Je bent twintig en je krijgt longkanker. Het overkomt Floor van Liemt. Een gelukkige jeugd in Delden, een vrolijke studententijd in Utrecht, het leven lachte haar toe. Tot het moment van de diagnose: ‘Ik heb heel slecht nieuws, Floor. We hebben via de bronchoscopie en de PET-scan kankercellen gevonden. Je hebt longkanker, met uitzaaiingen naar de botten en lymfen. Ik kan je niet meer beter maken.’ Over het verloop van haar ziekte schreef Van Liemt columns voor NRC Handelsblad. Ze vormden de basis voor het boek Witte raaf.
Zeldzaamheid
Van Liemt beschrijft de moeilijke eerste dagen na het nieuws met ingehouden emotie. Wanneer ze ’s avonds na de diagnose het nieuws voor het eerst moet vertellen aan haar broertjes. Wanneer ze het aan haar tante vertelt en later ook haar negen huisgenoten uit Utrecht. Kort daarna volgen de vele kaarten. Lieve steunbetuigingen, al laten sommige ook zien hoe onbeholpen mensen reageren op zulk schokkend nieuws. Op een van de kaarten staat: ‘We hopen dat je nog een paar fijne laatste dagen hebt.’ Alsof dat het vooruitzicht was.
Witte raaf – de titel is een verwijzing naar de zeldzaamheid van longkanker op zo’n jonge leeftijd – laat ook mooi zien hoe Van Liemt zelf omgaat met het nieuws. Het ene moment wil ze ‘normaal’ behandeld worden – niet als zielig terminaal ziek persoon.
‘Ik heb een date met diezelfde jongen, sinds kort zijn we weer aan het appen. We leiden totaal verschillende levens, hebben geen gemeenschappelijke vrienden. Ik ga er dus vanuit dat hij niet weet wat er met mij aan de hand is. Perfect, ik heb eigenlijk wel zin om een avond te doen alsof ik niet ziek ben.’
Op andere momenten echter moet de wereld het liefst rekening houden met haar situatie:
‘Een meisje kijkt uitdagend naar de jongen met donkere krullen, ze vindt hem leuk, dat zie ik meteen. De sneeuwbal die voor hem is bedoeld vliegt rakelings langs mijn hoofd en spat voor mijn voeten uit elkaar. Pas toch op, denk ik, laat me met rust, je had me bijna geraakt, je hebt geen idee.’
Yogalerares
In Witte raaf krijg je veel mee van wat Van Liemt allemaal doet nadat ze de diagnose heeft gekregen. Wanneer de medicijnen aanslaan, gaat ze met haar familie op vakantie naar Bonaire. Kort daarop ook een tripje naar Cuba met een vriend. De mooiste passages bestaan echter uit de twee hoofdstukjes waarin ze met een yogalerares over haar ziekte spreekt. Het zijn twee momenten waarop Van Liemt een dieper inzicht geeft in hoe ze over haar ziekte denkt en wat het met haar doet.
Na vier maanden van onzekerheid over haar leven, behandelingen en emotionele ontmoetingen met dierbaren krijgt Van Liemt goed nieuws. De pillen die ze moet slikken, hebben gewerkt en haar longen zijn bijna helemaal schoon. Niet lang daarna vertrekt ze voor een maand naar New York. Om te schrijven, een keuze te maken wat haar studie betreft en haar toekomst te overdenken. Want die heeft ze weer, een toekomst.