‘Erfgoed van iedereen’
Wie de eerste roman van Ellen Ombre (1948, Paramaribo), Negerjood in moederland (2004) kent, zal in haar tweede roman, Erfgoed (2014) veel bekends tegenkomen. Niet alleen wat betreft de thematiek, herinneren of vergeten, gegoten in de vorm van een familiegeschiedenis, maar ook qua problematiek: integratie of assimilatie, liefde en wederzijdse vooroordelen tussen blank en zwart.
De tweede roman doet erg aan de eerste denken. Ging het in Ombres debuutroman over Hannah Dankerlui, die in therapie was, in de tweede roman gaat het over Lakshmi Kanhai, die psychotherapeute is. Ook de techniek, het werken met flashbacks, komt overeen. Maar er zijn ook saillante verschillen: perspectief, tijd en plaats van handeling zijn verschoven.
In de eerste roman heet het, met de woorden van Gertrude Stein, die Hannah citeert: ‘Het vergeten of negeren van de eigen identiteit is een voorwaarde tot het scheppen van kunst. Het besef van identiteit vernietigt het ervaren van de wereld …’.
Het vergeten of negeren van de eigen identiteit ligt in Erfgoed anders. Meteen aan het begin van het boek wordt al duidelijk stelling genomen: Vermeers schilderij Meisje met de parel in het Haagse Mauritshuis, is ‘erfgoed van iedereen.’ Niet alleen van de witte Nederlander, ook van de nieuwe Nederlander.
In het museum ontmoet de 32-jarige, alleenstaande Lakshmi Kanhai ‘een wat oudere man’, Hans Peters, uit Amsterdam. Hij neemt zijn opvatting dat kunst verbroedert letterlijk, gaat een klein jaar een relatie met Lakshmi aan en maakt haar zwanger. Hij is zwijgzaam, net als Lakshmi’s moeder, die niet antwoordt op de vraag waarom ze eigenlijk geen familie hebben.
De lievelingsschrijver van Lakshmi’s moeder Káliká is F. Bordewijk, die volgens Káliká van alle tijden is, net zoals Vermeer, een designtafel en een Mart Visserbank van iedereen zijn. Niets in dit huis van Lakshmi doet Hans aan India denken, behalve het eten. En dat is wat hij van een Hindoestaanse familie verwacht, dat ze hem aan India doet denken.
Een verwijdering en een breuk blijven niet uit, en nadat Hans een illegale winti-aanhangster heeft leren kennen vertrekt hij naar Suriname. ‘Hij verliet ons even makkelijk als de regen die wegtrekt met de wind’, aldus Lakshmi.
Op hetzelfde moment raakt Lakshmi geïnteresseerd in haar vader, die nog in Suriname woont. Ze zoekt hem, Hans, en haar halfzuster op. Zo reist ze terug naar haar verleden, terwijl haar moeder, met de zorg voor Lakshmi’s en Hans’ dochtertje Aisja, op de toekomst is gericht. Hans lijkt eerder aan het verleden, aan Suriname en plaatselijke gebruiken vast te willen houden. Tekenend is, dat Lakshmi haar camera met alle foto’s van de familie in Suriname kwijt raakt, en daarmee eigenlijk ook het beeld over hoe het in Suriname was. De roman loopt hiermee op zijn eind.
Erfgoed is een sterke roman, sterker nog dan de debuutroman, die vaak in een essayistische stijl bleef hangen. De personages ontwikkelen zich op een knappe manier. Jammer is wel dat de symboliek die uit het boek spreekt vaak wordt verklaard, zodat de invulling die je er als lezer aan zou willen geven bij voorbaat al is ingevuld.
Net als in Ombres verhalen (Valse verlangens uit 2000 bijvoorbeeld) leven de personages als het ware twee levens: één in Nederland, en één in Suriname, één in het heden, en één in het verleden. Maar de levens komen in de tweede roman wel steeds dichter naar elkaar toe. De eigen identiteit is niet vergeten of genegeerd, zoals Gertrude Stein voorstelde, maar de wereld blijkt één geheel, zoals ook cultureel erfgoed van iedereen is. Of je het erfgoed daarmee ook meteen begrijpt, is een ander verhaal.
Erfgoed
Auteur: Ellen Ombre
Verschenen bij: Uitgeverij Nijgh en Van Ditmar
Aantal pagina’s: 221
Prijs: € 19,99 (gebonden met stofomslag)