Recensie door: Rein Swart
‘Dit is toch al een roman?’
In de Spaanstalige literatuur wordt graag geëxperimenteerd. Ik denk daarbij aan Rayuela, een hinkelspel van Cortazar, dat in verschillende volgorden kan worden gelezen en aan de ‘nevelle’ Nevel van Miguel de Unamuno, waarin een spel wordt gespeeld met de werkelijkheid. Ramiro Pinilla doet weer wat anders. Hij neemt een loopje met de detectiveroman op een manier die een heel onderhoudend boek oplevert.
De Baskische boekhandelaar Sancho Bordaberri is in de ban van de detectiveschrijvers Hammett en Chandler en heeft zelf ook al de nodige boeken op dat gebied geschreven, maar geen enkele werd ooit de moeite waard gevonden om uit te geven. Sancho besluit daarom zijn laatste manuscript in zee te werpen. Op de plek waar tien jaar daarvoor de tweelingbroers Leonardo en Eladio Altube aan een rots werden vastgeketend met de bedoeling dat ze door de opkomende vloed zouden verdrinken, bedenkt hij dat hij deze nooit opgeloste moord zou kunnen onderzoeken en tegelijk optekenen. Van de verbeelding moet hij het blijkbaar niet hebben, denkt hij. Dan maar de kortere weg via de werkelijkheid. Vol goede moed gaat hij terug naar zijn assistente Koldobike en vertelt haar over zijn plan dat met de nodige scepsis wordt ontvangen. Dat weerhoudt de boekhandelaar er niet van om als privédetective Samuel Esparta, een figuur geënt op Sam Spade, een gleufhoed op te zetten en zich in een speurdersjas te steken.
Het is 1945. We bevinden ons in het dorp Gexto in Baskenland, niet ver van Bilbao. Franco is aan het bewind en diens falangisten maken de dienst uit. Met op de voorgrond de blauwhemd Luciano, die zelf ook geïnteresseerd is in het schrijven van een roman, spelen zij een belangrijke rol in het verhaal. Dat waaiert vele kanten uit vanwege allerlei dorpelingen die verdacht zijn, omdat velen in onmin leefden met de broers die geen beste naam hadden. Sancho, alias Samuel, opereert vanuit drie plekken: thuis bij zijn moeder en zuster, in de boekhandel waar hij met zijn assistente de voortgang van zijn onderzoek bespreekt en op verschillende locaties in en rond het dorp en langs het strand waar een van de broers daadwerkelijk is omgekomen en de ander ternauwernood kon worden gered.
De detective voert een grappige dialoog met zijn assistente, die nog niet geheel overtuigd is van het project.
‘Weet je?’ zegt ze met een vinger wijzend in mijn richting. ‘Je moet beginnen bij een pastoor.’
‘Een pastoor? Welke pastoor?’
‘De pastoor bij wie hij heeft gebiecht.’
‘Gebiecht?’
Er glijdt een schaduw over haar gezicht.
‘Ik heb niets gezegd. Ik wil dit spelletje niet meespelen.’
‘Het is geen spel, het is zo echt als het leven zelf.’
‘Zo praten ze alleen in romans.’
‘Dit is toch ook al een roman?’
De roman beschrijft alles zoals het is, maar het wordt nergens flauw, zoals dat gemakkelijk zou kunnen in een imitatie. Het boek houdt vaart, bezit spanning en humor, bijvoorbeeld als de assistente, die na enige tijd besluit mee te werken, in een kokerrokje en een blond kapsel verschijnt, omdat zoiets een betere indruk maakt in een boek.
Deze pastiche op de detectiveroman, die in het Spaans onder de naam Sólo un muerto más door het leven gaat, had in het Nederlands wel een sprekender titel verdiend.
De boekhandelaar en de detective
Auteur: Ramiro Pinilla
Vertaald door: Heijo Alting
Verschenen bij: Uitgeverij Cossee
Prijs: € 19,90
2 reacties
Leuke recensie. De vertaler was zo te zien ook niet zo blij met de titel en heeft er een oplossing voor bedacht: zie http://www.casanegra.nl/?p=375
Metapseudospeurdersroman, een geheel nieuw genre! Ik had de Spanjaard op de omslag een gleufhoed opgezet of is dat dan niet meta meer?