Surinaamse tori’s in een Samwelliaanse mixer
Hoe vertel je de recente Surinaamse geschiedenis zoals die werd beleefd door de ‘gewone’ bevolking van het land? De Nederlandse journalist Diederik Samwel koos voor een roman en zag zich meteen voor problemen gesteld. Hij wilde de verhalen (tori’s) van Surinamers die hij kende als uitgangspunt nemen, maar het boek mocht absoluut geen sleutelroman worden. Een land van rond 500.000 inwoners is daar te klein voor. Lezers uit Suriname zelf zouden zonder veel moeite zijn bronnen achterhalen. Jelaya werd daarom een hervertelling uit de Samwelliaanse mixer.
Diederik Samwel, die al een paar non-fictieboeken over Suriname op zijn naam heeft staan, is redelijk geslaagd in zijn debuut als fictieauteur. Dat woord is meer op zijn plaats dan romancier.
De belangrijkste figuren uit het boek zijn de twee schoolvrienden Dew en Stan. Ze zijn beiden verliefd op de beeldschone Jelaya. Dew is de ondernemendste van de twee. Stan lijkt een durfal, maar dat berust meer op impulsiviteit dan op een leefstijl. Hun verliefdheid op Jelaya lijkt voor allebei kansloos.
Na de onafhankelijkheid (de srefidensi) van het land in 1975 emigreert Dew naar Nederland omdat daar betere kansen liggen dan in Suriname zelf. Stan blijft. Hij lijkt de ontwikkelingen over zich heen te laten komen. Terwijl Dew de opeenvolgende staatsgrepen van overzee beziet, staat Stan er min of meer passief midden in. Hij is in de nacht van de decembermoorden (8 december 1982) zelfs chauffeur voor de militairen die bij de gebeurtenissen in Fort Zeelandia betrokken zijn, maar hij doet geen moeite te weten te komen wat daar gebeurt. Hij hoort er een dag of wat later pas iets van.
Jelaya blijft ook in Suriname, maar haar rol is voor de lezer lang onduidelijk. Pas als Dew, die inmiddels in Nederland een groot bouwbedrijf heeft opgezet, terugkeert naar zijn geboorteland om zijn diensten daar aan te bieden, duikt ook Jelaya weer op. In de dan komende verwikkelingen zal zij de verzoener blijken tussen Dew en Stan, die in de liefde rivalen zijn en een verschillende kijk hebben op hun land en de politiek.
De roman heeft een heldere structuur. Hij is verdeeld in acht ‘eenheden’, die steeds gekoppeld zijn aan een maand in het recente verleden. Zo wordt een periode bestreken van maart 1973 tot februari 2012. Elk van die eenheden begint met een personage dat zich in de ik-vorm richt tot de lezer om de ontwikkelingen tussen de afzonderlijke eenheden te verbinden. Daarna volgen steeds hoofdstukjes die alternerend en in de derde persoon de geschiedenissen van Dew en Stan vertellen.
Samwel is geslaagd in het schrijven van fictie die is gebaseerd op ware gebeurtenissen en verhalen van hen die ze beleefden. Het boek heeft voldoende stuwing en de protagonisten Dew, Stan en Jelaya zorgen door hun verschillende keuzes voor voldoende spanning en ontwikkeling. Maar, zoals gezegd, daarmee is de auteur nog geen romancier. De hoofdpersonen zijn vooral dragers van opvattingen en geen psychologisch uitgewerkte karakters. Diepzinnige gedachten of mooie beelden zijn al evenmin te vinden in Jelaya.
Het decor is belangrijker dan de spelers. De romanfiguren zijn alsmaar bezig te vertellen wat ze meemaken en welke meningen ze hebben over hun land. Ze lijken door Samwel vooral gecreëerd om duidelijk te maken hoe lastig Suriname in elkaar zit en hoe groot de neiging onder buitenlandse (lees: Nederlandse) journalisten is om daar op een te simplificerende manier over te berichten. De journalist Samwel staat de verteller Samwel dan ook voortdurend in de nek te hijgen. Hetzij om te duiden of te verklaren, hetzij om zijn boodschap te laten klinken. Li Han bijvoorbeeld, de chinees die een winkeltje drijft in Paramaribo, legt de lezer tamelijk overbodig uit: ‘Tori is een leenwoord uit het Engels, zoals ruim een derde zo niet de helft van de vocabulaire schatplichtig is aan het Angelsaksisch’. [Een tori is] ‘vooral een verhaal waarin werkelijkheid en fantasie nogal eens tegen elkaar aan schurken om onder het genot van een goed glas een stuk of wat gemeenplaatsen door te nemen.’
En het is de journalist Samwel die de waarschuwende vinger heft naar zijn collega’s als hij de (fictieve Surinaamse) columnist Jason laat zeggen: ‘Zonder degelijke en betrouwbare berichtgeving is het van grote afstand helemaal niet te doen om de lokale situatie enigszins in te schatten en een standpunt te bepalen. In mijn tijd in Nederland is mij opgevallen dat het vaak andersom gaat. Aan die kant van de oceaan staat het standpunt vaak al vast vóór de juiste informatie beschikbaar is’.
Jelaya is als verhaal een zeer lezenswaardig boek van een man die van Suriname houdt, maar het is literair beslist geen meesterwerk.
Jelaya
Een Surinaamse roman
Auteur: Diederik Samwel
Verschenen bij: Uitgeverij Nijgh & Van Ditmar (2013)
Aantal pagina’s: 336
Prijs: € 18,95