Hilary Mantel won twee keer de Man Booker Prize, voor Wolf Hall (2009) en voor Bring up the Bodies (2013), vertaald als Het boek Henry. Vorig jaar bestond de Booker Prize vijftig jaar en ter gelegenheid van dit jubileum werden er vijf boeken genomineerd voor de Golden Man Booker Prize. Wolf Hall was een van de vijf genomineerden voor deze ‘special one-off award to celebrate the 50th anniversary’. Helaas viel Wolf Hall buiten de prijzen; de prijs ging naar de The English Patient van Michael Ondaatje.
Nu Hilary Mantel weer volop in de belangstelling staat – veel lezers wachten met spanning op het laatste deel uit de Cromwell-trilogie – is het een goede zaak dat uitgeverij Atlas Contact haar boek An Experiment in Love uit 1995 opnieuw heeft uitgebracht onder de titel Liefde verkennen.
Liefde verkennen vertelt het verhaal van Carmel, Karina en Julianne die na hun middelbare school in de provincie, gaan studeren aan de universiteit in Londen. Het boek begint zo: ‘Vanmorgen zag ik in de krant een foto van Julia.’ Julia heette vroeger Julianne. Carmel kent haar al vanaf haar negende. Julia is psychotherapeut geworden. Zij behandelt mensen met vermageringsziekte. De ik is Carmel MacBain. De foto en het krantenartikel zetten het verhaal in gang. Ze schrijft: ‘Ik tuurde vanmorgen zo ingespannen naar die krant dat de letters leken te versmelten, alsof ik ergens in de structuur van het papier, ergens in het weefsel ervan, een draad hoopte te ontdekken die me door mijn leven zou leiden, vanaf het punt waar ik me toen bevond tot aan waar ik nu ben.’
Het is alsof je als lezer aanschuift bij Carmel. Zij vertelt je over haar leven en dat van haar studiegenoten. ‘Nu wil ik verdergaan en je vertellen hoe Karina en ik Julianne Lipcott hebben leren kennen, uitleggen hoe onze levens onlosmakelijk verweven zijn geraakt. Maar als ik te snel ga raak ik de draad kwijt, of krijgt het verhaal iets van een breisel dat in een boze bui is gemaakt.’
Carmel is net als Karina afkomstig uit de arbeidersklasse, als enig kind van oude ouders; Julianne noemt haar een ‘werkstersdochter’. Bij Carmel thuis, in Lancashire (Noord Engeland), is het troosteloos. Weinig geld en eten. Haar moeder naait de kleren voor het gezin. Carmel moet de dromen van haar bozige moeder waarmaken; het liefst premier worden. ‘Er gaat niets boven een goede opleiding,’ zei ze, ‘maar die was voor mij niet weggelegd.’ Carmel is een dromerig kind, houdt van lezen en dichtregels. Karina is haar gezette buurmeisje met wie ze van haar moeder moet oplopen naar school. Niet echt een vriendin, maar een meisje dat hatelijke opmerkingen maakt: ‘ze doet aardig in je gezicht, maar toch akelig.’
Ze vertelt over de belevenissen op de basisschool, de Nonnenschool (Christus Verlosser) en de universiteit (Tonbridge Hall). Het hoofdverhaal is dat van Tonbridge Hall, tussendoor blikt Carmel terug op de tijd op de twee andere scholen. De tijdsaanduidingen in het boek zijn vaag – de geschiedenis van de meisjes speelt zich af in de jaren zestig en zeventig van de vorige eeuw. Soms zijn er verwijzingen die houvast geven: ‘Het was het jaar na Chappaquiddick, het jaar dat Julia en ik het huis uitgingen.’ Carmel droomt nog vaak over die ‘afschuwelijke gebeurtenis’. Haar dromen geven een aanwijzing waar dat over gaat: ‘als ik wakker werd kon ik me de dromen nog herinneren: het longweefsel en het water, het uitwaaierende haar en de zuigkracht van de kou.’ De naam van het eilandje is de geschiedenis ingegaan door het verkeersongeluk van Edward Kennedy in 1969. Hij reed met zijn auto van een brug; zijn medepassagiere verdronk in de rivier. Een andere aanwijzing: ‘De invoering van het decimale muntstelstel stond voor de deur.’ Dat was op 15 februari 1971. Zo valt te herleiden dat de meisjes in 1970 en 1971 op Tonbridge Hall studeerden.
De periode op de basisschool typeert zij als het ‘vroegere leven.’ Carmel en Karina slagen voor hun toelatingsexamen voor de katholieke middelbare school, de nonnenschool Christus Verlosser. Dat is in de jaren zestig uitzonderlijk voor kinderen uit de arbeidersklasse. Nadat zij het toelatingsexamen voor de nonnenschool hebben gehaald, kijken klasgenootjes hen met de nek aan; zij worden beschouwd als de ‘bevoorrechten’. Zij zijn van alle basisscholen de eerste meisjes die naar de Christus Verlosser komen. Voor arbeiderskinderen is het ook niet makkelijk zich te handhaven tussen de kinderen uit de hogere klasse. Julianne is zo’n meisje, een ‘doktersdochter’.
