In 2014 verscheen de poëziebundel Weg van Damascus, van de Palestijns-Syrische dichter Ghayath Almadhoun. Op het omslag van deze bundel is het schilderij ‘De kus’ van Gustav Klimt te herkennen – maar liefelijk of ongeschonden is het niet, integendeel. Kennelijk is het schilderij veel meer dan levensgroot aangebracht op de muur van een gebouw of huizencomplex. Het zit vol beschadigingen, inslagen van kogelgaten, hele stukken muur ontbreken. Het symboliseert een aangrijpende werkelijkheid, die een wrede combinatie laat zien van enerzijds tederheid, overgave, artistieke inspiratie en aan de andere kant de bittere, actuele realiteit van oorlog en verwoesting. De titel van de bundel is Weg van Damascus, waarmee – voor zover dat nog nodig was – die bittere actualiteit in drie woorden ook nog eens is samengevat. Het gaat over het Midden-Oosten en over ‘weg’ zijn. Het hele oorlogs- en vluchtelingenvraagstuk is aan de orde, nog vóór de lezer de bundel zelfs maar heeft opengeslagen.
Klinische observaties
De gedichten van Almadhoun bestaan uit poëtisch proza of prozaïsche poëzie. De bundel bevat volgens de inhoudsopgave elf gedichten, die bijna alle uit meerdere delen bestaan. De tekst van ‘De stad’ bijvoorbeeld, kennelijk over Damascus, valt in acht stukken van zeer ongelijke omvang uiteen. Overkoepelend is het markante contrast tussen lieflijke beelden en de schrille realiteit.
[…] Deze stad heeft de navelstreng die haar verbindt met de dood niet doorgesneden. Elke nacht slijpt ze haar mes, in afwachting van de volgende slachting. Had ik maar de warmte van de motor van een auto in jouw trieste winter, of de kou van een graf in jouw bittere zomer, o woestijn van cement, o stad die thee drinkt op de melodie van de strijd, die de dans van de nederlaag danst op de lijken van haar verdoolde zonen. Amen.
De cyclus ‘Details’, bestaande uit 19 fragmenten, is in klinische observaties evenzeer schrijnend – en juist door de poëtische vorm veelzeggend en aangrijpend.
Een aantal mensen probeerde me weg te trekken, maar de sluipschutter protesteerde met zijn geweer, waarna ze zich bedachten. Hij was een gewetensvolle sluitpschutter, die eerlijk zijn werk deed en tijd noch mensen verkwistte.
Afzichtelijke werkelijkheid
Of wat te denken van de verbluffende speelsheid waarmee Almadhoun de begrippen ‘verdriet’ en ‘leed’ te lijf gaat in het gedicht ‘Hoe ik een dichter werd’:
Haar verdriet viel van het balkon en brak. Ze kreeg behoefte aan een nieuw verdriet. Toen ik met haar naar de markt ging, bleken de prijzen van verdriet onwaarschijnlijk hoog, dus adviseerde ik haar een tweedehands verdriet te kopen. We vonden een verdriet dat in goed staat verkeerde, het was alleen een beetje groot. Het had aan een jonge dichter toebehoord, die die zomer zelfmoord had gepleegd, vertelde de handelaar ons. […]
Overtuigend slaagt de dichter erin een uitzichtloze en afzichtelijke werkelijkheid die wij alleen kennen uit de krant en van de actualiteitenrubriek, op een indringende en ‘andere’ manier onder de aandacht te brengen. Voorwaar geen geringe verdienste van de dichter – en de bevestiging van de overweldigende en onuitputtelijk zeggingskracht van de poëzie. Van Almadhouns poëzie, maar ook van poëzie in het algemeen. Zoals het ook iets zegt over dichters, die uit omstandigheden die daar beslist geen aanleiding toe geven, inspiratie weten te putten voor gedichten die confronteren, amuseren, afleiden en troosten. Dit dwingt in het geval van Almadhoun niet alleen bewondering af, maar ook diep, diep respect.