Jan Brokken schrijft in De vergelding (2013), een reconstructie van een Nederlands dorp in oorlogstijd, dat oorlog een ‘permanente uitzondering op voorspelbaarheden’ is. Een stelling die zeker ook van toepassing is op David Leavitts roman De twee Hotel Francforts, over vluchtelingen die in diezelfde oorlog stranden in Lissabon. Leavitt laat zien hoe in tijden van oorlog illusies verdwijnen, hervonden worden en toch weer verdampen. Net zoals in een draaideur, die passanten in het spiegelende glas vermenigvuldigt om ze vervolgens in stukjes uiteen te laten vallen en te verzwelgen.
Leavitt brengt in De twee Hotel Francforts aan het begin van de Tweede Wereldoorlog twee stellen bijeen in Lissabon, één van de weinige neutrale havensteden in Europa, waar vluchtelingen uit heel Europa neerstrijken, in afwachting van een overtocht naar Amerika. Door de oorlogsdreiging hadden Pete en Julia hun hippe en beschutte leven in Parijs, waar ze waren neergestreken nadat Julia haar joodse familie in Amerika was ontvlucht, verlaten. In Lissabon ontmoeten de rijke bohémiens Edward en Iris Freleng, en Pete en Julia elkaar. De eersten leiden een rondtrekkend bestaan door Europa als schrijvers-duo Legrand en hebben reeds verschillende boeken op hun naam staan. Waaronder ‘A noble way out’, dat Pete koopt maar later toch niet wil laten signeren. Omdat hij daarvoor te verlegen is, of zich er misschien voor geneert omdat het een onwelkome bevestiging is dat het leven van Edward veel spannender is dan het zijne.
Beide echtparen hadden eigenlijk niet meer verschillend kunnen zijn. Pete werkte tot de oorlog in Parijs als autoverkoper, terwijl Edward zelf naar eigen zeggen nooit iets verdiend heeft en zich niet kan heugen iemand gesproken te hebben die voor zijn geld moest werken, nou ja, behalve de portiers en obers dan waarmee hij zich altijd omringd weet. Julia is een modepopje die haar tijd doorbrengt met patience spelen, het hip inrichten van haar huis en het onderhouden van haar garderobe. Terwijl bij de Freleng’s juist Iris de persoon is die aan de knoppen zit en uiteindelijk hun levensloop bepaalt. Zelfs als dat in eerste instantie niet zo lijkt te zijn, bijvoorbeeld wanneer blijkt dat niet Edward maar Iris de bepalende kracht blijkt achter haar buitenechtelijke escapades. Maar hoe verschillend ook, de echtparen vinden in elkaar de steun en afleiding die ze nodig hebben om de tijd te slijten die hen rest alvorens ze aan boord kunnen van de SS Manhattan voor hun terugtocht naar Amerika.
Het zijn daarbij vooral de mannen die elkaar vinden. Zij dompelen zich onder in een groene nevel van absint en in een rode nevel van verlepte hoerenkasten, voor hen de perfecte combinatie om zich in elkaar te verliezen. Er ontvouwt zich een ménage à quatre, waarbij beide echtparen voortdurend samen sjiek dineren en tussendoor de mannen de hort op gaan en stomende affaires beleven. Een affaire waarvan niet alleen Pete en Edward op de hoogte zijn, maar ook Iris, die er alles aan doet om haar Edward te behouden, zelfs als ze hem daarvoor moet vrijlaten of zich daarvoor zelf in buitenechtelijke avontuurtjes moet storten.
Terwijl Julia in het begin van dit orgastische geweld al patience spelend een baken van rust blijft, verschuiven gaandeweg de panelen. Haar verleden haalt haar in. Julia wist zich sowieso al omringd door complotten. Iemand die voortdurend voor zichzelf op de vlucht was. In Lissabon komt ze haar verleden weer tegen in de persoon van haar tante Rosalie. Op een moment dat ze zich steeds meer begint af te vragen wat de oorzaak is van de veranderingen die ze in Pete en hun relatie ziet gebeuren. Ze realiseert zich dat haar vlucht naar Europa vruchteloos is. Parijs was uitstel van executie; ze zal nooit vrij zijn. De naderende repatriëring naar Amerika hangt haar dan ook als een zwaard van Damocles boven het hoofd. Een zwaard dat Pete ondanks haar aandringen niet wil wegnemen. Hij voorziet louter ongeluk voor Julia, mocht ze in Europa blijven. Waarna Julia zelf het heft in handen neemt en het zwaard dan maar eigenhandig ten val brengt.
De twee Hotel Francforts is raak geschreven, maar grijpt je zelden bij de strot. Het is eigenlijk net als Julia’s patience spelen: het vermaakt je even maar komt steevast tot een einde zonder dat het echt boeiend werd. Tegelijkertijd is het een oorlogsboek vol ‘uitzonderingen op voorspelbaarheden’. Terwijl de oorlog zich meer en meer ontvouwt laat Leavitt bejaarde joodse vluchtelingen, behangen met sieraden, in Lissabon vrolijk walsen op de melodie van ‘When I grow to old to dream’. En laat hij de liefde ontvlammen tussen twee mannen, in een tijd waarin herenliefde nog geen vanzelfsprekendheid was, wellicht nog wel het minst voor één van de twee heren zelf. Ook de verhoudingen binnen de echtelijke relaties zitten vol onverwachte wendingen, waarbij het in beide gevallen uiteindelijk de vrouw blijkt die aan de touwtjes trekt. Van de beide vrouwen voert Julia dat het verst door, met een ultieme stellingname die Pete iedere mogelijkheid tot een weerwoord ontneemt. Zodat, als de SS Manhattan Lissabon verlaat, slechts twee van de vier hoofdpersonen terugreizen naar Amerika. Eén verkiest een avontuurlijker verlenging van het Europese bestaan. En de ander kiest, vanwege verloren illusies, voor een overtocht over de Styx.