Het meest verhaalt Carmen over hun studietijd op Tonhall Bridge. De meisjes zijn dan achttien, negentien jaar oud. Onderwerpen die bij die leeftijd horen zijn de ontdekking van de liefde, mannenbezoek, zorgen over al dan niet zwanger zijn, wel of niet aan de pil, wel of geen abortus. Dat laatste was een belangrijk onderwerp in die tijd. Engeland liep eind jaren zestig voorop met een nieuwe abortuswet. Op de nonnenschool hadden de meisjes allerlei verwachtingen voor de toekomst, diploma halen, moeder worden, verpleegster of lerares; op de universiteit strijken de meisjes de overhemden van hun vriendjes.
De Carmen van het ‘verhaalheden’ reflecteert op de Carmen van toen: ‘Als ik in de tijd kon reizen zou ik terugvliegen, terug in de tijd naar de strijkkamer; ik zou naar die meisjes terugvliegen en ze een klap geven. Ik zou ze tot bezinning willen brengen en zeggen: hoe komt het dat je, na al die jaren leren en studeren, niets anders ambieert dan de wastobbe? Laat liggen dat karweitje en ga het land besturen.’ De directrice van Tonhall Bridge zei toen al tegen Carmen: ‘Voordat je aan en man en een gezin gaat denken, moet je jezelf op de eerste plaats stellen en iets zien te bereiken in het leven. Wie weet zien we jou nog eens in het parlement.’
Vertaalster Marijke Versluys heeft haar vertaling uit 1995 herzien. An Experiment in Love vertaalde ze als Liefde verkennen. Op pagina 189 komt letterlijke vertaling van de Engelse titel voorbij: ‘Het kwam bij me op dat ik wellicht het onderwerp was van een experiment, een experiment in de liefde, bij wijze van spreken: dat ik mijn leven leidde onder Juliannes onderzoekende blik en bepaalde beproevingen voor haar doorstond opdat zij ze zelf niet hoefde te doorstaan.’
Versluys’ vertaling leest net zo vlot als het origineel. Het is knap hoe ze het ritme van Mantels zinnen in het Nederlands heeft weten over te brengen. Een voorbeeld:
‘I place my forefinger on the knots in de wood, those knots that, though they run against the grain, seem more satin-like, more glassy than the wood itself: I think of my life, and the lives of the women I knew, and I say, tapping softly, tapping decisively on the dark and swirling node, that is where we went wrong, just there, that is the very place.’
‘Ik leg mijn wijsvinger op de knoesten in het hout, van die knoesten die weliswaar tegen de draad ingaan maar satijnachtiger en doorschijnender lijken dan het hout zelf; ik denk aan mijn leven en aan het leven van de vrouwen die ik heb gekend, en ik zeg, terwijl ik zacht, gedecideerd op die donkere, kringelende knoest tik: daar zijn we in de fout gegaan, daar, op die plek.’
Het citaat is afkomstig van de laatste bladzijde. Het sluit aan op het citaat uit het begin van het boek over het lezen van de krant waarbij Carmel in de structuur van het papier, ergens in het weefsel ervan, een draad hoopte te ontdekken die haar door haar leven zou leiden.
Liefde verkennen is geen verhaal over het kostschoolleven zoals bijvoorbeeld Enid Blyton dat beschreef in haar Mallory Towerreeks. Carmel tegen haar medestudenten: ‘Dit is Mallory Towers niet’. Ook is het geen verhaal over anorexia, eerder een boek over ‘eetlust in alle facetten en aspecten, te veel of te weinig trek.’ Bovenal is het een verhaal over keuzes maken in het leven en hoe je als vrouw een onafhankelijke en zelfstandig leven opbouwt.
Mantels boek heeft een strakke structuur. Het is knap hoe ze bijvoorbeeld de angst voor verdrinking uit de Chappaquiddickdroom in het begin van het boek laat terugkomen. Carmel: ‘/…/ verdrinking is de manier van doodgaan die ik het meeste vrees.’ Dit sluit aan op de literaire verwijzingen naar de dichtregels uit The Rime of the Ancient Mariner.
‘En versregels schoten door mijn hoofd: Onder water rommelde het voort, / steeds luider, dreigend als de dood; / ’t Bereikte ’t schip, het spleet de baai; / ’t Schip ging ten onder als lood.’
Hierdoor verwacht de lezer dat er wellicht iets ergs kan gebeuren, alleen hij weet nog niet wat.
Daarbij heeft het boek een goed tijdsbeeld van de grote veranderingen in jaren zestig en zeventig voor de positie van meisjes en vrouwen in de maatschappij. Liefde verkennen is het verhaal van Carmel en dat van haar generatie. De kracht van het boek zit hem vooral in het reflecterende commentaar van de vertelster op keuzes die in het verleden werden gemaakt.
Tot slot: het boek bevat meerdere verwijzingen naar Jane Eyre. Een goede reden om naast Liefde verkennen dat boek te herlezen.