranz, haar schoonvader, het geheim ontfutselen over de oorzaak van de zelfmoord van zijn vrouw. Juan zit er niet echt op te wachten, het is immers zijn vaders geheim. Hij mag dat bij zich houden en het is lang geleden, wellicht is de waarheid vervluchtigd. Het boek eindigt met Ranz’ verhaal en dat maakt het verhaal af en rond en geeft het boek haast een detectiveachtige allure. Toch is het Marías daar niet om te doen. De essentie van een roman zit voor hem in scènes waarbij de lezer kan denken: daar heb ik nooit over nagedacht, waarbij hij een zin ziet die hij wil onderstrepen omdat er iets staat wat hij wist en tegelijk níet wist, of niet onder woorden kon brengen. Iets wat hij herkent als een waarheid.
Soms leeft de neiging een paar bladzijdes over te slaan. De herhaling van zinnen en gebeurtenissen in Marías’ werk wordt wel vergeleken met een muziekstuk. Het op veel manieren hetzelfde zeggen, maar steeds net weer een beetje anders intrigeert en irriteert. Toch achtervolgen de beelden, de details en rijkheid van zinnen. Ze blijven nazinderen en vragen om meer Javier Marías.