De 45 jarige alleenstaande Hugo Zandsteen, hoofdpersoon van de roman Een jaar uit het leven van Hugo Zandsteen, woont in een ‘penthouse met een panoramisch uitzicht’. Ondanks zijn fijne woning heeft Zandsteen moeite om het geluk te vinden.
Zandsteen is hoofd van de afdeling Uitgaande Meningen op het Meningenbureau, zijn taak is om meningen en retorische vragen, schijnargumenten en weerleggingen te formuleren voor congresgangers. Het bureau, waar behalve baas Hans ook collega Binnenkomende Meningen werkt, doet denken aan Jiskesfet’s Debiteuren Crediteuren. ‘ “Goedemiddag, fijne, fijne collega. Wat is het toch een heerlijke, wat zeg ik, verrukkelijke lentedag!” … Na deze woorden van Baas Hans maakten Hugo Zandsteen en zijn collega van Binnenkomende Meningen een vreugdedansje tussen de bureaus. Baas Hans zag het gedoe aan, danste zelfs even mee .. en baste vervolgens: “Back to work, loyale stafmedewerkers!”’.
Op een dag in april krijgt Zandsteen een waarschuwing van zijn lichaam dat hij op zoek moet gaan naar de Ander. Nu heeft Zandsteen niet veel sociale contacten; hij bezoekt eenmaal per week zijn vader en af en toe spreekt hij af met vriend Boy. De communicatie met deze karikaturale typen verloopt via zorgvuldige rituelen en standaardzinnen. Om makkelijker contact te maken volgt Zandsteen een cursus ‘Glimlachen, een kunst’ op het instituut voor Volwassen Educatie. Normaal contact met vrouwen heeft Zandsteen niet. Vrouwen zijn voor Zandsteen wezens die je kunt inhuren of kunt lokken met een lokdoos. Af en toe maakt hij gebruik van de ‘Servicedienst van Bikinimeisjes’ waar hij voor 38 euro 15 minuten naar een meisje mag glimlachen. Soms verlangt Zandsteen naar visite en eenmaal belt hij de visitecentrale om visite te bestellen: een vrouwelijke academische eenpersoonsvisite die het heelal als gespreksonderwerp heeft. Een andere keer gaat hij naar een ‘betaalmevrouw’ bij wie hij kan wenen.
In de wereld van Zandsteen moeten de burgers verplicht op vakantie. Ze moeten zich melden bij een kamp waar ze met jaargenoten een cursus moeten volgen in het herkennen van verschillende bouwstijlen bij kathedralen en het ‘schaterlachend strandballen of andere plastic voorwerpen overgooien’ oefenen. In het vakantiekamp wordt de cursusdag afgesloten met geprojecteerde zonsondergangen. Na de verplichte cursus mogen de vakantiegangers zelf de vrije natuur opzoeken, maar ambtenaren controleren of de vakantiegangers wel hun burgerlijke plicht vervullen en bij een verblijf van langer dan vijf minuten in een Staatsbos, opgewekt fluiten.
Het verlangen naar communicatie, de eenzaamheid, de disharmonie met het lichaam; Stüger beschrijft het op een humoristische wijze. De roman bevat grappige vondsten: de ‘sprekende’ centrale verwarming, de Vakantie Controle Dienst, een Vlekkeninstituut, een personeelsuitje voor 3 heren, en het ‘verplichte genieten’ tijdens de vakantie. Maar halverwege de roman, de roman telt 389 pagina’s, wordt het procedé van Stüger erg voorspelbaar; er zit weinig spanning in het verhaal, de lezer wordt niet meer verrast en de humor van Stüger bereikt bij de lezer een verzadigingspunt.
‘Na de koffie stonden Zandsteen en Boy op om in de stad klein leed te verzachten. (…) Zij legde hun wangen tegen elkaar, neurieden zacht, totdat geluidstrillingen resoneerden in elkaars jukbeenderen. Even later liepen Zandsteen en Boy hand in hand over straat, speurend naar klein leed. Ze waren het park nog niet voorbij of Boy stootte Zandsteen aan. “Kijk daar,” riep Boy, “daar, bij het stoplicht, staat een vrouw met een jutezak. Ze weent.” (…) Hand in hand huppelden zij naar de vrouw, terwijl zij uit volle borst zongen: “Wij gaan klein leed verzachten.” (…) “Waarom weent u, vrouw?” (…) Ze keek in het goedmoedige gezicht van Hugo en Boy en snikte: “Ik was herfstbladeren aan het verzamelen in het park. En ineens sprong iemand vanuit de struiken te voorschijn…”
“O jee,” zei Boy, “de herfstbladerendief.”’
Na dit ‘grote’ avontuur bevat de roman nog 180 bladzijden met ‘humoristische’ belevenissen van het absurdistische personage Zandsteen. Hugo Zandsteen is een paar maanden leuk, maar na die paar maanden wordt Hugo Zandsteen flauw.
Een jaar uit het leven van Hugo Zandsteen is een geredigeerde verzamelbundel van vier eerder verschenen Zandsteen-delen: Paso doble in de herfst (1996), Een lichaam in de lente (1997), Een zomer voor later (1999) en Sporen in de winter (2001).
Frans Stüger (1946), publiceerde vanaf 1975 romans en korte verhalen. Hij was literair medewerker bij de VPRO-radio. Tegenwoordig is hij werkzaam als docent creatief schrijver aan de schrijversvakschool in Amsterdam.
Een jaar uit het leven van Hugo Zandsteen
Auteur: Frans Stüger
Verschenen bij: Compaan Uitgevers (2010)
Prijs: € 19,90