Ester Naomi Perquin laat in deze vijfde bundel zien hoe sterk haar dichterschap zich heeft weten te handhaven sinds het verschijnen van haar debuutbundel in 2007. Want ook Ongevraagd advies is weer een ijzersterke verzameling van gedichten over de meest uiteenlopende onderwerpen, maar altijd vol verrassingen en originele beelden. Perquin schrijft over alledaagse dingen, maar bekijkt die net vanuit een ander oogpunt dan de meeste mensen doen.
Verwondering ligt aan de basis van haar observaties, maar niet de verwondering over waar mensen toe in staat zijn, want dat wist ze allang. Dingen die ze geleerd heeft ‘in de loop van de jaren’ somt ze op in het allereerste gedicht, dat geen titel heeft meegekregen: ‘het verschil tussen verwond en verwonderd’ en het mooie ‘de kleefkracht van gedachten’, maar aan het eind van het gedicht blijkt er nog genoeg te vragen over. En aan het eind van je leven weet je nog niets, zekerheid bestaat niet. Er is alleen een ‘Zekerheid waarvan je levenslang onzeker bent.’
Veel gedichten gaan over tegenstellingen, tussen arm en rijk bijvoorbeeld, maar ook tussen de manieren waarop mensen hun leven inrichten. Iedereen is anders, leeft anders en denkt dat zijn manier van leven de enige juiste is. In het gedicht ‘Hoogste tijd’ staat:
Mensen die fout zitten, liever geen mening hebben,
die twijfelen of absoluut gelijk gaan krijgen;
laat ze allemaal, in hemelsnaam,
lang en hoorbaar zwijgen.
Eigen waarheid
Daarom is de titel Ongevraagd advies zo mooi gekozen: iedereen die zijn eigen waarheid voor de werkelijkheid houdt, wil een ander daarvan overtuigen. Ook de dichter zelf bezondigt zich daaraan: Perquin was Dichter des Vaderlands van 2017 tot 2019 en veel van haar gedichten die ze in die functie geschreven heeft, bevatten een mening ten aanzien van een politiek gebeuren. Haar gedicht ‘Ongevraagd advies’ schreef ze in de aanloop naar de Tweede Kamerverkiezingen van 15 maart 2017 en het is ook in deze bundel opgenomen, met de bekende laatste strofe: ‘Maar geef één stem weg. Nooit de macht.’
De grootste ongevraagde raadgever is echter de moeder:
Zoals ze in je praat en dingen vindt,
dwars door je eigen woorden klinkt, vaak ongevraagd,
doe je haar nou wat opzij, je hebt toch ogen, waarom
moet dat nou zo open, die mouwen staan
je raar en doe een das om als het waait.
Dit gedicht schreef Perquin voor de Boekenweek van 2019, die als thema ‘De moeder de vrouw’ had. Toch hoop je dat het gedicht ‘Gebed voor een arts’ ook over de moeder gaat: ‘Er zijn nog heel veel mensen over. De meeste hebben/ wij niet nodig. De meeste kunnen wij best missen,/ maar niet deze, dokter. Deze niet.’
Geweld en barmhartigheid
De dood komt regelmatig om de hoek kijken in de gedichten. Geweld is nooit ver weg, maar pas als het dichtbij komt, krijgt het een gezicht. Er wordt een beer doodgeschoten, de visboer ‘heft zijn mes’ in het schitterende gedicht ‘Ochtend’, er is een ontmoeting met de dood in de tram, waar hij zich verstopt heeft in alle passagiers en er is een moordenaar, die een petje met Mickey Mouse erop opraapt van de grond en goed zichtbaar over een hek hangt: ‘Dit is vindbaar, denkt hij. Dit is vindbaar./ Vandaag heb ik iets goed gedaan.’ En er is het gedicht ‘Verwijt’, waarvan de eerste strofe luidt:
Dat je dood bent wil ik wel geloven, maar geen
verjaardagskaart of telefoontje als ik ben verhuisd
-geen poging tot contact- vind ik
getuigen van slecht ouderschap.
Perquin schrijft met mededogen en barmhartigheid over mensen die moeite hebben met het leven, de buitenbeentjes. Ze merkt een omslag in kleinigheden en alledaagsheden op die een ander misschien zouden ontgaan. De moordenaar was er al een voorbeeld van, maar ze beschrijft ook een vrouw die een bord voor haar raam zet met de namen van mensen die ze dood wil maken. In een prachtig gedicht, ‘Gebed voor een engerd’, vertelt ze over een bejaarde potloodventer, die geen vrouw meer angst kan aanjagen nu hij oud en vervallen is, maar die nog steeds ‘De hunkering naar korte rokken, blote schouders, zomerbries’ kent: ‘[…] Ach God,/ als dit uw schepping is; bescherm zijn broze ziel.’ Perquin kijkt naar de ons omringende wereld, verwondert zich, maar velt geen oordeel over wat afwijkt.
De vier afdelingen van de bundel dragen titels die uit de gedichten geciteerd zijn: Zet geen misdrijf voor je raam, Praat niet als het om vertragen gaat, Geloof alleen nog woorden, Loop in de schemering naar huis. In de derde afdeling gaat het naar verwachting over woorden, taal en dichterschap. In het gedicht ‘Verzamelde definities van poëzie’ komt ze tot de conclusie dat poëzie uiteindelijk niet in een definitie te vatten is. Slechts een gedeelte van wat poëzie is, is zichtbaar, maar de rest moeten we zelf invullen. Perquin vergelijkt het heel mooi met een kat:
Dat het een kat is, moeiteloos bewegend door een stad
waar niemand woont, door wijdvertakte, leeggelopen
straten en dan zijn kop niet eens maar vaak zijn staart,
waar je nog een punt van ziet vlak
voor hij de hoek om slaat.
Humor
Over haar eigen dichterschap vertelt ze in het gedicht ‘Een kamer’, waarin de werkelijkheid botst op de poëzie en het dagelijkse leven haar vaak verhindert om daadwerkelijk haar dichter-zijn te ontplooien. Humor en wanhoop komen samen als ‘de vuile was op metaforen’ ligt en ‘nu ik lego zoek en veters strik’ ‘het belang van één gevonden woord volstrekt lachwekkend is’. Ze besluit het gedicht met de veelzeggende versregel ‘[…] raap je sokken van mijn ziel.’ De humor valt ook af te lezen aan het gedicht ‘Tellen’:
D. kijkt graag vogels, ik mag mee. Kijk, zeg ik,
een bonte ekster. Nou, zegt D.,
dat is een Vlaamse gaai.
En daar, bij de waterkant, zit een jonge
wintertaling. Nou nee, zegt D.
Dat is een smient.
Verrijkend is het, vogelkijken. We zijn pas
net begonnen en we hebben er
al vier gezien.
Perquin is niet alleen goed in haar beeldspraak, ze weet ook haar enjambementen treffend aan te brengen, zodat ze een dubbele betekenis geven aan de afgebroken versregels. Haar taal is ritmisch, soepel en toegankelijk. Geen grote woorden, wel grote gevoelens, maar die worden zodanig verpakt dat ze hanteerbaar zijn en voor iedereen herkenbaar. De vele lagen en de dubbele bodems die ze in haar gedichten aanbrengt maken haar poëzie tot een genot om te lezen en te herlezen voor zowel beginnende poëzieliefhebbers als voor degenen die hoge eisen stellen aan poëzie. Ongevraagd advies, als het van Ester Naomi Perquin komt kun je het onmogelijk naast je neerleggen.