Gerrit Jan Zwier – Boom in een winters bos

Reizen en dromen met Zwier

Recensie door Katrien Scheir

Wat doet een reisauteur tijdens een pandemie? Zich omscholen tot volbloed romancier. Meer te weten komen over lucide dromen. Reizen door zijn kamer…
De kamer van antropoloog, bioloog, geograaf en reisauteur Gerrit Jan Zwier blijkt een museum zelf, met Noorse tijdschriften, reisverhalen, een schelpencollectie. Zwier verbindt vele vakken. Ooit volgde hij colleges meteorologie bij W.F. Hermans. Stof genoeg en een boeiend gegeven: een boek van een reisauteur tijdens de lockdown.

Boom in een winters bos voert de lezer langs herinneringen, verwijzingen, dagboekfragmenten. Zwier schetst een manier van reizen die dicht bij het romantische levensgevoel ligt: beschouwen en zwerven tegelijk. Een manier die geschiedenis, natuur en kunst samenbrengt.
De jongeren die tijdens de pandemie feestjes bleven houden of toeristen die niet zonder ‘hun pleziertjes’ konden, krijgen er geregeld van langs. Hun houding contrasteert met de filosofie van Zwier, brompot of niet en zeker geen toerist. Hij steekt zijn mening niet onder stoelen of banken.

Draden en sporen

In Boom in een winters bos volgt Zwier een spoor van landschapsschilders zoals Johan Christian Dahl en van de Noorse trollentekenaar Theodor Kittelsen. Hij vertelt over schilderijen, plaatsen, muziek en een enkele schrijver van de noordelijke romantiek. Ook Grieg en Ibsen passeren de revue. Corona vormt een spanningsboog door het boek heen. In dagboekfragmenten brengt Zwier verslag uit van de pandemie. Dat doet vaak opschrikken uit de dromerige romantiek van een ver verleden of een uitgestrekt landschap. Het heden vormt een boeiende dialoog met de romantiek van het verleden. Ook de lockdown noopt tot verlangen, maar een ware romanticus als Gerrit Jan Zwier kan daarmee omgaan.

De auteur geeft aan dat hij zelf maar half de manier begrijpt waarop allerlei zaken uit zijn verleden en binnen zijn interesses met elkaar samenhangen: Tolkien, Kuifje, Eric de Noorman, Heer Bommel, trekvogels, hunebedden, landschapsschilders, Boudewijn Büch, Paaseiland, Slauerhoff, antropologie, reisboeken, Faust. Soms zijn de sprongen in de draden en sporen groot en blijft onduidelijk waar het verhaal heengaat, want als lezers zijn wij gewoon om vakken gesegmenteerd op een bordje te krijgen. De verbindingen die Zwier legt zijn reispaden. Soms verdwaalt hij in zijwegen – ‘nog een terzijde’ – maar gaandeweg lijkt alles op zijn plaats te vallen en volgt het gevoel een groot schilderij langs alle kanten en door vele lagen te hebben bekeken.

Facetten van de romantiek

Zwier belicht de noordelijke romantiek in vele facetten. Hij toont aan dat Hans Christian Andersen, tijdens zijn leven versmaad door zijn landgenoten, met hart en ziel thuishoort in de negentiende-eeuwse romantiek. Andersen was een gekwelde kunstenaar bij wie de spreuk ‘Nooit hier, altijd daar’ paste. Hij was ijdel en bitter maar niet nationalistisch.

‘De faustische mens staat open voor de donkere regionen in zijn ziel. Hij is de eenzame wolf die de grenzen van zijn mogelijkheden opzoekt. Net als de wijngod Dionysos is hij afkerig van het gematigde, apollinische denken, dat streeft naar harmonie,’ schrijft Zwier. Het begrip ‘faustisch’ duikt ook op in De ondergang van het Avondland, van Oswald Spengler. Zwier haalt er Jan de Vries bij, de germanist en volkskundige die een hekel had aan de moderne tijd en de oude plattelandscultuur zag verdwijnen. Hij zocht zijn heil, zoals wel meer volkskundigen destijds, bij de ideologie van de nazi’s.

Romantische schilders wilden het echte, ongerepte landschap vastleggen. Een nationaal-romantische schilder moest niet zozeer een spiegelbeeld van de werkelijkheid weergeven als wel doordringen in wat eigen en oorspronkelijk is. Een ware romanticus zoekt de eenzaamheid en grootsheid van de wilde natuur, en als die niet voorhanden is, stelt hij het platteland boven de stad. Zwier kaart, gedocumenteerd door verschillende bronnen, ook de valse verheerlijking van het platteland aan, met haar vaak starre en onbeschaafde mentaliteit. Er bestaat ook een noordelijke romantiek die aanschurkt tegen de rechtse ideologie.

