James Baldwin – Als Beale Street kon praten

Naar adem snakken

Recensie door Rieks Holtkamp

‘Het kostte me jaren om alle vuil dat mij over mijzelf was ingeprent, enwat ik voor de helft geloofde, uit te kotsen, voordat ik in staat was om op aarde rond te lopen alsof ik er recht op had hier te zijn’, schrijft James Baldwin in 1960 in een artikel over het studentenprotest in Tallahassee, Florida, naar aanleiding van de rassenscheiding. Hetzelfde artikel opent met de vaststelling dat je als zwarte altijd op je hoede moet zijn in het contact met de blanken. Voor je het weet heb je een  onzichtbare grens overschreden met (vaak) catastrofale gevolgen.
Die wetenschap komt je niet alleen van pas in het zuiden van de Verenigde Staten, maar ook in het noorden, bijvoorbeeld in Harlem, New York, waar Baldwin zijn roman Als Beale Street kon praten uit 1974 situeert en waar hij ook opgroeide.

Een jaar nadien kwam de roman in Nederlandse vertaling uit. Nu is er een nieuwe vertaling van deze tamelijk onbekende roman van Baldwin. Afgelopen najaar kwam in de VS de gelijknamige film uit en als het aan de critici van The New York Times ligt, zou die voor een Oscar genomineerd moeten worden.
De titel van de roman verwijst naar een regel uit Beale Street Blues van W.C. Handy uit 1917, een bitter-zoet nummer dat sindsdien door talrijke artiesten op de plaat is gezet, onder wie Louis Armstrong en Lena Horne, schitterende versies die bijvoorbeeld op YouTube zijn te beluisteren.
Als Beale Street kon praten is een verhaal over de liefde tussen twee jonge mensen Tish en Fonny, dat zich afspeelt tegen de boven beschreven achtergrond. De ontwikkelingen worden in flashback beschreven vanuit het perspectief van de ik-verteller Tish, de vrouwelijke hoofdpersoon. Dat vertelperspectief is door Baldwin niet voor niets gekozen. Op deze manier drukt hij de lezer met de neus op de ontstellende feiten. Er is geen ontkomen aan. Daarmee zet hij de lezer op één lijn met de zwarte hoofdpersonages, voor wie er in een wereld waarin op elke hoek van de straat valstrikken worden gespannen, ook geen ontkomen aan is.

Fonny belandt in de gevangenis omdat de buurtagent nog een rekening met hem heeft te vereffenen. Want als Tish bij een groentewinkel wordt betast door een blanke junk en Fonny deze vervolgens neerslaat, meent de buurtagent te moeten optreden en spreekt Fonny hierop aan. De Italiaanse groenteverkoopster springt als enige voor Fonny in de bres. De agent druipt af. Zijn ego heeft een gevoelige deuk opgelopen. En, zo weet iedere zwarte, dan wordt zo’n agent gevaarlijk.
Later wordt Fonny beschuldigd van verkrachting. Fonny is onschuldig. Dat weet agent Bell net zo goed als Fonny zelf. Maar het systeem, waarin je als zwarte per definitie schuldig bent, heeft daar maling aan.
Intussen is Tish zwanger van Fonny. We volgen de ontwikkelingen van de baby in de buik van Tish op de voet, net als de pogingen van de beide families om Fonny met behulp van een advocaat uit de gevangenis te krijgen.

De werkelijkheid die Baldwin in zijn roman beschrijft en die hij in talrijke essays en artikelen heeft beklemtoond, maakt van Als Beale Street kon praten nog geen diep treurige roman. Integendeel, er is hoop, uit gesproken door de hoofdpersonages, met een prominente rol voor Sharon, de moeder van Tish: ‘zolang we het hoofd koel houden en ons voor ogen houden welke belangen er voor ons op het spel staan, niet in de laatste plaats de toekomst van de baby die op komst is’.
Dan is er nog de ontmaagdingsscène van Tish. Zo huiveringwekkend mooi en liefdevol beschreven dat het je als lezer de adem beneemt.

Kortom, een opzienbarende roman. Maar dat wisten de Nederlandstalige lezers in 1975 natuurlijk ook al. Desondanks is de heruitgave in een prachtige nieuwe vertaling van Harm Damsma – wat is levend Nederlands toch mooi – een bijzondere gebeurtenis, al was het maar vanwege de opmerkelijke ‘waarschuwing’ aan de lezer.

‘Uitgeverij De Geus heeft ervoor gekozen het woord ‘white’ te vertalen als ‘wit’ in plaats van ‘blank’. Het woord ‘nigger’ is onvertaald gelaten. Middels deze keuzes hebben we geprobeerd recht te doen aan de auteur in de taal van het Nederland van nu, met inclusiviteit als uitgangspunt. Dit ondanks nadrukkelijk protest van de vertaler.’
Deze ‘belijdenis’ staat boven het colofon van het boek. Is dit nu een poging van de uitgeverij om de geschiedenis achteraf ‘wit’ te poetsen, om tegenstellingen van destijds in Amerika (en in Nederland) met terugwerkende kracht te verzachten?

