‘Het spookt in Europa’. Met deze onheilspellende woorden opent de Vlaamse schrijver Geert van Istendael zijn, wat hij noemt, ‘manifest tegen de grote verkilling’. Geïnspireerd door de woorden uit het Communistisch Manifest van Karl Marx: ‘Er waart een spook door Europa’, roept hij op tot een fundamentele bezinning op de kernwaarden van onze West-Europese maatschappij. Voor hem is dat de sociale zekerheid, verankerd in de verzorgingsstaat. Naast de Franse kathedralen, de symfonieën van Beethoven en de schilderijen van Vermeer, is dit een kroonjuweel van de Europese beschaving.
Verkwanseling van de sociale zekerheid en kaping van gedachtegoed
Gewapend met het vlammende zwaard van de retorica trekt Van Istendael als een oudtestamentische Mozes ten strijde tegen de valse profeten van het neoliberalisme, verwoord door de Amerikaanse econoom Milton Friedman en in de jaren tachtig in Europa vooral politiek vertaald door de conservatieve Britse premier Margaret Thatcher. Deze zag het als haar grootste opdracht af te rekenen met het begrip ‘solidariteit’ door de macht te breken van de Britse vakbeweging. Van Istendael laat zien hoe daarna Labour onder leiding van Tony Blair de zogenaamde Derde Weg, New Labour, inslaat, een poging tot consensus tussen neoliberalisme en sociaaldemocratie. In Nederland wordt dit overgenomen door de PvdA en door Wim Kok gekwalificeerd als, ‘het afschudden van de ideologische veren’. Feitelijk bekeerden de sociaaldemocraten zich tot het neoliberale marktdenken. Margaret Thatcher zei het zo, toen iemand haar vroeg wat zij zag als haar grootste verwezenlijking: ‘Tony Blair and New Labour. We forced our opponents to change their minds’. Dodelijker antwoord is, aldus Van Istendael, niet mogelijk. Hij laat zien dat deze ontwikkeling zich in alle belangrijke West-Europese landen vanaf de jaren tachtig en negentig heeft voorgedaan, binnen de eigen nationale context natuurlijk. Van Istendael concentreert zich vooral op de sociaaldemocraten, omdat zij, volgens hem, naast de christendemocraten, in de eerste plaats de dragers en de hoeders zijn van de sociale zekerheid. Deze partijen zijn verantwoordelijk voor de verkwanseling van de sociale zekerheid en de verzorgingsstaat aan een onverantwoordelijk marktdenken. Op deze wijze hebben zij zich vervreemd van hun natuurlijke achterban, wat momenteel overal in Europa duidelijk zichtbaar wordt bij verkiezingen. Mensen voelen zich in de steek gelaten en zoeken hun heil bij doorgaans extreemrechtse populistische groeperingen die goed aanvoelen door welke ongenoegens zij bewogen worden. Het is dan ook niet zo vreemd dat de sociale paragraaf van het Front National van Marine LePen verdacht veel lijkt op die van de vroegere Franse communistische partij. Iets dergelijks zien we natuurlijk ook in Nederland bij de partij van Geert Wilders.
Dieventaal en verloedering
In Nederland werd deze verkwanseling gemunt met de term ‘participatiesamenleving’, een huichelachtige term om, zoals Jeroen Dijsselbloem onomwonden verklaarde, ‘de economie weer in evenwicht te brengen’. De valse suggestie die van de term uitgaat, namelijk de burgers meer deelgenoot te laten uitmaken van het democratische proces door hen te laten meedenken over- en meedoen met het lenigen van de behoeften in de samenleving, zet Van Istendael weg als ‘koorknapengeleuter’. Het gaat om neoliberale marktwerking, keiharde bezuinigingen dus. Hij veegt de vloer aan met figuren als Mario Draghi van de Europese Centrale Bank en diens kompaan Jeroen Dijsselbloem, paladijnen van een ongeremd kapitalisme en ‘herauten van de grote verkilling’. Jeroen Dijsselbloem, door Van Istendael weggezet als ‘nulpunt van luciditeit en verdwijnpunt van zelfinzicht’, wordt als neoliberale heelmeester van de Europese Unie verantwoordelijk gesteld voor de uitzichtloze situatie waarin het grootste deel van de Griekse bevolking zich thans bevindt. Hij heeft de ‘kersverse Griekse regeerders van Syriza geframed als ‘de nieuwe ideologen in Athene’ en gebruikt woorden als ‘gestaald kader, veelal marxisten’, terwijl het programma dat zij voorstaan bij monde van hun minister van financiën, Iannis Varoufakis (een ‘ideologische scherpslijper’, aldus Dijsselbloem) toch alleszins acceptabel wordt geacht door gezaghebbende wetenschappers en bankiers.’
Sorry, we missed you
Terwijl dienstverlening aan die burgers juist de kerntaak van de overheid moet zijn, wordt marktwerking heiligverklaard, altijd ten koste van de burgers. De zogenaamde efficiency van het particuliere bedrijfsleven is, volgens Van Istendael, doorgaans een mythe en maar al te vaak het product van ‘naakte uitbuiting’. Hij laat dit zien aan de hand van Bpost (spreek uit: ‘biepoowst’), zoals de Belgische posterijen sedert enkele jaren heten. Bpost doet aan georoute waarbij iedere beweging van de postbode wordt gechronometreerd: 5,760 seconden per brief. ‘Bpost vindt de metingen objectief. De vakbondsman zegt: Bpost vermaalt menselijk potentieel tot appelmoes. (Zie in dit verband de onlangs uitgebrachte, prachtige film van Ken Loach, ‘Sorry, we missed you’, waarin een soortgelijke problematiek behandeld wordt bij de Britse pakketbezorging.)
De financiële markten zijn, aldus Van Istendael, ten diepste onethisch, immoreel. Dit in tegenstelling tot het ethische begrip ‘sociale zekerheid’. ‘Wie werkt aan de sociale zekerheid geeft blijk van een grote morele en maatschappelijke verantwoordelijkheidszin.’
Noodzakelijk, maar vermoeiend
Geert van Istendael analyseert in zijn boek het feilen van de sociaaldemocratie in West-Europa en de ogenschijnlijk onweerstaanbare opmars van het neoliberale marktdenken. Maar hij is ook een gelovige die voortdurend getuigenis lijkt af te leggen. Hij roept op het tij te keren en de sociale zekerheid, ‘dit kroonjuweel van de Europese beschaving’, te redden en wereldwijd uit te rollen. Van Istendael doet dit met veel verbaal geweld in een hartstochtelijk betoog dat zeer goed onderbouwd is. Hij legt doorlopend kruisverbanden tussen financieel-economische ontwikkelingen, milieukwesties, klimaatcrisis, vluchtelingenproblemen, opkomend nationalisme versus Europese eenwording, racisme en multiculturele samenleving. Kortom, het is een hoogst actueel en goed boek waaraan één nadeel kleeft: zijn in verbaal geweld verpakte woede is ook vermoeiend en gaat soms ten koste van de leesbaarheid.