Dilemma’s, dilemma’s
Jasmijn is een 23-jarige studente fotografie die voor een schoolproject naar een Noors eiland wordt gestuurd. Haar docent Van Asschen verwacht dat ze terug komt met ‘lustopwekkende landschapsfoto’s, soft-erotische rotsen en rivieren om bij klaar te komen.’ Als voormalig biologie studente zou het voor haar geen grote moeite moeten zijn om goede natuurfoto’s te maken. Maar zijn hoge verwachtingen ervaart ze als een grote druk, net als die van de mensen om haar heen. Is ze wel een succesvolle dochter, goede vriendin en loyale partner? Wat wil ze gaan doen in de toekomst en zijn haar verwachtingen realistisch?
In Spitsbergen ontmoet ze haar vier jonge huisgenoten, met wie ze de avonturen en ongemakken van het barre klimaat deelt; zo leert ze snus te gebruiken en met een geweer op ijsberen te schieten. Ze krijgen een band met elkaar, waarbij Jasmijn vooral interesse toont in de breedgeschouderde geoloog Lars. Als haar vriendje haar opbelt om te vertellen dat hij overspel heeft gepleegd, gooit ze woedend haar mobieltje in de sneeuw en besluit ze ook niet meer te reageren op de e-mails van haar vriendinnen en ouders. Ze richt zich volledig op Lars. Na verloop van tijd trekt Jasmijn alleen de koude natuur in om haar talent als fotograaf te bewijzen en te ontvluchten aan alle emoties en problemen waar ze mee kampt. Tijdens deze tocht overdenkt ze haar leven. Ze vraagt zich af of ze wel de juiste keuzes heeft gemaakt in haar leven en maakt zich zorgen om de beslissingen die ze in de toekomst moet gaan nemen. Dit neemt haar zo in beslag dat ze nauwelijks meer fotografeert. Pas aan het einde van haar reis realiseert ze zich dat ze zonder goede foto’s misschien niet verder kan met haar studie. Als ze terug is in Nederland merkt ze dat er veel is veranderd: de liefde voor haar vriendje is bekoeld en ze lijkt vervreemd te zijn van haar vriendinnen.
Venhuizen (1985) is wetenschapsjournaliste, schrijfster en fysisch geologe. Ze won een aantal Write Now! prijzen en schrijft in allerlei vormen: onder andere boekrecensies, reisreportages, columns en korte verhalen. Alle bessen kun je eten is haar romandebuut, een boek over een jonge vrouw met een quarterlife crisis. Dit is een verschijnsel waar massa’s studenten zich in zullen herkennen: als je alle vrijheid hebt, wat doe je dan? Jasmijn wikt en weegt, twijfelt, blundert en weet zich meestal geen raad met zichzelf. De ene beslissing sluit het andere weer uit – wat is dan de beste beslissing? Venhuizen brengt dit ‘luxe probleem’ goed in kaart, waardoor het voor de lezer gemakkelijk is om mee te leven. Haar schrijfstijl is prettig – eenvoudig, begrijpelijk, spreektaal en toch (soms pseudo-diepzinnig) poëtisch, en bovenal passend bij Jasmijn.
Het boek heeft drie verhaallijnen. Het eerste richt zich op Jasmijns onzekere verliefde gevoelens voor haar huisgenoot Lars. Haar interesse in hem is overtuigend, maar de lezer krijgt te weinig details om haar verliefdheid echt te begrijpen. Hij heeft een tattoo, bruine baard en interesse in de biologische samenstelling van sneeuw; meer vertelt Venhuizen niet over Lars. De lezer moet Lars als een Ken-pop adoreren: knap, maar leeg. Gelukkig maken haar andere huisgenoten dit liefdesverhaal deels goed – de gevoelige christen Bjarki, opdringerige Inooraq en mooie snobistische Elena creëren een sfeervol plaatje. De vijf jonge reizigers skiën, worden dronken en spelen samen bordspelletjes. De huiselijke taferelen geven de lezer een warm gevoel.
De tweede verhaallijn is Jasmijns solo trektocht door het gebied Dovrefjell. Gezien haar achtergrond had Venhuizen met haar speciale kennis van Alle bessen kun je eten een verhaal kunnen maken vol levendige details over de natuur van het hoge noorden. Dit heeft ze er gedeeltelijk ook van gemaakt, al zijn haar woorden beschrijvend in plaats van geografisch van aard. Gelukkig blijkt juist het beschrijven één van haar talenten: de details over de omgeving vermengt ze mooi met Jasmijns stemming.
In Dovrefjell wordt het duidelijk dat Jasmijn niet veel geeft om fotograferen. Gedurende het verhaal maakt ze af en toe een foto, maar ze lijkt er geen passie voor te hebben. Beschrijvingen van artistieke details (bijvoorbeeld licht, schaduw of kleur) of technieken (zoals sluitertijd) worden slechts sporadisch gegeven. Misschien is dit een manier van Venhuizen om aan te tonen dat Jasmijn eigenlijk geen interesse heeft in fotografie.
De derde lijn bestaat uit Jasmijns levendige jeugdherinneringen, die Venhuizen elke paar pagina’s weer naar voren laat komen. De focus ligt op haar stroeve sociale relaties, voornamelijk met haar ouders en vriendinnen. Waar iedereen in haar omgeving ondernemend en assertief is, is Jasmijn met haar passieve, puberale en onzekere houding een vreemde eend in de bijt. Dit stelt de lezer voor een raadsel. Want zou een studente die naar Noorwegen reist en dagenlang alleen door de natuur struint niet wat steviger in haar (sneeuw)schoenen moeten staan? Maar Jasmijn lijkt zich zelden volwassen op te stellen. Haar reacties op tegenslagen zijn regelmatig uit proportie – zo vernielt ze cd’s als ze gefrustreerd is –, of heel lomp. Een dieptepunt is haar eerste reactie als een jeugdvriendin laat zien dat haar borst is afgezet: ‘Met T-shirt zie je er niets van.’
Moeten we ons Jasmijn inderdaad als een labiel, sociaal onhandig mens voorstellen? Of had Venhuizen Jasmijn wat jonger moeten maken, zodat ze de hormonen de schuld kon geven? Wat de reden ook is, het blijft onmogelijk voor de lezer zich te identificeren met de onvoorspelbare Jasmijn, waardoor ze al snel op de zenuwen gaat werken.
Venhuizen gooit de drie verhaallijnen door elkaar, wat de aandacht van de (geduldige) lezer blijft vasthouden. Bovendien is er op elk moment in het boek wel een onopgelost raadsel: hoe loopt het af met het gewonde rendier? Wat gebeurt er als ze bij haar ouders thuis komt? Dit houdt de spanning er goed in.
Kortom, Alle bessen kun je eten heeft een mooi concept, waarbij de schrijfster bij het uitwerken ervan een paar steken heeft laten vallen, maar dat toch ook weet te boeien.
Alle bessen kun je eten
alleen sommige maar één keer
Auteur: Gemma Venhuizen
Verschenen bij: Uitgeverij Nijgh & Van Ditmar
Aantal pagina’s: 240
Prijs: € 17,50