Frédéric Beigbeder is in Frankrijk een bekende tv-persoonlijkheid en schrijver: non-conformistisch en kritisch. In Een leven zonder einde voert hij zichzelf op als hoofdpersoon in, wat hij noemt, een ‘science-non-fiction’-roman, d.i. een roman waarin alle genoemde wetenschappelijke ontwikkelingen, in het tijdschrift Science of Nature zijn gepubliceerd.
De ontwikkelingen in de natuurwetenschappen en de genetica hebben zo’n duizelingwekkende vlucht genomen dat de science fiction van vandaag gisteren al achterhaald was. Prachtig voorbeeld hiervan is te zien in de documentaire ‘Dokteren met DNA’, in maart vorig jaar uitgezonden in het onvolprezen VPRO-programma Tegenlicht. Daarin wordt de nieuwe CRISPR-technologie behandeld waaraan ook Beigbeder in zijn boek refereert. In antwoord op de opmerking van zijn tienjarig dochtertje, Romy, dat zij het niet leuk vindt dat papa ooit dood zal gaan, belooft Beigbeder haar dat dat ook niet zal gebeuren en dat er vanaf nu niemand meer dood gaat. Deze roman is het resultaat van zijn zoektocht naar de onsterfelijkheid.
Brave New World
Deze zoektocht leidt Beigbeder langs alle gezaghebbende wetenschappelijke instituten ter wereld op het gebied van de genetica en de biotechnologie en brengt hem in contact met de meest prominente onderzoekers aldaar. Ethische vragen, bijvoorbeeld omtrent het sedert de experimenten van nazi’s als dr. Mengele besmette begrip eugenetica, komen daarbij wel aan de orde, maar worden weinig uitgediept. Ze passeren hooguit de revue. Er wordt wereldwijd volop geëxperimenteerd onder het motto: ‘Als wij het niet doen, doet een ander het wel. Zo komt de Brave New World van Aldous Huxley wel erg dichtbij in de woorden van dokter André Choulika, befaamd pionier van de ‘DNA-schaar’ en één van de geleerden die door Beigbeder met een bezoek worden vereerd. Als Romy hem vraagt of er binnenkort een mens geprint kan worden, antwoordt Choulika daarop bevestigend en vervolgt hij met: ‘De voortplanting onder medische begeleiding met reparatie en verbetering van het embryo zal de norm worden.’
Houellebecq
In Israël brengt Beigbeder, samen met Romy een bezoek aan dokter Buganim, een specialist op het gebied van onderzoek naar stamcelvernieuwing. In hun vrije tijd bezoeken zij religieuze hoogtepunten als de Klaagmuur en het graf van Jezus. In zijn gesprekken met haar komt hij steeds dichter bij de vraag naar het waarom van zijn zoektocht naar de onsterfelijkheid. Bijvoorbeeld als Romy op haar smartphone de tien geboden heeft opgezocht en hem daarmee confronteert:
‘Gij zult niet echtbreken…’. ‘Heb jij echtbreking met mama gedaan?’
‘O nee. Nee. Nooit.’
‘Papa, mag ik wel even zeggen dat in het achtste verbod staat dat liegen verboden is?’
Moeilijke vragen.
‘Jezus is dood gegaan, maar ook weer opgestaan uit de dood, als ik het goed begrijp….., toch?’
‘Ja schatje.’
‘Eigenlijk wil jij net zo doen als Jezus.’
Romy wordt gegrepen door de mystiek van de eredienst, van de onleesbare inscripties en de religieuze overgave van pelgrims, zelfs zodanig dat zij later bekent dat zij in de kerk in Jeruzalem een ontmoeting met Jezus heeft gehad. Beigbeder refereert aan een uitspraak van Houellebecq: ‘Steeds meer mensen zijn niet meer in staat om zonder God te leven. Het consumeren is hun niet meer genoeg, evenmin als persoonlijk succes.’ De aanblik van de vervoering van zijn dochtertje, breng zijn atheïsme aan het wankelen. Toch zet hij zijn zoektocht naar de onsterfelijkheid door en blijkt hij bereid zichzelf daarvoor ter beschikking te stellen. Dit voert hem naar het medisch welzijnscentrum Viva Mayr in Oostenrijk waar hij zijn bloed laat zuiveren door middel van een geavanceerde lasertechniek. Tussen de behandelingen door geeft hij zich over aan droefgeestige bespiegelingen over het verleden, bedenken van formats voor absurdistische tv-shows en relationele onderonsjes met zijn dochtertje.
Het brengt hem tot bespiegelingen over het vaderschap, verantwoordelijkheid voor de kinderen die je lief zijn, over zijn leeftijd van 50-er en, in relatie daarmee, natuurlijk over de dood.
Age Reversal
Degene die Beigbeder uiteindelijk het dichtste bij zijn verlangen naar het eeuwig leven brengt, is Georg Church van het Human Longevity Institute in San Diego, befaamd op het gebied van het antiverouderingsonderzoek. Deze werkt aan een project genaamd ‘Age Reversal’, waarbij het gaat om omkering van de veroudering en bijvoorbeeld een levend wezen van zestig weer twintig kan worden. Dit is wat Beigbeder zoekt. Als zijn vrouw, Leonore, zegt dat zij zwanger van hem is en Church c.s. voorstellen het DNA van de toekomstige baby te perfectioneren door een mutant gevrijwaard van genetische ziekten te genereren, gaat Beigbeder daar graag in mee, maar Leonore niet. De knallende ruzie die hieruit ontstaat blijft niet zonder gevolgen.
Oproepen van verbazing
Frédéric Beigbeder heeft een lekker boek geschreven dat vlot wegleest. Hij weet zijn fascinatie voor de schijnbaar onbegrensde mogelijkheden van de biotechnologie en de genetica goed over te brengen. Toch blijft het boek steken in het oproepen van verbazing over die verbluffende mogelijkheden. Het stemt bijna nergens tot nadenken over de waarde van het leven. Dit is te wijten aan het vrij oppervlakkige liefdesverhaal dat als leidraad dient voor zijn bezoeken aan de diverse wetenschappelijke instituten. Je kunt je ook afvragen in hoeverre hier nog sprake is van een roman of meer van een documentaire. Het boek roept het verlangen op het prachtige Niemand is onsterfelijk van Simone de Beauvoir te gaan herlezen, een boek dat wel stemt tot nadenken over de waarde van het leven.