De romantiek die Zwier vooropstelt, lijkt onschuldiger. Het is die van de dromer die met een schetsboek en veldfles door het landschap trekt. Gedreven door Wanderlust, het diepe verlangen om door de natuur te trekken. Zelf reisde Zwier dikwijls al liftend, lopend, kamperend. Hij ging op zoek naar afgelegen eilanden, vuurtorens, hunebedden, natuurschilderingen, dichtregels vol verlangen en verhalen over avonturiers en Einzelgängers. Doet dit niet denken aan het schilderij De wandelaar boven de nevelen van Caspar David Friedrich?

Al toont Zwier zich zelf geen nationaal-romanticus, soms laat hij dubieuze ballonnetjes op: ‘Ik kon er maar moeilijk aan wennen dat je zelfs in Lapland groepen zwaar gesluierde vrouwen tegenkwam. Soms heb je het idee dat al dat goedbedoelde laisser-faire rijkelijk naïef is, of het nu om asielzoekers of corona gaat.’ Hij vertelt dat er twee donkere vrouwen met hoofddoekjes zijn boeken op een marktje links laten liggen omdat ze geen connectie met de Nederlandse cultuur hebben. Hun interesse wordt wel gewekt door de kraaltjes van zijn buurvrouw. Zwier was ook in De dwaze eilanden al bezig met botsingen tussen beschavingen.

Feit, verbeelding en verzinsel

Interessant is de link die Zwier legt tussen kunst en wetenschap. Dat geeft stof tot nadenken, zeker met corona op de achtergrond en lieden die het virus en de wetenschap minimaliseren of ontkennen. De vaak getrouwe weergave van de natuur op romantische schilderijen, soms magischer gemaakt om een spiritueel effect te bereiken, bevat ook een grote kennis, zo betoogt de auteur.
Ook als hij over trollen en andere verzinsels vertelt, is dat doordacht. Hij zegt niet steeds iets letterlijks, maar door de compositie van feiten en beschouwingen reikt hij inzichten aan, bijvoorbeeld over fictie en werkelijkheid.

Op de achtergrond van zijn beschouwingen over het noorden maken complotdenkers steeds vaker furore. Voor hen is corona een verzinsel. In dat licht krijgen de kobolden, trollen en elfen plots een nieuwe betekenis. Zij komen vaker voor op het platteland en in uitgestrekte landschappen. Trollen verstenen bij het zonlicht. Ook complotdenkers en hun aanhang lijken rigide en versteend. De verzonnen mythische wezens met hun grimassen zijn een uitdrukking van realistisch gedrag.

Zwier merkt ook op dat Andersen en zijn sprookjes vroeger werden verguisd en pas veel later nationaal geroemd. Met sprookjes werd gelachen, terwijl Denen nu in verzinsels van complotdenkers trappen…  Wel vaker toont Zwier het weefsel van geschiedenis, wetenschap en mythen. Soms verwijst hij naar zijn andere werk. Dat komt soms zelfgenoegzaam over, later blijkt het informatief en een oprecht verslag van een zoektocht in de reis door zijn kamer.

Het omslag van het boek is een schilderij van Peder Balke (1804-1887) over wie Zwier ook al eerder schreef, met als titel Boom in een winters bos. Balkes werk werd sterk beïnvloed door Johan Christian Dahl en Caspar David Friedrich. Het kijken naar een schilderij heeft vaak dezelfde meditatieve uitwerking als kijken naar een landschap of naar een hunebed in dat landschap, zegt Zwier. Vaak probeert hij de verbeelding te vergelijken met de realiteit. ‘Nadat we door een stoppelveld rond de tuin zijn gelopen staan we opeens oog in oog met de inspiratiebron van het beroemdste schilderij van Lundbye.’

Het romantische levensgevoel laat zich niet zo makkelijk definiëren. ‘Het gaat daarbij om sfeer en herkenning,’ concludeert Zwier. ‘Wie met een onverschillige blik naar het maanverlichte hunebed van Carus op Rügen kijkt, hoeft zich verder niet in de romantiek te verdiepen, of die nu noordelijk is of niet.’ Lees Boom in een winters bos. Het met subtiele ironie geschreven boek is een boeiende reis.

 

 

Omslag Boom in een winters bos - Gerrit Jan Zwier
Boom in een winters bos
Gerrit Jan Zwier
Verschenen bij: Uitgeverij Atlas Contact 2022
ISBN: 9789045041841
315 pagina's
Prijs: € 24,99

Om Literair Nederland draaiende te houden, zijn wij afhankelijk van vrijwillige bijdragen. U kunt ons steunen via de rode knop. Waarvoor onze hartelijke dank!

Meer van Katrien Scheir:

Recent

26 september 2023

Facsinerende zoektocht van jonge vrouw

Over 'Het kunstzijden meisje' van Irmgard Keun
25 september 2023

‘Liegen is de laatste brug naar redding zonder hoop'

Over 'Ten oosten van de Middellandse Zee ' van Abdelrahman Munif
23 september 2023

333 gebruiksaanwijzingen bij jezelf

Over 'Heel de wereld wordt wakker' van Jaap Robben
22 september 2023

Eigen tekortkomingen actief in jezelf bestrijden

Over 'Het bouwen van een zenuwstelsel. Een memoir' van Margo Jefferson

Verwant