Als in het Amerikaans ‘black’ tegenover ‘white’ staat (‘for whites only’), is het Nederlandse equivalent ‘blank’ tegenover ‘zwart’. Slegs vir blanke’ kennen wij Nederlanders nog maar al te goed in de Afrikaanse zustertaal, de taal die ons en de rest van de wereld met het woord ‘apartheid’ heeft opgezadeld.
Dus waarom ‘wit’ in plaats van ‘blank’? Vanuit het perspectief, we zijn nu beter geworden, we gaan op een humanere manier met elkaar om? Dat laatste is wat de heersende ‘witte’ ideologie graag iedereen wil doen geloven, waarmee echter een nieuwe valse mythe wordt gecreëerd.

De zwarte Pietendiscussie in ons land wordt vooral belicht vanuit het perspectief van Nederlanders die het gevoel hebben dat hen hun ‘cultuur’ wordt afgepakt. Maar je zou de controverse ook kunnen benaderen vanuit het gegeven dat zwarte mensen in ons land zwarte Piet niet alleen associëren met het slavernijverleden en alledaags racisme, maar ook en vooral met het gegeven dat dit verleden en het racisme in de heersende ‘witte’ ideologie, hoegenaamd niet voorkomt. Het is altijd weggepoetst. Zwarte mensen die dit thema aanroeren worden weggezet als aanstellers. En dát is wat pijn doet.
Zolang de heersende ‘witte’ gemeenschap niet in staat is om het slavernijverleden als onderdeel te zien van de ‘witte’ cultuur, hoe pijnlijk ook, kun je wel een woordje ‘blank’ vervangen door ‘wit’, maar daarmee is aan de werkelijke situatie niets veranderd. Die is ook met newspeakniet uitgewist.
Zolang een zwarte of gekleurde Nederlander nog betiteld moet worden als Surinaamse, Antilliaanse, Marokkaanse, Turkse of Ghanese Nederlander, in plaats van Nederlander, zo lang is er nog apartheid in dit land.

In de documentaire I am not your negro uit 2016 heeft Baldwin zelf het laatste woord. Wat hij zegt zou evengoed op de Nederlandse verhoudingen kunnen slaan als op de situatie in de Verenigde Staten, in Baldwins tijd en in de huidige.
‘Wat blanke mensen moeten doen is proberen bij zichzelf te rade te gaan, waarom het überhaupt nodig is om een ‘nikker’ te hebben, want ik ben geen nikker. Ik ben een mens. (…) Als ik hier niet de nikker ben en jullie hebben hem uitgevonden, jullie blanken hebben hem uitgevonden, dan moet je proberen uit te zoeken waarom. En de toekomst van ons land hangt daarvan af, of het al dan niet in staat is zich die vraag te stellen.’

De context waarin James Baldwin dit liefdesverhaal plaatst, gaat overigens verder dan de rassentegenstellingen van de jaren zestig en begin zeventig in Harlem en omgeving. Na terugkeer uit Puerto Rico waar Sharon, de moeder van Tish, heeft geprobeerd de vrouw die Fonny beschuldigde van verkrachting, over te halen haar verklaring in te trekken, schetst ze Tish hoeveel overeenkomsten er zijn tussen de Puertoricaanse zwarte bevolking en de Amerikaanse.
‘Ik had het nog nooit zo bekeken. Nog nooit. Ik spreek geen Spaans, en zij spreken geen Engels. Maar we leven op dezelfde vuilnisbelt. Om dezelfde reden. (…) Om dezelfde reden had ik er nog nooit eerder zo over nagedacht. Wie Amerika ook ontdekt heeft, ze hadden hem geketend en wel terug moeten sturen om in eigen land te creperen.’

Baldwin sluit het manuscript af, zo staat aan het slot van de roman, met: ‘Saint-Paul-de Vence. Columbusdag, 12 oktober, 1973.’ In Spanje werd die dag traditioneel –Franco leefde nog – Día de la Raza gevierd, het superieure blanke ras, wel te verstaan.

 

 

Omslag Als Beale Street kon praten - James Baldwin
Als Beale Street kon praten
James Baldwin
Vertaling door: Harm Damsma
Oorspronkelijke titel: If Beale Street could talk
Verschenen bij: De Geus (2018)
ISBN: 9789044540406
320 pagina's
Prijs: € 23,50

Om Literair Nederland draaiende te houden, zijn wij afhankelijk van vrijwillige bijdragen. U kunt ons steunen via de rode knop. Waarvoor onze hartelijke dank!

Meer van Rieks Holtkamp:

Naar adem snakken

Over 'Als Beale Street kon praten' van James Baldwin

Recent

28 november 2023

Waanzinnige necrologie over Von Neumann

Over 'De MANIAC' van Benjamín Labatut
25 november 2023

Zoektocht naar jezelf

Over 'Kilometers zonlicht' van Marike Goslinga
23 november 2023

Een intiem verhaal over geluk en ziekte, kwelling en verlangen

Over 'Een vrouw met mooie borsten. Het dagboek van Veere Wachter' van Elte Rauch
22 november 2023

De dichter als beeldhouwer

Over 'Hoe het werkt' van Nachoem Wijnberg
21 november 2023

Personages J.J. Voskuil leven voort bij Wim Huijser

Over 'Het genootschap' van Wim Huijser