De roman is niet dood, de roman heeft er parallelle levens bij gekregen. De romanverfilming en de toneelbewerking kennen we al langer. Van meer recente datum is de verstripping van een – meestal klassieke – roman. Natuurlijk bestonden er al stripversies van Robinson Crusoë of Oliver Twist, maar de literaire roman gegoten in het jasje van de graphic novel – het literaire stripboek bedoeld voor een volwassen publiek – bestaat korter. Ook hier zien we de grote namen terugkomen: A la recherche du temps perdu van Marcel Proust werd gecomprimeerd tot zes stripalbums. In Nederland werd Van Dis’ Familieziek verstript en is vooral Dick Matena een gevestigde naam door de stripversies van onder andere Kaas en De Avonden. Wil men soms nog weleens zeggen dat de film beter is dan het boek, bij het verstrippen van romans is dit geluid nog niet gehoord. Ook Blokken zal hierin geen verandering brengen.
Blokken, de dystopische fantasie van Ferdinand Bordewijk uit 1931, is een opvallende keuze van de jonge illustrator Viktor Hachmang. Het is een kleine roman van ruim honderd pagina’s die integraal in deze graphic novel is opgenomen – wat doorgaans, denk aan Proust, een onmogelijke opgave is bij de verstripping van romans. Hachmang is een rijzende internationale ster met publicaties in The New York Times en Die Zeit. In 2016 debuteerde hij met zijn eerste stripverhaal bij Landfill Editions. Met de keuze voor Blokken bewijst hij dat hij zich thuis voelt bij het experiment.
Blokken vertelt in tien hoofdstukken de geschiedenis van een totalitair regime. Het grootste deel van de bevolking leeft tevreden onder het juk van beperkende wetten en regels, ondanks dat hun elke vorm van individualisme is ontnomen. Alleen, niet iedereen heeft zich onderworpen aan de Staat. Een kleine groep opstandelingen, onder de naam Groep A, beraamt een opstand. Groep A wordt echter ontmanteld, de leiders opgepakt en geëxecuteerd. De staatsterreur waarover Bordewijk begin jaren dertig schreef was, voor wie toen goed was ingevoerd in de internationale politiek, geïnspireerd op communistisch Rusland onder Stalin, hoewel Bordewijk directe verwijzingen naar de Sovjet-Unie vermeed. Los van de anti-utopische strekking van het boek, is Blokken vooral door Bordewijks stijl klassiek geworden. Doorgaans wordt Blokken gebundeld met Knorrende Beesten en Bint, drie korte romans die van de literatuurgeschiedenis het predicaat ‘gewapend beton’ hebben gekregen: korte zinnen, bondig, zonder opsmuk.
Hachmang weet de sfeer van een totalitair regime treffend te tekenen door de grafische technieken die hij toepast. Wanneer je door het boek bladert, krijg je geen enkele grip op het verhaal terwijl de alsturende macht van de Staat op bijna elke pagina invoelbaar is, een unheimisch gevoel. Het gebruik van zwart en wit vormt de basis van elk hoofdstuk met wisselend de steunkleuren geel, rood of blauw. De tekeningen zijn technische hoogstandjes. Een enkele keer beslaat een plaat twee pagina’s, zeker tegen het einde van het boek. Hachmang excelleert in zijn tekeningen van objecten of robot-achtige personen en kiest verrassende camerastanden. Wanneer hij de geschiedenis van Groep A in beeld brengt, worden bijvoorbeeld uitsluitend de verrichtingen van een hand met een sigaret getoond. Rustige pagina’s die abrupt overgaan in platen van twee pagina’s waarop de opstand in alle heftigheid wordt neergeslagen in rood, zwart en grijstinten. Als er onverwacht paarden in het strijdtoneel opduiken, krijgen de tekeningen de lading van een armageddon. ‘De raad kende geen pardon. In een land waar ieder gelukkig kon zijn was het anders willen een overtreding.’
Toch is er twijfel. Zeker bij de eerste pagina’s. Waarom maakt de bekende tekst hier een vervreemdende indruk? De eerste pagina’s vragen om herlezing om in het verhaal te komen. Komt dat omdat de prachtige tekeningen te veel afleiden? Als je het origineel erbij pakt, blijkt hoe belangrijk de bladspiegel is bij Bordewijks Blokken en valt ook zijn alineagebruik op. Hachmang kiest er op de eerste pagina voor om zich niet aan die alinea-indeling te houden. Terwijl Bordewijk zijn eerste alinea afsluit met ‘Het vloog laag over de bouwlanden’, opent Hachmang er juist mee in zijn tweede tekstblok.
Maar dit is niet het enige. Het ongemak wordt grotendeels veroorzaakt door het gekozen (blok)lettertype, waarin hoofdletters ontbreken en alleen punten de zinnen van elkaar scheiden. Hachmang heeft bewust voor deze eigen letter gekozen die hij passend vindt bij de tijdgeest van de jaren dertig van de vorige eeuw. Het zorgt ervoor dat het boek nagenoeg onleesbaar is. De teksten in de blokken worden een brij, zeker wanneer de letters wit zijn tegen een gekleurde achtergrond. Deze ellende begint al met het buikbandje om het omslag. Het duurt een poosje voor je de namen van de auteurs, de titel en zeker ook de ondertitel, hebt ontcijferd. De uitgeverij vond het waarschijnlijk wel raadzaam om voor de flaptekst en de biografietjes van schrijver en tekenaar een gewone letter te kiezen; die zijn wel goed te lezen ondanks de rood-zwart geblokte ondergrond.
Geniet van deze graphic novel Blokken als plaatjesboek, maar wil je het verhaal echt lezen, houd dan het origineel bij de hand.