Het is half maart 2014. Vanuit Israël en de Gazastrook worden over en weer raketaanvallen uitgevoerd. Bij uitgeverij Podium is net de verhalenbundel Zeven vette jaren van de Israëlische schrijver Etgar Keret (1967) verschenen.
‘Wat denk je van een spelletje Sandwich Pastrami?’ vraagt de auteur in het laatste verhaal aan zijn 7-jarig zoontje als de jongen bij een luchtalarm niet naast zijn moeder aan de kant van de weg wil gaan liggen conform de veiligheidinstructies. ‘“Mama en ik zijn boterhammen,” leg ik uit, “en jij bent een plak pastrami, en we moeten zo snel we kunnen een sandwich pastrami maken. Vooruit. Eerst ga jij op mama liggen.” En Lev gaat op Sjira’s rug liggen en omhelst haar zo stevig als hij kan. Ik ga boven op hen liggen, en duw hard tegen de vochtige aarde met mijn handen opdat ik ze niet plet’.
Het ‘spel’ is een succes en Lev doet enthousiast mee. Als het gevaar geweken lijkt, gaat het gezin de auto weer in: […] ‘“Papa”, zegt Lev als ik hem vastgesp, “beloof me dat als er nog een sirene gaat jij en mama weer Pastrami met me spelen.” “Beloofd”, zeg ik, “en als het gaat vervelen, leer ik je hoe je Gegrilde Kaas speelt.”’
Zeven vette jaren begint bij de geboorte van Kerets zoon Lev, overigens ook tijdens een raketaanval. De verpleegkundigen bespreken ongelukken, terroristische aanslagen en spoedgevallen als vergelijkbare grootheden en Keret fluistert zijn pasgeboren zoontje in dat er niets is om zich zorgen om te maken. ‘Dat tegen de tijd dat hij groot is alles hier in het Midden Oosten is opgelost: er zal vrede heersen, er zullen geen terreuraanslagen meer gepleegd worden en zelfs als er nog een enkele keer een zal plaatsvinden, dan zal er altijd een bijzonder iemand in de buurt zijn, eindelijk iemand met een visie, om het perfect te beschrijven.- Niets menselijks is hem vreemd.
De verhalen in Zeven vette jaren zijn ‘zo goed als waargebeurde verhalen’ die de eerste zeven levensjaren van zijn zoon bestrijken.
Het zijn korte persoonlijke verhalen over zijn gezin, zijn vader, zijn moeder, broer en zus die doen beseffen hoezeer de geschiedenis van Israël en het joodse volk, en de huidige situatie in het Midden Oosten van invloed zijn op het dagelijks leven van gewone mensen. In rake bewoordingen schetst hij hoe de diaspora, de holocaust, de Libanonoorlog en het orthodoxe geloof doorklinken in de huidige Israëlische samenleving, en ook in zijn eigen bewustzijn.
Zwaar wordt het nergens. Keret is realistisch, kan cynisch zijn, maar weet ook te relativeren. Hij is geestig, beschikt over de nodige zelfspot en is ronduit ontroerend als hij over zijn ouders schrijft.
De tragikomische houding die Keret aanneemt, en die in zijn manier van schrijven doorklinkt, is voor hem misschien de enige manier om om te gaan met het drama van het joodse volk en dat van zijn familie in het bijzonder. Ook waar dat drama in het heden speelt als zijn vrouw een miskraam krijgt en hijzelf bijna verongelukt.
Aangrijpend is het als hij in het verhaal ‘Geëtter op de speelplaats’ het grote dilemma van Israëlische ouders beschrijft. Keret is een van de weinige vaders die regelmatig met zijn zoontje naar het park kan. De andere vaders gaan elke dag naar hun werk. De ‘babytalk’ met de moeders van andere drie-jarigen noemt hij ‘bijna pervers kalmerend’. Totdat een van de moeders uit het park de roze wolk doorprikt en vraagt: ‘Trouwens, gaat Lev het leger in als hij de leeftijd heeft’?
‘Mijn betreurde zuster’ gaat over zijn zusje dat orthodox is geworden. Als zij trouwt en in de meest orthodoxe buurt van Jeruzalem gaat wonen, is Keret bang dat haar leven ‘voorbij’ zal zijn. Hij is aanvankelijk net zo bevooroordeeld als een heleboel Israëli’s die geshockeerd zijn als vrienden of familieleden religieus worden. Keret zelf is niet gelovig: ‘Wat religie betreft – voor mij geen God’. Omdat hij van zijn zus houdt, probeert hij ‘voor die van haar enig respect op te brengen’. Het contact tussen beiden blijft net zo goed als het altijd is geweest.
Zeven vette jaren is een aanrader, een bundel die je voor je plezier leest, ondanks de tragiek die erin voorkomt.