David Grossman heeft recht van spreken, meer dan menigeen. Hij heeft het land waar hij woont lief, maar ziet ook in dat er bloed aan kleeft. Dat is de basis van zijn genuanceerde essays en toespraken over Israël uit 2006-2015 die door Christoph Buchwald zijn gebundeld.
Genuanceerde stem
Grossman probeert te duiden hoe het komt dat men in Israël aan de kant blijft staan en toekijkt, ‘als gehypnotiseerd, terwijl de waanzin, de alledaagsheid, het geweld en racisme zich meester maken van ons thuis?’ Hij vraagt zich af hoe het komt dat de joden in Israël het slachtoffer zijn geworden van angst en wanhoop. Hij is bang voor de prijs die hiervoor wordt betaald.
De dood van zijn zoon Uri, augustus 2006, geeft Grossman niet automatisch het privilege om zijn stem in het debat te verheffen. Wel bracht ‘de confrontatie met dood en verlies een nuchterheid en helderheid met zich mee’ die, zoals de lezer van boeken en artikelen over Israël kan concluderen, veel stemmen in dat debat missen.
Grossman is in staat de dialoog aan te gaan, boven elke vorm van fanatisme verheven. De dialoog met gematigde, zachte krachten – die volgens Henriëtte Roland Holst immers zullen winnen –, en met oog voor het lijden van de Palestijnen. Zonder te verdoezelen dat zij medeschuldig zijn aan de uitzichtloze situatie waarin het land verkeert. Maar erkennend dat, wanneer Israël in juli 2006 bij het begin van de Israëlisch-Libanese oorlog (waarmee het boek opent) een staakt-het-vuren van enkele dagen had aangekondigd, de situatie er nu wellicht anders zou hebben uitgezien.
Dat geldt ook voor de gevangenenruil vier jaar later (2010). Israël zou toen een akkoord hebben kunnen ‘voorstellen dat een volledige wapenstilstand omvat, de stopzetting van alle terreuractiviteiten vanuit Gaza en de opheffing van het beleg.’ Het zijn gemiste kansen. Maar wie zijn wij in het Westen om te zeggen dat dit niet realistisch is? Het echte gevaar zou volgens Grossman wel eens in de verlammende, angstige houding van Israëlische politici kunnen schuilen. Waarin niet met elkaar wordt gesproken, laat staan naar elkaar wordt geluisterd. Waarin de politici hun stemmers, en zichzelf, ophitsen ‘met verwijzingen naar de Holocaust, het joodse lot en de toekomst van onze kinderen en kleinkinderen.’
En toch lijkt de auteur in het chronologisch verloop van de essays en toespraken te geloven dat Israël wijzer wordt. ‘Bedroefd, gekwetst, tandenknarsend, maar wel degelijk verstandiger – althans, omdat het niet anders kan.’
Profetisch en hoopvol boek
Het is aan de ene kant ook een griezelig, profetisch boek om te lezen. Bijvoorbeeld wanneer van Netanyahu wordt gezegd dat hij in staat is feiten uit te vlakken. Achter deze woorden doemt ook de president elect van de Verenigde Staten op. Dat maakt de wereld er niet veiliger op.
Aan de andere kant ademt de bundel ook hoop. Grossman ziet zichzelf als deel van een schrijverswereld, van bondgenoten die samen ‘dat onontwarbare web vormen dat een geweldige kracht heeft, een kracht die de wereld kan maken en veranderen, een kracht die de stommen kan doen spreken, een kracht die verbeteringen kan aanbrengen.’ Wie zijn wij in het Westen om te zeggen dat dit niet realistisch is? Het is een tekst die, toeval of niet, precies in het hart, het midden van de uitgave staat. Zoals het in Uit de tijd vallen pas tegen het eind van het boek gebeurt: ‘En ik (…) ben eindelijk weer aan het schrijven. / Alle vingers in de rulle aarde / kneed ik, schrijf ik het verhaal.’ En een stukje verder: ‘Ik bezweer mezelf met woorden (…), opdat ik zelf niet stilval en versteen (…). Mijn hele leven hangt nu / aan het puntje van mijn pen.’
Dingen die veranderen
Boeken, schrijven, daar gaat het Grossman om, want die zetten ons als het goed is in beweging. ‘Dieptegesteenten verschuiven. Iets in onze starre, kunstmatige definities verzacht als we worden aangeraakt door een literair personage waarin volheid van leven, soepelheid en innerlijke tegenstellingen schuilen’ aldus Grossman in zijn 5 mei-lezing 2015 in de St. Jacobskerk in Vlissingen.
Grossman heeft met deze lezing in Nederland een ruimere bekendheid gekregen. Die had hij natuurlijk al door zijn romans, zoals de ook op deze website besproken en het eerder genoemde Uit de tijd vallen (2012) en Een vrouw op de vlucht voor een bericht (2009).
Beide genres (romans en essays) vormen qua thematiek bij Grossman vaak een eenheid. In Uit de tijd vallen, een haast toneelmatig opgebouwd, meerstemmig verhaal over de verwerking van het verlies van een kind (als gezegd verloor de auteur in 2006 zijn zoon Uri), gaat het bijvoorbeeld op een gegeven moment over het feit dat alleen dingen in de tijd te begrijpen zijn. ‘Mensen, bijvoorbeeld, of gedachten, verdriet / of vreugde, paarden, honden, woorden, liefde. / Dingen die verouderen, veranderen en zich vernieuwen.’
De veelstemmigheid in Uit de tijd vallen benoemt Grossman ook in zijn openingsrede voor het Internationale Literatuurfestival in Berlijn (2007): ‘De afgemeten, precieze stem die me bereikt van buitenaf, wekt ook stemmen op in mij – stemmen die misschien onmondig bleven tot die andere stem, of dat bepaalde boek, hen aanwakkerde.’
Moge dit boek, deze indrukwekkende en in prachtige stijl geschreven essays en toespraken samen met Grossmans romans mensen in beweging zetten om de haast uitzichtloze situatie die hij beschrijft te keren! Inderdaad: dat zijn literatuur een kracht moge zijn ‘die de wereld kan maken en veranderen, een kracht die de stommen kan doen spreken, een kracht die verbeteringen kan aanbrengen.’