Wie Bombong de kleine reus van Drs. P leest, zal niet snel vermoeden dat het hier om een oude tekst gaat. Drs. P schreef Bombong tientallen jaren geleden als vervolgverhaal voor de Donald Duck. Toch voelt het in de nieuwe uitgave, bewerkt door Ivo de Wijs en voorzien van prachtige illustraties van Elisa Pesapane, als een splinternieuw verhaal. En, het frisse en nieuwe van Bombong is niet de enige verrassing. In het nawoord schrijft Ivo de Wijs dat Drs. P bekend stond als kinderhater. Een onterecht gevolg van een interview waarin werd geknipt, en na het lezen van Bombong ook moeilijk voor te stellen. Het boek ademt juist liefde voor kinderen: wat is er mooier dan het schrijven van een verhaal dat zo aansluit bij de belevingswereld van een kind?
Hoe een reus leert oppassen
Bombong is niet klein geboren, maar zoals een reus betaamt: GROOT. Hij houdt ervan de mensen een beetje bang te maken door stampend en bulderend rond te gaan. ’Attentie, attentie!’ roept hij. ‘Ik ben een reuzereus!’ Echt kwaadaardig is hij niet, om dorpen loopt hij heen, maar wel reuzehinderlijk. Zijn stappen dreunen het porselein aan diggelen en hij laat enorme gaten achter in het voetbalveld. Toch zijn de dorpelingen allang blij dat hij hun huizen met rust laat, maar Mutar, de tovenaar, is uit ander hout gesneden. Als Bombong midden door Mutars net geschapen landschap banjert, is de maat vol. Voor Bombong goed en wel door heeft wat er gebeurt, heeft de tovenaar hem veranderd in een piepklein reusje in een reuzegrote wereld.
Lees verder op Jong Literair Nederland