Zoals het is, van Floris Tilanus, ziet eruit als een prentenboek: op de rechterpagina een paginagrote pentekening, op de linkerpagina een stukje tekst, nooit langer dan vijf regels. En net als bij een prentenboek, zou de tekst eigenlijk voorgelezen moeten worden, liefst zonder dat de toehoorder de plaatjes ziet. Die kan dan luisteren naar ‘Het leven van professor Joachim Schwarz’, zoals de ondertitel luidt. Schwarz lijkt een man met een geslaagd leven: hij gaat, na een licht ontbijt, naar de universiteit, kijkt even rond bij een antiquariaat, wandelt naar een koffietentje, praat in het park met een oude vriend, eet ’s avonds in een restaurant en gaat uiteindelijk tevreden slapen: ‘En als hij aan het eind van de dag zijn hoofd in een schoon kussensloop laat zakken, denkt hij geregeld: het leven is zo slecht nog niet.’
Wie daarna de tekeningen bekijkt, krijgt een andere indruk van het leven van Schwarz. Zo gaat de professor wel naar de universiteit, maar niet om college te geven. Hij praat wat met de studenten die buiten zitten. En die vriend die hij in het park spreekt, is het standbeeld van Goethe. Uiteindelijk overnacht hij bij het Leger des Heils.
Bij Zoals het is trekken tekst en tekeningen je een verschillende kant op. De tekst lijkt de tekst van de hoofdpersoon. Het is voor te stellen dat hij op deze manier over zijn eigen leven praat. Hij vertelt daarbij geen leugens, maar door zijn woordkeuze laat hij de werkelijkheid fraaier schijnen dan die is.
De tekeningen tonen ons onopgesmukt het leven van Schwarz. Er spreekt een zekere gelijkmoedigheid uit, maar ook een triestheid. Tegelijkertijd probeert Schwartz er het beste van te maken: hij geniet van de kleine dingen: een muntje van twintig cent dat hij tussen de bladeren vindt, een gratis boekje bij een antiquariaat, een gesprek met zijn broer. Misschien zou hij net als ‘De gelatene’ van J.C. Bloem kunnen zeggen: ‘En dan: ’t had zoveel slechter kunnen zijn.’
In de pentekeningen heeft Floris Tilanus Berlijn als decor gebruikt. Daarvoor heeft hij bijvoorbeeld Google Streetview gebruikt, om zo dicht mogelijk bij de werkelijkheid te blijven. De tekeningen versterken de sfeer van ingekeerdheid en van mildheid. Uitbundigheid is geheel afwezig. De gezichten van de mensen op de tekeningen zijn dan ook weinig expressief. Als Schwarz naar de meisjes kijkt en zich herinnert hoe hij jong was, wordt de tekening wat luchtiger. Dan neigt de stijl ook iets meer naar het karikaturale, wat ook veroorzaakt wordt door het lage ‘camerastandpunt’.
Zoals het is toont ons dat de werkelijkheid niet bestaat. Er zijn feiten, er zijn gebeurtenissen, maar bepalend is wat je gedachten daarover zijn. Professor Schwartz is bijvoorbeeld het liefst bij zijn dochter. Zij doet hem de tijd vergeten. Op de tekening zien we dat hij dan op het Joodse kerkhof is. Blijkbaar is zijn dochter overleden. Triest? Je kunt er ook andere gedachten over hebben.
Zelfs als we op hetzelfde moment in dezelfde ruimte zijn, hebben we allemaal onze eigen werkelijkheid. De titel van het boekje van Tilanus is stellig, maar uit tekst en tekeningen blijkt dat niemand precies kan zeggen hoe het is, hoogstens hoe hij de werkelijkheid ervaart. In een maatschappij waar de polarisatie hoogtij viert en waar er nogal eens absolute waarheden verkondigd worden, is deze blik op de werkelijkheid zeer welkom.