De Noorse schrijfster Herbjørg Wassmo (1942) debuteerde in 1972 met de dichtbundel Vingeslag. In 1981 brak ze met de Tora-trilogie door als auteur. Inmiddels heeft Wassmo ruim een dozijn boeken op haar naam staan die in verschillende landen bestsellers werden. Ook ontving zij meerdere onderscheidingen. Het huis met de blinde serre is het eerste deel van de bekroonde reeks over het meisje Tora. Onlangs verscheen het opnieuw in een kleine uitgave in de Colibri-bibliotheek.
De 12-jarige Tora woont rond 1955 met haar moeder in een vissersdorpje in het noorden van Noorwegen. Met een enorm inlevingsvermogen beschrijft Wassmo het leven van dit meisje dat 10 jaar na de oorlog nog steeds ‘dat moffenjong’ blijft. Tora is geboren uit een relatie tussen een vissermeisje en een Duitse officier en in het dorp waar ze woont wordt zij uitgescholden en buiten gesloten. Van haar willoze, getraumatiseerde moeder hoeft zij geen steun of liefde te verwachten. Tora’s moeder is hertrouwd met een werkloze alcoholist die in de gevangenis heeft gezeten. Terwijl moeder hard werkt op de visafslag en als schoonmaakster, misbruikt haar stiefvader Tora. Tora durft niemand in vertrouwen te nemen. Het verdriet en de eenzaamheid van dit meisje zijn aangrijpend en invoelbaar beschreven. Vooral het gevoel van onveiligheid zowel thuis als in het dorp overheerst en is beklemmend.
De macht die stiefvader Hendrik over haar heeft is alles overheersend.
‘Toen had ze begrepen dat Hendrik de sterkste was.’ (10) ‘En Tora wist dat de sterkste de dienst uitmaakte en altijd gelijk had. Het was belangrijk om te weten wie de sterkste was. Hendrik was de sterkste.’(26)
Hendriks dreigende aanwezigheid maakt Tora’s leven ondraaglijk. Altijd let hij op haar en ze leert zich zelfs aan in zijn bijzijn alleen het het allernoodzakelijkste te eten. Alleen zijn blik al doet haar knoeien met haar eten en hem in woede uitbarsten. Maar het ergste is het misbruik. ‘Handen. Handen die in het donker kwamen. Dat was het gevaarlijkste.’(10)
Tora wordt steeds zwijgzamer en ze bezwijkt bijna onder de schuldgevoelens. Heel langzaam verliest ze alle contact met haar omgeving. Haar enige ontsnapping zijn haar fantasie en de wereld in haar boeken. Een ander lichtpuntje in haar zwarte leven is haar tante Rakel. Deze zus van haar moeder is ongewild kinderloos en biedt Tora warmte. Al snakt Tora naar de liefde van haar ongrijpbare moeder en niet die van haar tante. Daarom fantaseert Tora vaak dat Rakel haar echte moeder is. Net zoals ze droomt over een vader in het verre Berlijn en het leven van haar mooie lerares op school.
Het huis met de blinde serre is een zwaar boek, maar het wordt nergens naargeestig. De beklemming knijpt je keel af en toe dicht. Dat komt vooral door Wassmo’s schrijfstijl; als knap vertelster suggereert ze meer dan ze benoemt. Ook de rake, intense beschrijvingen van het rauwe Noorse leven in een kleine gesloten gemeenschap dragen bij aan die beklemming. Als lezer kruip je dicht op de huid, of beter gezegd zelfs onder de huid, van meisje Tora en dat maakt dat je wilt weten of zij het redt. Dat is een voordeel van deze heruitgave: de overige delen uit de trilogie zijn al verschenen zijn, lang wachten op het antwoord hoeft dus niet.