Dit bekende werk van Graham Greene uit 1948 vertelt het verhaal van Scobie, assistent-commissaris in een Britse kolonie in West-Afrika. Hij is een man van eer en integriteit, religieus, maar zit vast in een huwelijk dat eigenlijk voorbij is. Wanneer zijn bevordering tot commissaris tot verdriet van zijn vrouw Louise niet doorgaat, – overigens niet tot zijn verdriet – stuurt hij haar op reis. Tijdens haar afwezigheid raakt hij verstrikt in de tentakels van de diamantsmokkelaar Yusef en wordt hij verliefd op Helen, een jonge weduwe. Zijn leven krijgt dan een heel andere wending.
Zijn omgeving houdt hem voortdurend een spiegel voor en heel geleidelijk begint hij te beseffen dat hij niet meer terug kan. Hoezeer hij ook probeert om een integere oplossing te vinden voor zijn omgang met de diamantsmokkelaar of voor zijn overspel, hij slaagt daar niet in, met fatale afloop.
Naar eer en geweten
De dilemma’s waarvoor Scobie zich gesteld ziet en de consequenties van zijn keuzes vormen het belangrijkste bestanddeel van dit spannende boek. Greene sleept de lezer mee het verhaal in en hij laat je niet meer los. Zozeer, dat als je niet oppast, je medelijden met hem krijgt en begrip krijgt voor de verkeerde keuzes die hij maakt.
Zo probeert de diamantsmokkelaar hem te paaien, terwijl Scobie hem probeert te betrappen. Om de buitenlandse reis van zijn vrouw te kunnen betalen, sluit hij evenwel een lening bij hem af. Dat is niet slim en loopt ook niet goed af. Zijn bevordering tot commissaris gaat onder meer niet door vanwege zijn banden met deze Yusef.
Vanaf het begin van zijn verhouding met Helen weet hij dat deze geen stand kan houden. Deze ‘zonde’ verdraagt zich overigens ook niet met zijn religieuze opvatting, maar hij verzint telkens een argument waarom het geen zonde zou zijn. Zo gaat hij er – tegen beter weten in – vanuit dat zijn vrouw niet meer zal terugkomen. Hoe langer zijn verhouding met Helen duurt, hoe groter zijn innerlijke worsteling. Bovendien kan hij zijn relatie in de kleine koloniale gemeenschap niet geheim houden. Zijn loyaliteit aan Louise maar ook aan Helen maken het leven van Scobie tot een hel en ook zijn geloof biedt hem weinig houvast. Het leven glijdt hem langzaam uit handen.
Waardering
Na bijna 70 jaar heeft dit werk weinig van zijn waarde verloren. Het is zeer verhalend geschreven, zit knap in elkaar, is spannend om te lezen en werkt geleidelijk toe naar het onontkoombare einde. De belangrijkste personages zijn mooi gekarakteriseerd. De dilemma’s waarvoor Scobie zich gesteld ziet of die hij eigenlijk zelf creëert, worden uitvoerig beschreven, zowel in zijn mogelijke oplossingen als in de uiteindelijke consequenties. In die zin zit er een mooie filosofische laag onder deze politiethriller. De schrijfster en filosofe Désanne van Brederode typeert dit boek in haar voorwoord om die reden als meer dan een ‘spannend jongensboek’. En zo is het. Dat is het knappe van Greene.
Hoewel het spannende verhaal goed te lezen is, is de stijl niet meer geheel van deze tijd. Greene gebruikt veel woorden en is soms wat langdradig door een teveel aan uitweidingen.
Dat alles neemt niet weg, dat deze hernieuwde kennismaking met Greene de moeite waard is.