Hans den Hartog Jager (1968) is journalist bij NRC Handelsblad. Hij schrijft voor de cultuursectie en publiceerde onder anderen over Menno ter Braak, Gerhard Richter, Lucian Freud en Vincent van Gogh. Zijn debuutroman Zelf God worden gaat over kunst, God en over de tijdloze leegte.Thomas Locher, een galeriehouder, vertrekt naar Aix-en-Provence. Daar heeft hij een mysterieuze afspraak met Lucas Thorvaldsen, een succesvolle kunstenaar die in zijn galerij exposeert. Lucas wou hem niet inlichten over de reden van de reis dus vertrekt Thomas met een hoofd vol vraagtekens naar het zuiden van Frankrijk.
Aangezien hun gemeenschappelijke interesse kunst is, vermoedt Thomas dat kunst het uitgangspunt van de trip is. Wat kan de Aix-en-Provence bieden? Er zijn daar geen noemenswaardige galerijen of musea. Het enige dat die streek te bieden heeft is Cézanne. De Mont Sainte-Victoire is een berg die Cézanne vaak geschilderd heeft. Vooral de zuidkant van de berg heeft de beroemde schilder vaak op doek gezet. Als Thomas naar de noordzijde van Mont Sainte-Victoire kijkt, maakt Hans den Hartog Jager een duidelijke allusie op ‘ceci n’est pas une pipe’, een werk van Magritte. ‘Hier sta ik dan: geparkeerd in de marge van de kunstwereld, turend naar de achterkant van een Cézanne-schilderij’. Net zoals Magritte bedoelde dat het niet om een echte pijp ging, maar een afbeelding van een pijp, bedoelt Jager dat Thomas niet echt kijkt naar de achterkant van het schilderij, maar naar de achterkant van de berg die op een schilderij staat afgebeeld.
God is een stokpaardje voor Hans den Hartog Jager. Doorheen het hele boek vind je namen van heiligen terug. Zo vergelijkt hij zijn assistente Laura met Maria Magdalena of moeder Gods. ‘De enigen die echt beroemd zijn, zijn diegenen die over de deelwerelden heen weten te reiken. Die ergens voor staan. Merken of grote sterren. Coca-Cola, Madonna, Hitler, Nike, McDonalds. Iedereen kent ze omdat ze ieders leven hebben geraakt. Je kunt niet om ze heen, net zoals je vijf eeuwen geleden niet om de kerk heen kon, omdat die het monopolie had op God – God, de beste marketingmanager uit de geschiedenis!’
Kunstenaars horen niet in deze categorie, ook al kunnen ze zoveel werelden creëren als ze willen. De greep van kunstenaars is te klein, te weinig omvattend. Het werk van een kunstenaar kan niet concurreren met computers of sportschoenen.Niet alleen God is een centraal thema in Zelf God worden. Kunst neemt nog een belangrijkere positie in. Met ‘De Val van Icarus’ begon de kunstinteresse voor Thomas Locher. Dit schilderij krijgt verschillende interpretaties in het boek en de geheimen ervan worden stilaan ontrafeld. Toch is beeldende kunst niet voldoende voor de twee hoofdpersonages. Volgens Lucas is vooral ‘verdwijnen’ een kunst. Enkele kunstenaars gingen hem al voor in de verdwijnkunst.
Bas Jan Ader heeft als kunstenaar zijn eigen verdwijning uitgevoerd met ‘In search of the miraculous’. Lucas wil een soort zwart gat creëren waarin kunstwerken verdwijnen, maar dat er ook af en toe terug uitspuwt. Het ultieme doel van Lucas is ‘Operatie Onzichtbaarheid’. Het boek is opgebouwd met een uitzonderlijk gevoel voor spanning en emoties. De gedachten van Thomas zijn tot in de detail beschreven zonder dat de lezer het als langdradig ervaart. Zonder twijfel is Zelf God worden één van de beste debuten van 2003. Hans den Hartog Jager beschikt over een grote kunstvakkennis die hij met zijn schrijftalent overbrengt op de leek.