Soms krijgt een auteur een verhaal in de schoot geworpen. Het overkomt David Grossman (1954) meer dan twintig jaar geleden als een onbekende vrouw hem belt over een krantenartikel dat hij heeft geschreven. Haar naam is Eva Panic Nahir, een joodse vrouw geboren in Kroatië. Het telefoongesprek is niet alleen het begin van een vriendschap, het resulteert ook in het recent verschenen Het leven speelt met mij, dat niet zonder Nahirs levensverhaal geschreven had kunnen worden.
Grossman, geboren in Jeruzalem, publiceert sinds de jaren tachtig romans, essays en kinderboeken en heeft met Zie: liefde (1986), Het zigzagkind (1994) en Komt een paard de kroeg binnen (2016) een internationaal publiek aan zich weten te binden. Ook Het leven speelt met mij is inmiddels in meerdere talen vertaald, bijvoorbeeld in het Duits als Was Nina wusste.
Geen gekke titel trouwens. Van alle personages is Nina, de dochter van Vera, het meest onpeilbaar en ook het meest tragisch. En die tragiek heeft vooral te maken met een keuze die haar moeder in het leven heeft gemaakt.
In Joegoslavië
Eva Panic Nahir (1918 – 2015) heeft voor Vera model gestaan. Ze is partizaan in dienst van Tito, vecht samen met haar geliefde Milos, tegen het Italiaanse fascisme en het Duitse nazisme. Na de Tweede Wereldoorlog en de breuk tussen Tito en Stalin wordt Milos gearresteerd op verdenking van heulen met de Sovjet-Unie. Milos pleegt in zijn cel zelfmoord en Vera wordt gearresteerd. De geheime dienst wil haar dwingen om een bekentenis te ondertekenen die Milos tot staatsvijand zou maken. Ze weigert, verdedigt hartstochtelijk Milos, haar grote liefde, en roemt zijn trouw aan Tito. Ze is te trots om haar dode echtgenoot te verraden. Als straf wordt ze naar een vrouwenkamp op Goli Otok gebracht, een kaal en guur eiland in de Adriatische zee. Haar jonge dochter Nina blijft alleen achter.
De onvoorwaardelijke trouw aan haar man en de keuze die ze maakt, tekent niet alleen haar eigen leven, maar heeft ook verstrekkende gevolgen voor de generaties na haar. Op de eerste plaats voor Nina die zonder moeder opgroeit en zich door haar in de steek gelaten voelt – een wond die haar leven bepaalt, maar ook voor Gili, haar kleindochter. Vanuit Gili’s perspectief wordt deze roman verteld.
Haat en woede
Het boek begint vóór de geboorte van Gili. Vera is vanuit Joegoslavië aangekomen in Israël, woont in een kibboets en trouwt Toevja die sinds kort weduwnaar is. Zijn zoon Rafaël heeft ondertussen een kopstoot opgelopen bij de jonge Nina – het weerhoudt hem er niet van, integendeel misschien, om halsoverkop verliefd op haar te worden. Een liefde die niet verdwijnt, zelfs niet nu ze formeel zijn stiefzus is geworden. Ze trouwen en krijgen een dochter, Gili. De geschiedenis herhaalt zich – maar nooit op eenzelfde manier. Nina verdwijnt, zoals ooit haar moeder verdween. Ze leidt een onordelijk bestaan, zwerft over de wereld, heeft verschillende banen en vele mannen. Ze kan zich aan niemand binden, voelt zich overal onveilig en ongewenst. Zelfs nu haar moeder de negentig is gepasseerd, en overigens nog steeds bijzonder vitaal is, is Nina’s woede en haat niet geluwd. Een haat en woede die bindt, want zo gaat het, loslaten kan ze Vera nu ook weer niet. Gili wordt grotendeels opgevoed door haar vader Rafaël. Van hem leert ze documentaires maken.
Op Vera’s negentigste verjaardag komt iedereen samen. Het besluit valt om een film te maken over Vera’s leven in voormalig Joegoslavië en over haar gevangenschap op Goli Otok. Het is een samenwerking tussen Rafaël en Gili. De camera wordt het instrument voor bekentenis, confrontatie en herstel.
Onwillekeurig denk je aan Eva – a documentary van Avner Faingulernt die aan het begin van deze eeuw is gemaakt over Eva Panic Nahir.
Ode aan verzoening
Het leven speelt met mij blinkt uit in scherpe dialogen, waar – tussen de regels – de pijn in de onderlinge relaties voelbaar is: tussen de drie vrouwen en tussen Rafaël en Nina. Uiteindelijk is de zoektocht in het boek een ode aan verzoening, verzoening tussen generaties.
Toch kleven er ook nadelen aan deze laatste Grossman. Als Vera spreekt, krijgen haar zinnen een Kroatisch bedoeld accent, waardoor je ten onrechte het idee krijgt dat er een typetje is gecreëerd met een grappig bedoelde tongval. Daarnaast is Het leven speelt met mij, ondanks de heftigheid van het onderwerp, toch ook een tikje langdradig en dat heeft te maken met de structuur waarin Grossman zijn verhaal heeft gegoten. Het gegeven dat Gili, de kleindochter, samen met haar vader gedurende het grootste deel van het boek een filmportret van Vera en Nina maakt, haalt veel spanning uit het drama dat zich in deze familie afspeelt. De camera wordt geïnstalleerd en er wordt weer een flard van de moeilijkheden die tussen de familieleden bestaat, uit de doeken gedaan. Het wordt een voorspelbaar patroon. Het gezamenlijk verblijf op het verlaten eiland Goli Otok wordt dan ook vooral gered door een radicale ingreep in het verhaal. In een ander lettertype wordt een historisch bedoeld verslag gegeven van Vera als krijgsgevangene op het eiland.
Ze wordt daar elke dag naar een plek geleid om de hele dag in de volle zon te staan zonder in eerste instantie te weten waarom. Een bewaakster houdt haar in de gaten en geeft aanwijzingen. Op dit onherbergzame eiland moet van de hoofdcommandant een plantje bloeien en Vera’s rol is ervoor te zorgen dat het in de schaduw blijft.
‘De bewaakster praat: “Heb je niet weleens het gevoel dat hij de hele tijd naar je kijkt?”
“Kameraad Tito?” vraagt Vera voorzichtig.
“Nee,” lacht bewaakster zacht, diep in haar keel, “dit plantje hier. Heb je niet het idee dat hij het begrijpt?”
“Dat hij wat begrijpt, commandant?”
“Deze waanzin” zegt ze, “en hoe ze hier beesten van ons maken.”’
De kwetsbaarheid van dat plantje, Vera’s toegewijde zorg om het in leven te houden en de symbolische reikwijdte van deze geschiedenis, zorgen ervoor dat Het leven speelt met mij meer is dan een roman leunend op ware feiten, hier toont Grossman zijn meesterschap.