De jonge Italiaanse schijfster Ginevra Lamberti heeft in haar laatste, zojuist vertaalde roman, Iedereen slaapt in de vallei, een naargeestig beeld geschapen van het leven van mensen in een vallei in Italië, waar zelfs de zomer het aflegt tegen de kou. ‘Alleen in de uren dat het stopt met regenen kun je even de illusie hebben dat je botten de kans krijgen om warm te worden.’ Deze sombere gedachte komt op in het hoofd van Costanza, die in de vallei opgroeit in ‘het grote gele huis’ in een niet nader genoemd dorpje in de provincie Veneto.
In deze roman heeft niemand een achternaam. Een verklaring hiervoor biedt de schrijfster in haar dankwoord met de veelzeggende zin, ‘een achternaam wil zeggen dat je bij iemand hoort.’ Het staat er zo droogjes, maar er is geen woord van gelogen. De personen in dit boek lijken allemaal nergens bij te horen, geboren onder de doem van het ongeluk, die hun leven naargeestig en donker maakt. Ze zijn veelal eenzaam en hebben geen echte binding met hun familieleden.
Contactarme omgeving
Costanza is de dochter van Augusta en Tiziano. Van Augusta wordt verteld dat ze zoveel nare dingen heeft meegemaakt dat ze ‘niet meer in staat was om wat dan ook te voelen.’ Als Costanza wordt geboren, is ze niet eens in staat haar kind aan te kijken, laat staan aan te raken. Van de overigens niet kwaadaardige vader Tiziano wordt gezegd dat hij het talent heeft om mensen het zwijgen op te leggen door hen alleen maar aan te kijken. In deze contactarme en liefdeloze omgeving groeit ze op. Geen wonder dat ze maar een ding wil: zo snel mogelijk vluchten uit deze hel.
Na allerlei omzwervingen komt Constanza in contact met Claudio, een Romeinse jongeman die nooit antwoord kreeg op de vraag, ‘waarom komt papa niet terug?’ Ook Claudio heeft geen binding met zijn ouders en voelt zich vaak eenzaam. Hij komt in de drugsscene terecht als zware gebruiker en dealer. Hij is wat je zou noemen een smiecht, een onbetrouwbaar mens, maar omdat hij zo charmant en positief is, vergeef je hem veel.
Claudio en Costanza krijgen een kind. Gaia wordt geboren in het grootste afkickcentrum van het land waar haar vader probeert af te kicken en haar moeder werkt. De bevalling is voor haar moeder één groot drama. Gaia is het kind van mensen die geworteld zijn in hun eigen eenzaamheid. Die zijn opgegroeid zonder ooit gehoord te zijn, aan wie altijd alles ontkend is, die nooit hebben leren spreken over wat hen bezighoudt. Die door hun omgeving in het ongewisse zijn gehouden en geen klankbord hadden.
De zon laat zich weinig zien
Claudio heeft aan Gaia wel iets nagelaten, namelijk het talent om overal een vrolijke draai aan te geven. Begin en eind van een verhaal wordt door hem zo gekozen dat de mensen er om moeten lachen. Maar veel om te lachen is er niet in dit boek. De schrijfster vertelt tientallen scenes uit het leven van deze ongelukkige mensen. Schrijfster Ginevra Lamberti is evenals het personage Gaia geboren in een afkickcentrum. Maar het is geen autobiografische roman of een historisch verhaal over de geschiedenis van haar familie. Het gaat hier om een autofictieve roman opgebouwd uit tientallen hoofdstukken, die je kriskras door de tijd heen voeren. Geholpen door een jaartal boven ieder hoofdstuk en twee stambomen die voorin het boek staan afgedrukt. Er ontstaat stukje bij beetje een beeld van een gemeenschap en een familie waar van alles mee mis is, levend in een vallei waar de zon zich ’s morgens heel even laat zien en ’s avond weer vroeg achter de bergen verdwijnt. Lamberti verwoordt dit heel poëtisch door middel van het beeld dat het begin en eind van de dag ‘altijd onthoofd wordt’.
De vallei wordt in dit verhaal een soort personificatie van Dante’s hel, een plaats waar mensen per definitie ongelukkig zijn en elkaar pijn doen, ingeperkt door oude gebruiken, regels van de gemeenschap en voorschriften van de kerk. Een plaats waar de tijd stil staat en waar de jaren nog verlopen volgens een agrarische en traditionele kalender. Een van de regels is dat de kaas op een bepaalde manier moet worden afgesneden. Elke afwijking van de regel wordt beschouwd als een gebrek aan respect. Het fabriceren van de grappa luistert ook nauw. Men volgt een eeuwenoud proces van destillatie. Voor de vertelster is ook dit fabricageproces reden om ongelukkig te zijn. Het gebrek aan liefde in de familie kleurt iedere handeling zwart.
Slachtoffer van slachtoffers
In deze roman komt een lijn van geslachten in beeld die droefgeestig stemt. Om het met een heel oude reformatorische uitdrukking te zeggen: ‘De zonden van de vaderen worden bezocht aan de kinderen.’ De veronachtzaming van kinderen, door ouders die zelf ook nooit ‘gezien’ werden, levert opnieuw gemankeerde kinderen op, niet als een straf, maar als een soort natuurlijk proces. Gaia is in deze roman een ‘slachtoffer van slachtoffers’.
Een boeiende roman waarin de lezer wordt uitgedaagd en aan het denken gezet. Het is geen eendimensionaal verhaal van A naar Z en vereist wat puzzelwerk. Alleen het einde is helder, maar of het vrolijk is, is niet te zeggen. Gaia vertrekt uit de vallei naar zee, weg uit de verstikkende atmosfeer waarin ze opgroeide. Is ze – in tegenstelling tot haar moeder Costanza en haar grootmoeder Augusta – in staat om een nieuw leven te beginnen, nu ze van het verleden stukje bij beetje een verhaal heeft gemaakt? Dat mag de lezer zelf bedenken.